Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 januari 2018
Namens het kabinet voldoe ik hierbij aan het verzoek van de vaste commissie voor Europese
Zaken d.d. 21 december 2017 om een appreciatie van het verslag van de Europese Commissie
over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek
tot documenten van het Europees parlement, de Raad en de Commissie (COM (2017) 738).1
Het kabinet steunt de Commissie in haar streven om de transparantie en verantwoordingsplicht
binnen de EU te verbeteren. In dit kader onderschrijft het kabinet het belang van
de stappen die de Commissie de afgelopen jaren heeft gezet ten aanzien van de versterking
van de transparantie van haar wetgevende processen, in de contacten met belanghebbenden,
en bij de processen voor de uitvoering van haar beleid. Het slagen van een ambitieuze
Europese transparantieagenda is enkel mogelijk indien transparantie door alle instellingen
als gedeelde verantwoordelijkheid wordt beschouwd.
De Commissie maakt jaarlijks verslag op over de toepassing van Verordening (EG) nr
1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten van het Europees parlement,
de Raad en de Commissie. Het kabinet heeft kennisgenomen van het rapport over het
jaar 2016 dat op 6 december 2017 door de Commissie is gepresenteerd.
In het rapport gaat de Commissie onder andere in op de samenwerking met de andere
instellingen, en maakt de Commissie een analyse van de verzoeken om toegang en gaat
de Commissie in op toepassing van uitzonderingsgronden, klachten bij de Europese Ombudsman
en rechterlijke toetsing. Bij het verslag is een overzicht van statistieken gegeven
over de toepassing van de verordening.
Ten aanzien van antwoorden gegeven op verzoeken tijdens de initiële fase valt op dat
er sinds 2012 een gestage daling is waar te nemen over de documenten waartoe volledige
toegang is verleend. De Commissie noemt in het verslag hiervoor met name de strengere
toepassing van gegevensbeschermingsbeleid van de Commissie als grond. Tegelijkertijd
kan de tendens worden geconstateerd dat de Commissie tijdens de confirmatieve fase
(beroep) vaker is overgegaan tot gedeeltelijke toegang verlening.
Het kabinet zou op dit punt graag een nadere verklaring willen van de Commissie, waarbij
de vraag voorligt hoe beide ontwikkelingen met elkaar verenigbaar zijn en of er niet
vaker in een eerder stadium (initiële fase) volledige of gedeeltelijke toegang kan
worden verleend. Bij de behandeling van Eurowobverzoeken hanteert Nederland als uitgangspunt
zo veel mogelijk openbaarheid van documenten.
Het rapport is nog niet besproken in raadsverband. In het geval dat het rapport door
de Commissie aan de Raad wordt gepresenteerd is het kabinet voornemens de Commissie
langs bovenstaande lijnen een nadere toelichting te vragen bij de ontwikkelingen en
hierover verslag doen aan uw Kamer.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
H. Zijlstra