22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2018 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2015

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij twee fiches, die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Verordeningen tot invoering van een Europees kader voor eenvoudige, transparante en gestandaardiseerde securitisaties (Kamerstuk 22 112, nr. 2017)

Fiche 2: Mededeling over de toepassing van de verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Mededeling over de toepassing van de verordening inzake illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement en de Raad over de toepassing van Verordening (EG) nr. 1005/2008 van de Raad houdende de totstandbrenging van een communautair systeem om illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij te voorkomen, tegen te gaan en te beëindigen.

b) Datum ontvangst Commissiedocument:

1 oktober 2015

c) Nr. Commissiedocument:

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:

Niet opgesteld.

f) Behandelingstraject Raad:

Mededeling is besproken in de Raadswerkgroep en wordt niet verder behandeld in de Landbouw- en Visserijraad (LVR)

g) Eerstverantwoordelijk ministerie:

Ministerie van Economische Zaken

2. Essentie voorstel

Volgens artikel 55 van de Verordening (EG) nr. 1005/2008 moeten de lidstaten bij de Europese Commissie verslag uitbrengen over de toepassing van de verordening. Op basis hiervan en haar eigen waarnemingen moet de Europese Commissie verslag uitbrengen bij de Raad en het Europees parlement.

De mededeling betreft geen voorstel tot wijziging van regelgeving. Het gaat om een terugblik, vijf jaar na inwerkingtreding, op de belangrijkste resultaten van de illegale, ongemelde en ongereglementeerde (IOO)- visserij verordening.

De EU bestrijdt IOO-visserij op vier onderling verbonden terreinen: samenwerking met de lidstaten, samenwerking met derde landen, onderzoek naar vermoedelijke IOO-vaartuigen en samenwerking op internationaal niveau met belanghebbenden.

De Europese Commissie concludeert dat vijf jaar nadat de IOO-verordening is ingevoerd, het effect op de visserijactiviteiten in de hele wereld duidelijk merkbaar is. Er is een permanent mechanisme voor samenwerking tussen de EU en derde landen gecreëerd. De bereidwilligheid van zowel lidstaten als derde landen om hun internationale verplichtingen als vlaggen-, kust-, haven- of marktstaat beter na te komen, is toegenomen.

Voorbeelden van belangrijke maatregelen onder IOO zijn:

  • Verduidelijking van de vlaggenstaatverantwoordelijkheden van de lidstaten. Dat betekent dat er nu geen discriminatie meer is tussen EU-vaartuigen die actief zijn in EU-wateren en vaartuigen die vissen in wateren van derde landen.

  • Betere traceerbaarheid van geïmporteerde zeevisserijproducten en hanteren van groene, gele en rode kaarten voor landen van buiten de EU die vis naar de EU invoeren. Als deze niet meewerken met de Europese standaarden kan een rode kaart volgen, met handelsmaatregelen. Visserijproducten uit niet-meewerkende landen mogen dan niet in langer in de EU worden ingevoerd en EU-vaartuigen mogen niet langer in de wateren van niet-meewerkende landen vissen.

  • Samenwerking met derde landen om het visserijbeheer te verbeteren. Dit gebeurt zoveel mogelijk vooraf en met behulp van opleiding en capaciteitsopbouw. Voor landen als de Filipijnen en Korea heeft dit geleid tot structurele verbeteringen en het verlenen van de groene kaart (het intrekken van de gele kaart).

Er is op dit moment geen herziening van de verordening voorzien, wel worden al een aantal technische verbeteringen ingevoerd op basis van de huidige wettekst, met als doel het huidige systeem kostenefficiënter en eenvoudiger te maken (bijvoorbeeld overstap van een op papier gebaseerd systeem naar een elektronisch).

Tenslotte verwijst de Europese Commissie naar de aanpassing van de IOO-verordening naar aanleiding van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. Dat voorstel zal nog worden behandeld door de Landbouw-Visserijraad en het Europees parlement.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland hecht groot belang aan de bestrijding van IOO-visserij. IOO-visserij ondermijnt duurzaam bestandsbeheer, benadeelt vissers die verantwoord vissen en kan grote nadelige effecten hebben op kustgemeenschappen, zeker in ontwikkelingslanden.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Nederland onderschrijft de strekking van de mededeling. De evaluatie van de maatregelen, waar onder andere Nederland destijds voor heeft gepleit, laten een positieve ontwikkeling zien in de bestrijding van IOO-visserij. In combinatie met de controle-verordening en de vismachtigingsverordening blijft de IOO-verordening een belangrijk en bruikbaar instrument. Wel vindt Nederland dat de uitvoering van de verordening blijvende aandacht verdient en vindt daarom de genoemde technische verbeteringen van groot belang.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Het betreft geen voorstel tot wijziging van regelgeving. De lidstaten staan positief tegenover de mededeling.

4. Grondhouding ten aanzien van bevoegdheid, subsidiariteit, proportionaliteit, financiële gevolgen en gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten

a) Bevoegdheid

Het beleidsterrein valt onder de exclusieve bevoegdheid van de Europese Unie (artikel 3, eerste lid, onder d, van VWEU).

b) Subsidiariteit

Niet van toepassing, gegeven de exclusieve bevoegdheid van de EU ten aanzien van dit voorstel.

c) Proportionaliteit

Het kabinet heeft een positieve grondhouding ten aanzien van de proportionaliteit. Het betreft een mededeling van de Europese Commissie, waaruit geen directe wijziging van regelgeving uit voortkomt. Wel wordt gerefereerd aan de voorgenomen aanpassing van de verordening naar aanleiding van het Verdrag van Lissabon. Hiervoor heeft de Commissie een voorstel gedaan dat nog in behandeling moet worden genomen door de Landbouw-Visserijraad en het Europees parlement. Dit voorstel zal tegen die tijd op zijn eigen merites worden beoordeeld.

d) Financiële gevolgen

Niet van toepassing

e) Gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

Niet van toepassing.

Naar boven