22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 2010 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2015

Overeenkomstig de bestaande afspraken ontvangt u hierbij een fiche, die werd opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche: Verordening voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Fiche: Verordening voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen

1. Algemene gegevens

a) Titel voorstel

Voorstel voor een Verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EU, Euratom) nr. 609/2014 van de Raad van 26 mei 2014 betreffende de regels en procedures voor de terbeschikkingstelling van de traditionele eigen middelen, de btw- en de bni-middelen, en betreffende de maatregelen om in de behoefte aan kasmiddelen te voorzien.

b) Datum ontvangst Commissiedocument

14-09-2015

c) Nr. Commissiedocument

COM(2015) 447

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Geen

f) Behandelingstraject Raad

Ecofinraad

g) Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Financiën

h) Rechtsbasis

VWEU art. 322(2)

i) besluitvormingsprocedure Raad

Gekwalificeerde meerderheid

j) rol Europees parlement

Adviserend

2. Essentie voorstel

a) Inhoud voorstel

De Europese begroting wordt gefinancierd door afdrachten van de lidstaten, de zogenaamde eigen middelen. Dit zijn de traditionele eigen middelen (douaneheffingen) en afdrachten gebaseerd op een btw- en een bni-grondslag. De Verordening voor de terbeschikkingstelling van de eigen middelen legt vast hoe en op welk moment de afdrachten van lidstaten voor de EU-begroting worden betaald.

De belangrijkste wijzigingen zijn de onderstaande. De overige voorgestelde aanpassingen zijn technisch van aard en hebben beperkte gevolgen, of zijn alleen ter verduidelijking.

Voorjaarsverwerking

Huidige verordening

Elk jaar moeten de statistiekbureaus van de lidstaten voor 22 september hun bijgestelde bni-gegevens voor eerdere jaren aan de Commissie (Eurostat) doorgeven. Hierbij kunnen om verschillende redenen voor eerdere jaren nog wijzigingen in doorgevoerd worden. Dit kan bijvoorbeeld door het wegnemen van een zogenoemd voorbehoud (zonder limiet aan hoe ver terug) of door het doorvoeren van een bronnenrevisie (tot aan jaar n-4). Door deze wijzigingen veranderen de afdrachten op basis van het bni en btw voor die jaren. De Commissie maakt op basis van de herziene bni-cijfers een berekening waarbij het totale bedrag van de aanpassingen wordt herverdeeld over de lidstaten volgens hun relatieve aandeel in het bni van alle lidstaten («de bni-sleutel»). Daarmee wordt dus de precieze omvang van de bijstelling per lidstaat bekend. De betaling van deze verrekening van de afdrachten vindt volgens de huidige verordening plaats op 1 december van hetzelfde jaar (n). Momenteel moeten de lidstaten de Commissie ieder jaar vóór 22 september bni-cijfers verstrekken, terwijl deze (voor n-4) al op 30 september moeten worden vastgesteld op Europees niveau. Dit laat dus weinig tijd over voor het validatieproces.

Wijziging

De Commissie stelt voor de verrekening vanwege de bijstellingen van de bni- en btw-gegevens pas in jaar n+1 plaats te laten vinden. De definitieve bedragen van de berekening van de Commissie zullen volgens het wijzigingsvoorstel aan de lidstaten worden meegedeeld in januari van het jaar erna (jaar n+1). Er zal voor de verrekening geen gewijzigde EU-begroting meer moeten worden vastgesteld, omdat de aanpassingen automatisch zullen worden herverdeeld. De betaling van de verrekening verandert met het wijzigingsvoorstel naar de eerste werkdag van juni, in plaats van begin december. Hierdoor wordt de betaling meer gestroomlijnd met nationale begrotingsprocessen.

In het voorstel wordt de tijdslimiet voor de vaststelling van bni-gegevens verlengd met twee maanden, van 30 september tot 30 november. Door een langere periode ter beschikking te stellen kan het validatieproces beter worden ingepast.

