22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 mei 2016

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij vier fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: mededeling digitalisering industrie

Fiche 2: mededeling Europees Cloudinitiatief (Kamerstuk 22 112, nr. 2130)

Fiche 3: mededeling normalisatieprioriteiten op ICT-gebied voor de digitale eengemaakte markt (Kamerstuk 22 112, nr. 2131)

Fiche 4: mededeling EU-actieplan inzake e-overheid 2016–2020 (Kamerstuk 22 112, nr. 2132)

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: mededeling digitalisering industrie

1. Algemene gegevens

  • a) titel voorstel

    Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's. De digitalisering van het Europese bedrijfsleven: De voordelen van een digitale eengemaakte markt ten volle benutten.

  • b) Datum ontvangst Commissiedocument

    19 april 2016

  • c) Nr. Commissiedocument

    COM(2016)180

  • d) EUR-Lex

    http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1461314200987&uri=CELEX:52016DC0180

  • e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

    Niet opgesteld

  • f) Behandelingstraject Raad

    Raad van Concurrentievermogen

  • g) Eerstverantwoordelijk ministerie

    Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

De mededeling «Digitalisering van de Europese Industrie» heeft als doel het versterken van het Europese concurrentievermogen in digitale technologieën en het verzekeren dat elke industrie in elke sector, ongeacht de grootte of locatie, volledig kan profiteren van digitale innovaties.

De focus ligt op acties met Europese toegevoegde waarde die voortbouwen op nationale initiatieven en eraan bijdragen dat deze verder kunnen opschalen. Alle relevante spelers worden daarbij aangesproken: grote, middelgrote en kleine bedrijven van alle industriële sectoren, de digitale toeleveringsindustrie, de sociale partners, Europese lidstaten en regio’s.

Studies1 voorspellen dat de verdere digitalisering van producten en diensten meer dan € 110 miljard omzet voor de Europese industrie kunnen opleveren, met aanzienlijke productiviteits- en werkgelegenheidsgroei. Ook kan zij een belangrijke bijdrage leveren aan maatschappelijke uitdagingen zoals duurzame gezondheidssystemen, circulaire economie en efficiënt energiegebruik.

Europa heeft belangrijke sterktes en grote kansen. Wel zal de economie en bedrijfslandschap veranderen. Dit brengt ook grote uitdagingen met zich mee, met name voor het middelgrote en kleine bedrijfsleven (mkb). Daarom stelt de Europese Commissie acties voor op de volgende terreinen:

  • 1. Coördinatie. Overlegstructuur met stakeholders zoals het bedrijfsleven voor initiatieven rond digitalisering van de industrie.

  • 2. Co-investeringen. Verbeteren van de Europese digitale innovatiecapaciteiten.

    • Voor alle sectoren: digitale innovatiehubs door Europa.

    • Partnerschappen. Leiderschapspartnerschappen voor digitaal-technologische waardeketens en platformen.

    • Standaardisatie. Prioritering en intensivering van inspanningen voor referentie architectuur en voor experimenten bij ICT standaardisering.

  • 3. Toekomstbestendige wet- en regelgeving. Creëren van juiste voorwaarden o.a. omtrent data.

  • 4. Human capital: beroepsbevolking met de benodigde vaardigheden om klaar te zijn voor de digitale transformatie.

De mededeling wordt vergezeld door drie aanvullende mededelingen en vormen tezamen het Digitale interne markt technologie en publieke dienstenpakket:

  • Europese Cloud Initiatief;

  • ICT Standaardisatie prioriteiten;

  • e-overheid actieplan.

Voor alle afzonderlijke mededelingen in het pakket zijn afzonderlijke BNC-fiches opgesteld.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nationaal zet het kabinet voor de digitalisering van de industrie vooral in via het programma Smart Industry2. Het creëren van de juiste randvoorwaarden voor de digitalisering van de economie is een prioriteit voor Nederland.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het kabinet verwelkomt de acties die de Commissie onderneemt om dit te ondersteunen.

1. Coördinatie

Het kabinet ziet meerwaarde in een periodieke overlegstructuur voor digitalisering van industrie om coördinatie te vergemakkelijken, stakeholders te mobiliseren en «best practices» uit te wisselen.

2. Co-investeringen.

Het kabinet onderkent in essentie het belang van de door de Europese Commissie voorgestelde co-investeringsvoorstellen, wel zal iedere afzonderlijke investeringsbeslissing op haar merites beoordeeld dienen te worden en binnen de bestaande EU begroting moeten plaatsvinden.

