22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2268 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij zeven fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Mededeling EU toetreding tot de Internationale Organisatie voor Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV); (Kamerstuk 22 112, nr. 2266)

Fiche: Mededeling de toekomstige leiders van Europa: het starters- en opschalingsinitiatief Wijnbouw en Wijnbereiding (OIV); (Kamerstuk 22 112, nr. 2267)

Fiche: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen;

Fiche: Mededeling modelstatusovereenkomst inzake acties in derde landen in het kader van de verordening voor een Europese grens- en kustwacht (Frontex); (Kamerstuk 22 112, nr. 2269)

Fiche: Mededeling Volgende stappen voor een duurzame Europese toekomst; Kamerstuk 22 112, nr. 2270)

Fiche: Mededeling Nieuwe EU Consensus on Development; (Kamerstuk 22 112, nr. 2271)

Fiche: Verordening definitie, presentatie en etikettering gedistilleerde dranken. (Kamerstuk 22 112, nr. 2272)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Wijziging verordening aanvullende steun bij natuurrampen

1. Algemene gegevens

  • a) Titel voorstel

    Verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wat betreft specifieke maatregelen voor het verlenen van aanvullende steun aan lidstaten die zijn getroffen door natuurrampen.

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    30 november 2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2016) 778

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?uri=CELEX:52016PC0778

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad Algemene Zaken

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken

  • h) Rechtsbasis

    Het verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 177

  • i) Besluitvormingsprocedure Raad

    Gekwalificeerde meerderheid

  • j) Rol Europees Parlement

    Medebeslissing

2. Essentie voorstel

a) Inhoud voorstel

I. De Commissie stelt voor de mogelijkheid te creëren om een aparte prioritaire as1 op te nemen in een operationeel programma gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor projecten ter wederopbouw na natuurrampen, die volledig wordt gefinancierd uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, zonder de gebruikelijke verplichting tot een bepaald percentage van nationale cofinanciering. De middelen onder deze nieuwe prioritaire as moeten wel aan de in de voor het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling vastgestelde investeringsprioriteiten worden besteed. Het doel van de investeringen wijzigt dus niet, en het voorstel is dan ook een aanvulling op het Solidariteitsfonds, waaruit uitsluitend noodacties inzake eerste levensbehoeften kunnen worden gefinancierd.

II. Er wordt tevens voorgesteld om de begindatum van de subsidiabiliteit van de kosten in projecten ter wederopbouw na natuurrampen te vervroegen, om ervoor te zorgen dat kosten vanaf de datum van de natuurramp voor vergoeding in aanmerking komen, in plaats van vanaf het moment van indiening (van de wijziging) van een operationeel programma bij de Europese Commissie, wat voor de overige prioritaire assen de regel is.

b) Impact assessment Commissie

Niet opgesteld.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

I. Het is voor Nederland van belang dat Europese middelen op rechtmatige wijze worden besteed. Om deze reden is het dan ook belangrijk dat er bij lidstaten een zekere mate van eigenaarschap bestaat bij de uitvoering van projecten die (deels) worden gefinancierd vanuit de Europese fondsen. Het gevoel van eigenaarschap draagt er aan bij dat projecten niet onnodig duur en/of omvangrijk worden. Een gevoel van eigenaarschap wordt onder andere gewaarborgd door het hanteren van verplichte nationale cofinanciering.

II. Met name om additionaliteit van de fondsen te garanderen is het belangrijk dat uitgaven pas in aanmerking komen voor een bijdrage uit de ESI-fondsen als deze zijn gedaan na de datum van indiening van het Operationeel Programma bij de Europese Commissie.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

