22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2578 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juni 2018

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij acht fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Verordening vrijwaringsclausules handelsakkoorden (Kamerstuk 22 112, nr. 2572)

Fiche: Herziening verordening over het op de markt brengen en het gebruik van precursoren voor explosieven (Kamerstuk 22 112, nr. 2573)

Fiche: Mededeling en richtlijn versterking van bescherming klokkenluiders op EU-niveau (Kamerstuk 22 112, nr. 2574)

Fiche: Mededeling over de digitale transformatie van gezondheid en zorg (Kamerstuk 22 112, nr. 2575)

Fiche: Mededeling naar een gemeenschappelijke Europese gegevensruimte (Kamerstuk 22 112, nr. 2576)

Fiche: Herziening van de Europese richtlijn hergebruik van Overheidsinformatie (Kamerstuk 22 112, nr. 2577)

Fiche: Mededeling Kunstmatige intelligentie voor Europa

Fiche: Verordening inzake relatie tussen platforms en bedrijven (Kamerstuk 22 112, nr. 2579)

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Fiche: Mededeling Kunstmatige intelligentie voor Europa

1. Algemene gegevens

2. Essentie voorstel

Kunstmatige of Artificiële Intelligentie (hierna «AI») refereert volgens de Commissie aan systemen die intelligent gedrag vertonen door hun omgeving te analyseren en – in zekere mate zelfstandig- actie te ondernemen om specifieke doelstellingen te bereiken.

AI is een belangrijke drijver van economische groei en een manier om maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden. De Commissie stelt dat de Europese Unie het verschil kan maken met een aanpak waarvan mensen en de samenleving als geheel kunnen profiteren, waarbij niemand achterblijft en technologie gebaseerd is op Europese waarden en normen.

De Commissie stelt een drieledige aanpak voor:

  • 1) Het versterken van Europa’s technologische en industriële capaciteit

    De Commissie gaat tot en met 2020 € 1,5 miljard investeren in AI-onderzoek en AI-innovatie onder andere om de wetenschap en het industriële leiderschap te versterken, maatschappelijke uitdagingen aan te pakken en AI-research excellence centra te versterken. Daarnaast wil de Commissie meer particuliere investeringen in AI stimuleren met het Europees Fonds voor Strategische Investeringen.

    In de periode 2021–2027 wil zij zich richten op investeringen in het verbeteren van het pan-Europese netwerk van AI-excellentiecentra, additioneel onderzoek en innovatie, digitale AI-innovatiehubs, test- en experimenteerfaciliteiten voor AI en hogere acceptatie van AI door organisaties.

    Verder worden ook maatregelen genomen om meer data voor AI beschikbaar te maken en richt de Commissie een ondersteuningscentrum voor data-uitwisseling in. Zie hiervoor ook de BNC-fiches voor COM (2018) 232 Naar een gemeenschappelijke Europese gegevensruimte» en COM (2018) 234 hergebruik publieke informatie.

  • 2) Voorbereidingen voor sociaaleconomische veranderingen

    Door de opkomst van AI worden veel banen gecreëerd, verdwijnen er banen en worden de meeste banen anders. Daarom gaat de Commissie onderzoek doen naar de gevolgen van AI op de arbeidsmarkt. De Commissie moedigt verder de lidstaten, waar de verantwoordelijkheid voor arbeidsmarkt en onderwijs primair ligt, aan om hun onderwijs te moderniseren. De Commissie zal steun geven aan partnerschappen tussen bedrijfsleven en onderwijs om AI-talent aan te trekken en in Europa te houden en specifieke opleidingsregelingen opzetten met financiële steun uit het Europees Sociaal Fonds. Tot de voorstellen voor het volgende meerjarig financieel kader van de EU (2021–2027) behoort versterkte steun voor opleidingen op het gebied van gevorderde digitale vaardigheden, waaronder AI-specifieke expertise.

  • 3) een passend ethisch en juridisch kader

    Net als elke andere disruptieve technologie roept AI ethische en juridische vragen op, bijvoorbeeld over aansprakelijkheid of mogelijk bevooroordeelde besluitvorming. Om de kansen te verzilveren is een omgeving van vertrouwen en verantwoordelijkheid rond de ontwikkelingen en het gebruik van technologie nodig. Eind 2018 brengt de Commissie een ethische code voor AI uit, uitgaande van het EU-handvest van de grondrechten en rekening houdend met gegevensbescherming en transparantie. Deze niet bindende code zal gedragsregels voor bijvoorbeeld ontwerpers, producenten en gebruikers van AI bevatten. Ook zal zij het kader voor veiligheid en aansprakelijkheid tegen het licht houden en een rapport publiceren over de gevolgen van nieuwe technologieën daarvoor. Tegen medio 2019 zal de Commissie richtsnoeren uitbrengen voor de interpretatie van de richtlijn productaansprakelijkheid om te zorgen voor rechtszekerheid voor consumenten en producenten in het geval van producten met gebreken. Tot slot zal de Commissie de communicatie over en weer tussen AI en intellectuele eigendomsrechten nader bezien. Daarnaast gaat zij onderzoek en proefprojecten naar transparante AI en algoritmen ondersteunen.