 

levering bni-cijfers eerdere jaren

cijfers vastgesteld n-4

mededeling verrekening

betaaldatum

Huidige situatie

22-sep

30-sep

Half tot eind oktober

Begin dec

Nieuwe situatie

22-sep

30-nov

januari n +1

Begin juni n+1

Negatieve rente

Huidige verordening

De lidstaten houden een rekening aan in naam van de Commissie om de afdrachten over te maken op de gevraagde betaaldata. Dit kan bij de eigen schatkist zijn of bij de nationale centrale bank. Nederland heeft een rekening geopend bij de eigen schatkist. In de huidige verordening staat dat er geen kosten of rentevergoedingen mogen worden gerekend over die rekening. De rekening die wordt aangehouden moet dus rente- en kostenvrij zijn.

Wijziging

Negatieve rente op rekeningen-courant bij de eigen schatkist of centrale bank mag in de toekomst niet ten koste gaan van de middelen voor de EU-begroting en moet dus worden aangevuld door de betreffende lidstaat. Met deze wijziging is nu ook expliciet opgenomen dat eventuele negatieve rente gecompenseerd moet worden door de lidstaat. Dit staat nu nog niet opgenomen.

Vervroegde afdrachten (Extra Twaalfde)

Huidige verordening

De lidstaten zetten elke maand een-twaalfde van hun geraamde afdrachten voor dat jaar op de rekening die in naam van de Commissie wordt aangehouden. Dit deel van de afdrachten wordt een «twaalfde» genoemd. Op dit moment kan de Commissie in het eerste kwartaal de lidstaten verzoeken om maximaal twee twaalfden vervroegd af te dragen om aan de betalingen van het Europees Landbouwgarantiefonds te voldoen. In plaats van in april en mei worden twee twaalfden dan bijvoorbeeld al in februari opgevraagd en afgedragen.

Wijziging

De Commissie stelt voor dat zij een extra maandelijkse twaalfde van de eigen middelen op grond van de btw- en bni-grondslag vervroegd kan opvragen. Tevens stelt de Commissie voor dat de periode waarover de Commissie dit kan doen van drie maanden naar zes maanden gaat. Dit wijzigingsvoorstel maakt het dus mogelijk voor de Commissie om drie in plaats van twee extra twaalfden vervroegd op te vragen in de eerste zes maanden van elk jaar. Daarnaast kunnen met deze wijziging naast het landbouwfonds ook uitgaven van de Europese structuur- en investeringsfondsen gedekt worden met vervroegde extra twaalfden.

De Commissie geeft aan in het begin van het jaar soms meer betalingsverplichtingen te moeten voldoen dan dat er al afdrachten van de lidstaten binnen komen. Aangezien de Commissie hier niet voor mag lenen, wil zij graag de afdrachten van de lidstaten die normaal elke maand komen (twaalfden) vervroegd op kunnen vragen als dit nodig is.

Boeterente

Huidige verordening

Als lidstaten hun eigen middelen niet op tijd afdragen dan wordt hier een rente over geheven. Dit is in de originele verordening de basisrente van de ECB plus twee procentpunt. Dit rentepercentage wordt verhoogd met 0,25 procentpunt per maand vertraging. De «boeterente» is er om ervoor te zorgen dat de lidstaten een prikkel hebben om op tijd te betalen.

Wijziging

Er wordt voorgesteld de rentevoet voor late betalingen te verhogen van 2% naar 3,5% bovenop de basisrente. Hiernaast wordt een plafonnering van 20% verhoging ingevoerd waardoor de rente daarna niet meer met 0,25 procentpunt per maand wordt verhoogd. De wijziging wordt voorgesteld om het betalingsgedrag te verbeteren.

b) Impact assessment Commissie

Er is geen impact assessment verricht.

3. Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel

a) Essentie Nederlands beleid op dit terrein

Nederland pleit voor vereenvoudiging, meer transparantie, betere voorspelbaarheid en consistentie in de begrotingssystematiek. Dit is een brede en structurele wens die in voorbereiding van het Nederlandse voorzitterschap specifiek wordt opgepakt. De uitvoering van de Europese begroting kan beter en met concrete voorstellen boekt Nederland stapje voor stapje vooruitgang. De Nederlandse wensen en concrete plannen zijn actief met de Commissie en andere lidstaten gedeeld.