  • Digital Innovation Hubs. Digitale innovatiehubs betreffen faciliteiten waar met digitale technologieën geëxperimenteerd en getest kan worden. Voor Nederland wordt vooral gerefereerd aan de Smart Industry Field Labs3. Verder sluiten Nederlandse initiatieven zoals onder andere het MIT instrument van de Topsectoren en activiteiten als StartUp Delta, Dutch Digital Delta en Commit2Data goed aan op dit concept.4

    Field Labs worden opgezet vanuit een privaat initiatief en veelal deels financieel ondersteund vanuit de Europese Structuur en Investerings Fondsen/Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). Voor grensoverschrijdende Smart Industry projecten met Duitsland is onder andere het programma INTERREG/iPro Noord recent tot stand gekomen en wordt nu gewerkt aan iPro Zuid5. Verder wordt vanuit diverse Europese programma’s, zoals I4MS6, aangemoedigd dat er wordt gewerkt met digitale innovatie.

    Nederland steunt de lijn van de Europese Commissie voor digitale innovatie hubs en staat ook open voor alternatieve financieringsconstructies voor de hubs via bij voorbeeld het Europese Fonds voor Strategische Investeringen.

    Het kabinet ondersteunt de plannen van de Europese Commissie om haar aanbestedingen breder in te zetten op innovatie, dit sluit aan bij Nederlands beleid om innovatiegericht in te kopen7.

  • Partnerschappen. De Europese Commissie ziet momenteel gefragmenteerde onderzoeks-, ontwikkelings- en innovatie inspanningen voor (digitale) sleutel technologieën, waar betere coördinatie op zijn plaats zou zijn. Daarom ziet de Europese Commissie een toenemend coördinerende rol voor deze privaat-publieke partnerschappen om digitale platforms te ontwikkelen specifiek gericht op de industrie. Zij zal daartoe een aantal initiatieven ondersteunen zoals platformen gericht op de geïntegreerde ontwikkeling van digitale technologieën als Internet of Things, Big Data en Cloud en autonome systemen en 3D printing, en platformen gericht op de integratie van digitale technologieën gericht op specifieke sectoren.

    Het kabinet hecht erg aan de digitalisering van de industrie en verwelkomt daarom de inzet van de Europese Commissie in het verder stimuleren van de innovatie capaciteit en het vinden van synergie tussen grote publiek-private samenwerkingen op het terrein van digitale technologie waardeketens en platformen. Wat betreft initiatieven binnen Horizon 2020 vindt het kabinet het wel van belang niet vooruit te lopen op de tussentijdse evaluatie van Horizon 2020, waarin ook de effectiviteit van publiek-private partnerschappen zal worden meegenomen. Partnerschappen kunnen ook een rol spelen in het European Cloud Initiative; het kabinet ondersteunt het streven hiernaar. Zie verder het BNC-fiche voor de mededeling Cloud COM (2016) 178.

  • Standaardisatie De commissie focust op prioritaire thema’s (5G, Cloud, Computing, Internet of Things, Datatechnologie en Cybersecurity) met daarnaast monitoring en rapportage aan de Raad om voortgang te bewaken. Het kabinet ondersteunt de door de Commissie voorgestelde aanpak. Zij hecht aan het feit dat de standaarden industrie-gedreven worden opgesteld en steunt de keuze voor de prioritaire gebieden. Zie verder het BNC-fiche voor de mededeling standaardisatie COM (2016) 176.

3. Toekomstbestendige wet- en regelgeving

Het kabinet is van mening dat zowel nationaal als Europese wet- en regelgeving innovatievriendelijk en in brede zin toekomstbestendig dient te zijn, waarbij publieke belangen zoals privacy en veiligheid beschermd worden. Zij is dan ook groot voorstander van het uitwerken hiervan in het Better Regulation REFIT programma8.

Het kabinet herkent de in de mededeling genoemde aandachtspunten rondom data en verwelkomt nader onderzoek hiernaar. Het kabinet staat in beginsel positief tegenover het aangekondigde wetgevend voorstel «Free Flow of Data», dat ongegronde locatie-eisen in nationale wetgeving moet verwijderen of tegengaan, om zo ook een interne markt voor data te creëren. Het daadwerkelijke voorstel zal bij verschijnen op zijn eigen merites beoordeeld worden.