Het bundelen van krachten

De Commissie gaat alle relevante belanghebbenden bijeenbrengen in de Europese AI-alliantie. Deze alliantie gaat aan alle aspecten van AI waaronder de ethische code werken. De Commissie wil samen met de lidstaten en de Alliantie de strategische dialoog over AI voeren. Een high-level expert groep gaat het werk van de AI-alliantie aansturen. Verder gaat de Commissie de AI-ontwikkelingen monitoren en de samenwerking zoeken met internationale organisaties zoals de G7/G20, de VN en de OESO.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

AI brengt vele kansen om antwoorden te formuleren op maatschappelijke vraagstukken. AI kan bijvoorbeeld al worden ingezet om gezondheidsrisico’s te identificeren, sneller juridische informatie beschikbaar te maken voor burgers, om uitval in het onderwijs te voorkomen en om beter te kunnen inschatten wanneer en waar zich bepaalde strafbare feiten kunnen voordoen.

Door zijn sterke wetenschappelijke en industriële kennisbasis beschiktNederland over een goede uitgangspositie om AI-toepassingen te ontwikkelen die maatschappelijke vraagstukken adresseren, met bijvoorbeeld ethische impact assessments. Nederland is ook sterk in de maakindustrie en systeemintegratie, hierin kan Nederland zich onderscheiden op de wereldmarkt.

AI kan echter -onder andere vanwege de eraan ten grondslag liggende algoritmes- ook invloed hebben op de beslissingvrijheid en verantwoordelijkheid van mensen, alsmede op de uitoefening van hun grondrechten. Het kabinet wil de kansen op verantwoorde wijze- met behoud van Nederlandse waarden en normen, zoals bijvoorbeeld privacy en het discriminatieverbod- verzilveren. ECP1 ontwikkelt samen met wetenschap, bedrijfsleven en overheid een vrijwillige gedrags- ofwel ethische code voor AI. Het kabinet volgt deze activiteiten met belangstelling. Voor de juiste randvoorwaarden van digitalisering is ook uitgebreid aandacht in de voor de zomer te publiceren Nederlandse digitaliseringstrategie.

Het kabinet vindt het van groot belang dat mensen voldoende zijn toegerust en over de juiste vaardigheden beschikken om duurzaam op de arbeidsmarkt te kunnen deelnemen en volwaardig te kunnen participeren in de maatschappij. Via curriculumvernieuwing in het funderend onderwijs en de Versnellingsagenda van de VSNU2 worden digitale vaardigheden gestimuleerd. Scholing kan bijdragen aan kansen op de arbeidsmarkt en het voorkomen van werkloosheid als gevolg van nieuwe ontwikkelingen, daarom heeft dit kabinet een actief «Leven Lang Ontwikkelen»3 -beleid. Zo wordt het op peil brengen en houden van ICT-kennis en -vaardigheden bij werknemers via programma’s zoals de Human Capital Agenda en het Techniekpact gestimuleerd. Daarnaast wordt geïnvesteerd in cursussen digivaardigheid voor volwassenen via de bibliotheken en in digitale geletterdheid via het Tel mee met Taal en het Digivaardig- en Digiveilig-programma.

Daarnaast lopen er diverse acties om de kennis over AI te vergroten, en multidisciplinair onderzoek door de hele kennisketen te bevorderen, waaronder:

  • Het kabinet is voornemens de WRR te vragen om de impact van AI op publieke belangen te onderzoeken4.

  • Zij gaat juridisch-wetenschappelijk onderzoek verrichten naar de impact van digitalisering op de effectiviteit van de bescherming van de grondrechten5.

  • de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies inzake Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV) is advies gevraagd over de toename van autonome functies in wapensystemen: «Autonome wapensystemen – de noodzaak van betekenisvolle menselijke controle»6.

  • Onder begeleiding van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum wordt onderzoek gedaan naar algoritmen en AI, onder de titel «Juridische aspecten van algoritmen die zelfstandig besluiten nemen; een verkennend onderzoek».