Naast de wijzigingen die nu door de Commissie worden voorgesteld, zal Nederland blijven inzetten op verdere vereenvoudiging. Zo zal Nederland zich ook inzetten voor het harmoniseren van bronnenrevisies en aandringen op het versneld afbouwen van voorbehouden die lidstaten hebben op delen van hun bni-gegevens. Hierdoor zal de volatiliteit van de bni-afdrachten afnemen. Ook zet Nederland zich in voor een heldere Europese begrotingskalender waardoor op vaste momenten in het jaar vaste stappen in het begrotingsproces worden doorlopen.

b) Beoordeling + inzet ten aanzien van dit voorstel

Het huidige Commissievoorstel past grotendeels bij de wensen van Nederland. Een goed voorbeeld hiervan is de voorjaarsverwerking van de nacalculatie, in plaats van in het najaar. Hierdoor komt er meer voorspelbaarheid en consistentie met het nationale begrotingsproces.

Voorjaarsverwerking

Sinds oktober vorig jaar heeft Nederland actief aangedrongen bij de Commissie om deze wijziging door te voeren. Met deze wijziging sluit de verrekening beter aan op de Nederlandse begrotingskalender. Het is immers makkelijker om in het geval van grote verrekeningen (naheffingen of terugstortingen) deze in het begin van het jaar mee te nemen in de uitvoering van de jaarbegroting (tijdens de Voorjaarsbesluitvorming), dan aan het einde van het jaar.

De wijziging van de vaststellingsdatum voor bni-gegevens is ook een vooruitgang, aangezien het meer tijd geeft om het proces van validatie van de bni gegevens af te ronden. Om deze redenen steunt Nederland deze wijzigingen dan ook van harte en zal zich inzetten om deze te behouden.

Negatieve rente

Deze bepaling gaat in de Nederlandse interpretatie alleen over de rekening bij de schatkist waarop de eigen middelen van de EU worden aangehouden. Hierover wordt in Nederland geen rente geheven en daarmee heeft deze wijziging geen gevolgen voor Nederland.

Zodra de Commissie over (een deel van de) eigen middelen wil beschikken, verzoekt de Commissie aan Nederland om een bedrag te storten op hun rekening bij de DNB. Over deze rekening wordt in sommige gevallen wel rente gerekend in lijn met de regels van de ECB. Als die rekening ook onder deze bepaling valt, dan kan dit dus ook voor Nederland gevolgen hebben. De Commissie heeft aangegeven dat er op de Nederlandse rekening geen negatieve rente is geheven.

Nederland vindt dat de Commissie eerst goed verder moet onderbouwen wat de redenen achter het wijzigingsvoorstel zijn, alvorens een definitief oordeel te vellen.

Vervroegde afdrachten (Extra twaalfde)

Nederland heeft begrip voor het feit dat de Commissie de knelpunten in het cashmanagement wil oplossen. Tegen het voorstel voor een extra twaalfde is echter weerstand bij diverse lidstaten, met name bij netto-betalende landen. Nederland vindt dat de Commissie goed moet onderbouwen waarom deze verandering nodig is en moet aangeven welke andere manieren er zijn om de knelpunten in het cashmanagement op te lossen. De Commissie moet duidelijker maken waarom dit een juiste optie is om die problemen op te lossen voordat Nederland kan instemmen met dit onderdeel van het voorstel.

Boeterente

Het uitgangspunt voor Nederland is dat er een prikkel moet zijn om op tijd te betalen zonder dat buitenproportionele lasten worden opgelegd in situaties die ook voor de lidstaten buiten hun macht liggen. Het huidige voorstel gaat hierbij in de goede richting. De rente op langlopende vertragingen gaat omlaag door het plafond van 20% terwijl de rente op kortere periodes omhoog gaat. De vertragingen van een langere tijd zijn vaak het gevolg van geschillen met de Commissie of nieuwe vondsten van fouten in de gegevens die lange tijd terug gaan. De invoering van het plafond is een goede ontwikkeling.