I. Nederland erkent de noodzaak van het op korte termijn beschikbaar stellen van financiële middelen voor wederopbouw na een natuurramp. Het is voor Nederland echter belangrijk dat het maken van oneigenlijke kosten wordt voorkomen. Hiervoor is het belangrijk dat het inzetten van EFRO-middelen voor de wederopbouw van natuurrampen (waarbij geen nationale cofinanciering noodzakelijk is) op een bepaalde manier wordt afgebakend. Tevens is het belangrijk dat een zekere mate van eigenaarschap van de te financieren wederopbouw projecten blijft bestaan. Het is op dit moment niet duidelijk hoe de Commissie van plan is deze aspecten te borgen. Nederland is van mening dat verplichte cofinanciering voor de door een natuurramp getroffen lidstaat kan voorzien in het creëren van eigenaarschap. Ook is niet duidelijk waarom de Commissie voor een ad hoc probleem (nasleep van aardbevingen in Italië) kiest voor een structurele oplossing (wijziging in de algemene verordening). Tenslotte vindt Nederland het van belang dat lidstaten (blijven) investeren in een sterke civiele bescherming waaronder goede preventieve maatregelen conform het Europese civiele beschermingsmechanisme. Nederland kan zich voorstellen dat ook deze relatie benadrukt wordt in het voorstel. Naar aanleiding van deze onduidelijkheden wordt de Commissie geconsulteerd. Pas op het moment dat de Commissie meer duidelijkheid heeft verschaft over het voorstel kan Nederland een definitief standpunt innemen.

II. Nederland erkent de noodzaak om na een natuurramp direct te starten met wederopbouw en heeft om deze reden geen bezwaar tegen het creëren van een uitzonderingsmogelijkheid waardoor de begindatum van de subsidiabiliteit van de uitgaven komt te liggen voor de indiening van de wijziging van het Operationeel Programma bij de Commissie, namelijk vanaf het moment van de natuurramp. In verband met de onvoorzienbaarheid van deze kosten heeft het vervroegen van deze startdatum voor het maken van subsidiabele kosten ook geen invloed op de additionaliteit van de fondsen.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Er lijkt relatief veel begrip, maar ook veel onduidelijkheid over dit voorstel te bestaan. Naar aanleiding van de eerste bespreking van het voorstel in de Raadswerkgroep op 8 december 2016 en de vragen die tot 16 december schriftelijk zullen worden ingediend zal de Commissie een Q&A opstellen.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

a) Bevoegdheid

De Commissie baseert de bevoegdheid van de EU op artikel 177 VWEU. Op basis van artikel 4 lid 2 onder c, VWEU, is er een gedeelde bevoegdheid voor de EU en lidstaten. Naar de mening van Nederland heeft de EU de bevoegdheid om hier op te treden. Nederland kan zich tevens vinden in de keuze voor de rechtsbasis.

b) Subsidiariteit

Nederland beoordeelt de subsidiariteit positief. Het verlagen van het cofinancieringspercentage ter aanvulling van de EFRO-middelen kan niet op nationaal niveau worden bereikt.

c) Proportionaliteit

Nederland beoordeelt de proportionaliteit positief met kanttekening. De aanpassing van de verordening voor dit doel, het op korte termijn beschikbaar stellen van financiële middelen voor wederopbouw na een natuurramp, is proportioneel. Nederland plaatst echter kanttekeningen bij het feit dat de Commissie bij een ad hoc probleem kiest voor een structurele oplossing. Daarnaast is Nederland van mening dat verplichte cofinanciering voor de door een natuurramp getroffen lidstaat kan voorzien in het creëren van eigenaarschap.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

Geen consequenties. De middelen die naar aanleiding van dit voorstel voor natuurrampen kunnen worden ingezet vallen binnen de EFRO lidstaat enveloppes.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

Geen consequenties

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

Geen consequenties

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Geen consequenties

e) Gevolgen voor concurrentiekracht

Geen consequenties

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

De algemene regels over de uitvoering van EFRO zijn opgenomen in Regeling Europese EZ-subsidies. Deze regeling zal naar aanleiding van deze wijziging niet moeten worden aangepast. Hetzelfde geldt voor de decentrale regelgeving.

b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

Het voorstel creëert geen mogelijkheden voor de Commissie om gedelegeerde handelingen of uitvoeringshandelingen vast te stellen.

c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

De voorgestelde datum van de inwerkingtreding is twintig dagen na de publicatie. Aangezien er door Nederland geen aanpassingen hoeven worden gedaan is dit goed haalbaar.

d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

Er is geen evaluatie- of horizonbepaling in het voorstel opgenomen. Dit is ook niet noodzakelijk.

7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

Geen implicaties

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Geen implicaties


X Noot
1

Een prioritaire as komt overeen met een thematische doelstelling en omvat een of meer van de investeringsprioriteiten van die thematische doelstelling overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften.

Naar boven