  • De mogelijkheid voor een PPS-programma voor onderzoek en innovatie wordt verkend. Het programma richt zich op zowel het verdiepen en verbreden van de wetenschappelijke kennisbasis voor het ontwikkelen en begrijpen van AI, als ook de toepassing daarvan voor maatschappelijke uitdagingen, zoals zorg en energie.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland verwelkomt de inzet van de Commissie. AI biedt grote kansen voor Europa en Nederland. Europa heeft op het AI-gebied onderzoekers, laboratoria en startups van wereldklasse. Door de snelle mondiale ontwikkelingen zijn een intensivering van de Europese investeringen én een meer gecoördineerde aanpak gewenst om de Europese concurrentiekracht te vergroten. De voorgestelde maatregelen van de Commissie bieden een adequaat kader voor de versterking van onderzoek en innovatie op het terrein van AI en de toepassing van AI door Europese partijen. Daarbij moet niet alleen de toegang tot data aandacht krijgen, maar ook de kwaliteit van de data. Nederland profiteert overigens relatief gezien in ruime mate van het Europese onderzoeks- en innovatie budget dat nu ook al wordt geïnvesteerd AI. Tot nu toe is bijna 9% van het aan AI-onderzoek toegekende budget aan Nederlandse projecten toegekend.

Het kabinet onderschrijft het stimuleren van inclusiviteit, talent, diversiteit en interdisciplinariteit en de voorbereiding van werknemers en burgers in brede zin op sociaaleconomische veranderingen de relevantie van recente verschillende lopende EU-initiatieven, zoals de voorstellen m.b.t. digitaal onderwijs. Daarbij is een nadrukkelijkere rol weggelegd voor werkgevers dan in de mededeling is beschreven. Nederland is vooralsnog minder betrokken bij enkele genoemde nieuwe(re) maatregelen zoals omscholing in het kader van de blauwdruk voor sectorale samenwerking op het gebied van vaardigheden en de stages voor studenten en afgestudeerden in het kader van «Digital Opportunity Traineeships» en zal daarom aandringen op verdere informatie hierover, ook richting de beoogde doelgroepen.

Het kabinet vindt de randvoorwaarden in ontwikkeling en gebruik van AI in relatie tot publieke waarden en belangen een belangrijk aandachtspunt. Onder andere de algemene verordening gegevensbescherming biedt daar uitgangspunten voor.

Het kabinet zal de uitkomsten van het nog uit te voeren WRR-onderzoek naar publieke waarden en AI en andere onderzoeken, daar waar zinvol, inbrengen in Brussel. Het kabinet is positief over de voorgestelde aanpak voor het opstellen van een ethische code voor AI, uitgaande van het EU-handvest voor grondrechten en waarbij alle belanghebbenden betrokken worden. De code die door ECP wordt opgesteld kan mogelijk als input dienen voor de Europese code. Het kabinet geeft de voorkeur aan een Europese code, als basis voor een mondiale code, aangezien AI grensoverschrijdend toegepast wordt.

Het kabinet vindt het positief dat de Commissie niet alleen oog heeft voor de kansen van AI, maar zich ook bewust toont van de noodzaak van een toekomstbestendig wetgevend kader voor AI. Dat betekent een wetgevend kader dat voldoende ruimte biedt aan innovatie. Het kabinet verwelkomt het onderzoek van de Commissie ter beantwoording van de vraag of de EU- en nationale aansprakelijkheidswetgeving geschikt zijn om toe te passen op nieuwe technologieën zoals Internet of Things-apparaten en AI. Aansprakelijkheid vormt een belangrijke financiële prikkel voor producenten en gebruikers van AI om de AI veilig te maken én houden. De preventieve werking van het aansprakelijkheidsrecht heeft het kabinet ook belicht in de Roadmap Digitaal Veilige Hard- en Software7. De Commissie kondigde eerder al aan een expertgroep op te richten over aansprakelijkheid en nieuwe technologieën. Nederland neemt hieraan deel. De eerste vergadering vindt plaats in juni.

Tot slot vindt het kabinet het belangrijk om tot een internationale aanpak te komen om AI-vraagstukken te beantwoorden. Niet alleen gezamenlijk in Europa maar ook in breder internationaal verband. Digitale toepassingen zijn bij uitstek grensoverschrijdend, het is belangrijk om mondiaal afspraken te maken over de ethische uitgangspunten bij de ontwikkeling van AI-toepassingen. In algemene zin is het kabinet voorstander van het partnerschappen tussen bedrijfsleven en onderwijs en een actieve betrokkenheid van sociale partners zoals voorgesteld door de Commissie.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Europese Unie

AI wordt door veel lidstaten als de technologie van de toekomst gezien, vrijwel alle lidstaten, waaronder Nederland, hebben een intentieverklaring voor Europese samenwerking voor AI getekend. Zij zijn positief over een Europese aanpak, waarbij aandacht is voor de juiste randvoorwaarden zowel op het sociaal economische vlak als het ethische vlak. De meeste landen zien het belang van een gezamenlijke aanpak om zo de achterstand met andere landen niet te laten oplopen.