Technische wijzigingen

Naast bovengenoemde grotere wijzigingen bevat dit voorstel tot wijziging verder een serie technische wijzigingen die slechts zeer beperkte gevolgen hebben of alleen ter verduidelijking zijn. Deze kunnen op Nederlandse steun rekenen.

c) Eerste inschatting van krachtenveld

Het voorstel is gemengd ontvangen door lidstaten. Vooral de stroomlijning van het jaarlijkse proces van aanpassingen en nacalculatie, waarop Nederland in het voortraject heeft aangedrongen, kreeg brede steun.

Het voorstel voor de vervroegde oproepbaarheid van een extra twaalfde valt daarentegen bij veel lidstaten slecht. Ook de verhoogde boeterente kent tegenstanders; sommige lidstaten vrezen hoge boeterentes, willen geen verhoging en een lagere plafonnering. De compensatie voor negatieve rente riep vooral veel technische vragen op bij de lidstaten.

4. Beoordeling bevoegdheid, subsidiariteit en proportionaliteit

a) Bevoegdheid

De EU heeft de bevoegdheid om een EU-begroting te hebben om de doelstellingen van de EU uit te kunnen voeren. Nederland kan zich vinden in de gekozen rechtsgrondslag (artikel 322 (2) VWEU).

b) subsidiariteit

Het oordeel over de subsidiariteit is positief. De regels over de manier waarop de eigen middelen van de Unie worden afgedragen zijn nodig voor de uitvoering van de EU-begroting en kunnen enkel op EU-niveau worden vastgesteld.

c) proportionaliteit

Het proportionaliteitsoordeel is positief, met enkele kanttekeningen. De huidige wijzigingen zijn over het algemeen proportioneel ten opzichte van de problemen die hiermee worden opgelost. Voor de verhoging van de rente en de mogelijkheid van het opvragen van een extra twaalfde is het nog aan de Commissie om te laten zien of deze wijzigingen inderdaad proportioneel zijn. Hier zal Nederland actief op doorvragen.

5. Financiële implicaties, gevolgen voor regeldruk en administratieve lasten

a) Consequenties EU-begroting

De hoogte van de EU-begroting zal niet veranderen en de hoogte van de jaarlijkse afdrachten dus ook niet. De vervroegde betaling van een twaalfde van de afdrachten kan ervoor zorgen dat de EU betalingsverplichtingen kan voldoen die het anders nog moet uitstellen.

b) Financiële consequenties (incl. personele) voor rijksoverheid en/ of decentrale overheden

In principe leidt deze wijziging niet tot financiële gevolgen. Vervroegd opvragen van een extra twaalfde leidt tot een ander betalingsritme maar niet tot een ander totaalbedrag aan afdrachten. De voorgestelde wijzigingen voor de boeterente, de negatieve ECB-rente en het faciliteren van fraudeonderzoek kunnen wel financiële gevolgen hebben, maar die zijn indirect en het zal om relatief beperkte operationele afrondingsbedragen gaan die beide kanten uit kunnen uitvallen.

c) Financiële consequenties (incl. personele) voor bedrijfsleven en burger

N.v.t.

d) Gevolgen voor regeldruk/administratieve lasten voor rijksoverheid, decentrale overheden, bedrijfsleven en burger

Er zijn geen gevolgen voor de regeldruk. De voorgestelde wijzigingen maken de regeldruk niet groter of kleiner.

e) Gevolgen voor concurrentiekracht

Er zijn geen gevolgen voor de concurrentiekracht.

6. Implicaties juridisch

a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of sanctionering beleid (inclusief toepassing van de lex silencio positivo)

Geen

b) Gedelegeerde en/of uitvoeringshandelingen, incl. NL-beoordeling daarvan

Het bevat geen gedelegeerde of uitvoeringshandeling.

c) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij verordeningen en besluiten) met commentaar t.a.v. haalbaarheid

De verordening moet nog in werking treden. Dit gebeurt na ratificatie van het Eigen Middelenbesluit in alle lidstaten, verwacht in 2016.

d) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling

Het is een wijziging en geen nieuwe verordening. Bij het volgende Meerjarig Financieel Kader zal automatisch een nieuwe verordening nodig zijn.

7. Implicaties voor uitvoering en/of handhaving

N.v.t.

8. Implicaties voor ontwikkelingslanden

Er zijn geen gevolgen voor ontwikkelingslanden.

Naar boven