4. Menselijk kapitaal en digitale vaardigheden

Een beroepsbevolking met de juiste digitale vaardigheden is een randvoorwaarde voor de ontwikkeling van de digitale economie. Digitale vaardigheden krijgen aandacht in de binnenkort verwachte «New skills Agenda» van de Europese Commissie, en nieuwe initiatieven zullen op die basis worden beoordeeld. Het voorzien in deze vaardigheden via het onderwijs is echter primair een aangelegenheid van de lidstaten. De in deze mededeling genoemde ontwikkelingen in de samenleving en arbeidsmarkt worden door het kabinet onderschreven. De voorstellen kunnen eveneens op steun rekenen, daar zij primair een stimulerend en ondersteunend karakter hebben. Het versterken van de rol van het bedrijfsleven hierbij sluit goed aan bij lopende Nederlandse initiatieven zoals Human Capital Agenda9 en het Techniekpact10.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

De voorgestelde maatregelen worden positief ontvangen door lidstaten. In Europa zijn er vele nationale en regionale activiteiten, zoals in Duitsland het «Plattform Industrie 4.0» en in Frankrijk «Industrie du Futur»11. De voorgestelde acties kunnen op brede steun rekenen.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

De mededeling richt zich op het concurrentievermogen van de Europese industrie, zoals in art 173 VWEU verwoord. Er is sprake van een aanvullende bevoegdheid van de Unie ten aanzien van industriebeleid (artikel 6 onder b VWEU). De interne markt is een gedeelde bevoegdheid van de Unie en de lidstaten (art. 4, lid 2, sub a WVEU). De Unie is bevoegd om maatregelen vast te stellen op het gebied van de interne markt en de werking ervan te verzekeren (artikel 26 VWEU).

b) Subsidiariteit

Voor Nederland staat voorop dat industriebeleid primair de verantwoordelijkheid is van de lidstaten. Wat betreft deze mededeling is de Nederlandse grondhouding ten opzichte van de subsidiariteit positief. Nederland kan de acties die de Commissie voorstelt ondersteunen voor zover deze ten doel hebben de interne markt te versterken, onder meer voor data en standaarden. Door op Europees niveau optimale randvoorwaarden te creëren kan het volledig potentieel van de Europese digitale economie verder ontsloten worden. Nederland zal bij de uitwerking van de voorstellen letten op de rol van de Commissie bij nationale publieke aanbestedingen en het doen van nationale investeringen. Nederland acht deze onderwerpen primair de verantwoordelijkheid van de lidstaten. De interne markt vormt de kern en basis van de Europese integratie. Het zowel in deze mededeling als eerder in de digitale interne markt strategie aangekondigde wetgevend voorstel «Free Flow of Data» en andere voorstellen gebaseerd op deze mededelingen worden bij het verschijnen afzonderlijk op hun subsidiariteit beoordeeld.

c) Proportionaliteit

De grondhouding van het kabinet ten aanzien van de proportionaliteit is positief. De vervolgacties die in de mededeling worden opgevoerd zijn de juiste maatvoering voor het bereiken van de doelen die men nastreeft voor de digitale industrie. Er worden geen dwingende of wetgevende voorstellen gedaan in deze mededeling, de voorstellen richten zich op samenwerking en het delen van best practices.

d) Financiële gevolgen

Aan de mededeling «digitalisering van de Europese industrie» zijn geen directe financiële gevolgen verbonden, niet op Europees niveau en niet op nationaal niveau. Activiteiten die worden voorgesteld zullen binnen de bestaande financiële EU-kaders worden uitgevoerd en gefinancierd uit programma’s als Competitiveness of Enterprises and Small and Medium-sized Enterprises (COSME), Horizon2020 en het cohesiebeleid. Nederland is van mening dat de middelen gevonden dienen te worden binnen de in de Raad afgesproken financiële kaders van de EU-begroting 2014–2020 en dat deze moeten passen bij een prudente ontwikkeling van de jaarbegroting.

Indien er sprake zou zijn van kosten voor Nederland, dan zullen budgettaire gevolgen worden ingepast op de begroting van het/de beleidsverantwoordelijk(e) departement(en), conform de regels van de budgetdiscipline.

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Geen gevolgen voor regeldruk (inclusief administratieve lasten).


X Noot
1

PwC, Opportunities and challenges of the industrial internet (2015), and Boston Consulting Group: the future of productivity and growth in manufacturing industries (2015).

X Noot
2

Kamerstuk 29 826, nr. 66.

X Noot
3

Zie onder andere Kamerstuk 29 826, nr. 66.

X Noot
4

Zie bijlage bij Kamerstuk 32637, nr. 201 en Kamerstuk 29 826, nr. 66.

X Noot
6

I4MS (ICT Innovation for Manufacturing SMEs) is een initiatief gericht op de digitalisering van de industrie met een budget van € 77 miljoen gedurende 2013–2017. Zie bijlage bij Kamerstuk 29 826, nr. 64.

X Noot
7

Zie bijlage bij Kamerstuk 32 637, nr. 82.

X Noot
8

Kamerstuk 33 009, nr. 10.

X Noot
9

Kamerstuk 37 029, nr. 201.

X Noot
10

Kamerstuk 32 637, nr. 57.

X Noot
11

Kamerstuk 29 826, nr. 64.

Naar boven