Een aantal landen, waaronder Frankrijk en Finland hebben een specifiek op AI gerichte strategie gelanceerd. Frankrijk investeert maar liefst 1,5 miljard in AI-onderzoek tot 2022. Ook Duitsland heeft zeer recent een AI-werkgroep opgericht die met verschillende aspecten van AI aan de slag gaat.

Internationaal

In zowel China als de VS wordt er naar schatting $ 30 miljard per jaar geïnvesteerd in AI-onderzoek en toepassing. In China is de staat verreweg de grootste investeerder, omdat het enorme potentie ziet voor veiligheid, handhaving en continuïteit van het systeem. China heeft de ambitie om in 2030 koploper te zijn in kennis en toepassing van AI. In de VS komen investeringen voornamelijk uit grote techbedrijven. Deze landen hebben daarmee een andere insteek dan de meer mensgeoriënteerde aanpak van de EU. Japan heeft in 2017 een AI-strategie gelanceerd voor industriële toepassingen van AI.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De EU heeft naar de mening van Nederland een bevoegdheid om op te treden op dit terrein.

De interne markt is een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (art. 4, lid 2, sub a WVEU). De Unie is bevoegd om maatregelen vast te stellen op het gebied van de interne markt en de werking ervan te verzekeren (artikel 26 VWEU). Er wordt geen nieuwe regelgeving aangekondigd in de mededeling, maar deze is onderdeel van de Commissies strategie voor een digitale industrie (zie (COM(2016) 180 final) en de hernieuwde EU Industriële beleidsstrategie (zie COM(2017) 479 final). De mededeling richt zich ook op het concurrentievermogen van de Europese industrie, zoals in art 173 VWEU verwoord. Er is sprake van een aanvullende bevoegdheid van de Unie ten aanzien van industriebeleid (artikel 6 onder b VWEU).

b) Subsidiariteit

Wat betreft deze mededeling is de Nederlandse grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit positief. Door op Europees niveau optimale randvoorwaarden te creëren kan het potentieel van de Europese digitale economie verder ontsloten worden. Sterk presterende sectoren als vervoerssector, de gezondheidszorg en de maakindustrie hebben AI nodig om concurrerend te blijven. Daarbij is het gelet op de scherpe internationale concurrentie en de forse steun in China, VS, Japan en Canada van groot belang dat er gecoördineerd wordt opgetreden om ervoor te zorgen dat de EU bij de koplopers komt en blijft. Dit doel kan onvoldoende door de lidstaten op centraal, regionaal of lokaal niveau worden verwezenlijkt, daarom is een EU-aanpak nodig. Door het lanceren van een Europees breed initiatief wordt een gelijk speelveld op het terrein van AI – onderzoek en innovatie vanuit Europees standpunt verbeterd.

c) Proportionaliteit

De beoordeling van de proportionaliteit leidt tot een positieve grondhouding, gelet op het feit dat de voorgestelde vorm en inhoud van het Europees brede AI initiatief, in de juiste verhouding staan tot het doel: het versterken van Europa’s technologische en industriële capaciteit op terrein van AI en de toepassing van AI. Van belang is dat waarborgende beginselen en rechten tijdig worden meegenomen in de ontwerpfases en (verdere) ontwikkeling en toepassingspraktijen van AI; waar met dit voorstel op een juiste manier aan toe wordt gekomen.

d) Financiële gevolgen

Activiteiten tot 2020 die worden voorgesteld zullen binnen de bestaande financiële EU-kaders worden uitgevoerd en gefinancierd uit programma’s zoals Horizon2020. In geval van budgettaire gevolgen voor de EU-begroting is Nederland van mening dat de middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting. Voor de activiteiten na 2020 zal men binnen het nog uit te onderhandelen Meerjarig Financiële Kader 2021–2017 dienen te blijven en voor zover nodig maakt het kabinet een voorbehoud op de voorgestelde activiteiten.

Indien er sprake zou zijn van kosten voor Nederland, dan zullen budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Geen gevolgen voor regeldruk (inclusief administratieve lasten).


X Noot
1

ECP is een onfhankelijk platform voor de informatiesamenleving

X Noot
2

Kamerstuk 32 034, nr. 30

X Noot
3

Kamerstuk 30 012, nr. 77

X Noot
4

Kamerstuk 26 643, nr. 529

X Noot
5

Kamerstuk 26 643, nr. 529, pagina 5

X Noot
6

Kamerstuk 34 300 X, nr. 21

X Noot
7

Kamerstuk 26 643, nr. 535

Naar boven