22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1985 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2015

Tijdens het afgelopen AO EU-informatievoorziening van 20 mei jl. is toegezegd uw Kamer voor het zomerreces 2015 nader te informeren over de wijze waarop het kabinet beoogt concreet invulling te geven aan een aantal bestaande en enkele nieuwe afspraken met uw Kamer met betrekking tot de informatievoorziening over EU-dossiers en -onderhandelingen.

Na afloop van het AO zijn, zoals besproken, de afspraken en toezeggingen hierover binnen het kabinet en op ambtelijk niveau opnieuw onder de aandacht gebracht, in het bijzonder voor een meer consistente naleving van de afspraak dat in geannoteerde agenda’s voor Raadsbijeenkomsten relevante verwijzingen naar documenten in de EU-extranet database worden opgenomen.

In lijn met het verzoek van uw Kamer om een algemeen sjabloon voor de geannoteerde agenda’s voor alle Raadsformaties te ontwikkelen, ten behoeve van toepassing door alle ministeries, is bijgaand format ontwikkeld1. Conform de daarover met uw Kamer gemaakte afspraken voorziet dit in specifieke passages met informatie over het krachtenveld, inclusief de positie van het Europees parlement. Daar in de GA’s van de verschillende departementen een zeer breed scala aan onderwerpen aan bod komt en de ervaring leert dat deze niet allemaal in één mal zijn te gieten, is enige ruimte geboden voor maatwerk.

Alle ministeries zijn zich ervan bewust dat zij in de verslagen van Raadsbijeenkomsten, waar mogelijk en relevant, nadrukkelijker duiding dienen te geven aan de uitkomst van onderhandelingen over door de Kamer aangemerkte prioritaire EU-dossiers, waaronder een appreciatie van het bereikte akkoord afgezet tegen de Nederlandse inzet.

Het kabinet is van mening dat de praktische uitwerking van de toezegging om – indien door uw Kamer gewenst – periodiek te rapporteren over langlopende EU-dossiers met een duidelijk tijdpad bij voorkeur wordt ingepast in de bredere tijdens het in het geval van een behandelvoorbehoud vereiste AO met de betreffende bewindspersoon te maken afspraken. Zo kunnen coherente afspraken worden gemaakt over de inhoud en de kaders van de Nederlandse inzet en de wijze en momenten waarop daarover concreet verantwoording wordt afgelegd. Vanzelfsprekend kan uw Kamer voor lopende dossiers in de betreffende categorie met de inhoudelijk verantwoordelijke bewindspersoon in overleg treden wanneer u dit wenselijk acht.

Tijdens het Algemeen Overleg EU-informatievoorziening is voorts toegezegd in deze brief in te gaan op de mogelijkheid om de Kamer, desgewenst, vertrouwelijk te informeren over en inzicht te geven in interne Raadsdocumenten met een hogere classificatie dan «limité». In de limité-database van het EU-extranet, waartoe uw Kamer rechtstreekse toegang heeft, kunt u zien welke «restreint» documenten er zijn. Op verzoek kunnen deze documenten vertrouwelijk ter inzage worden gelegd bij de griffie. Bij de behandeling van deze documenten geldt strikte geheimhouding: in geen geval mag hier in het openbaar naar worden verwezen of uit geciteerd.

Wat betreft de wijze van informatievoorziening aan de Kamer over cruciale ontwikkelingen in de triloogfase geldt dat de inzet van het kabinet met u wordt afgestemd. Uitgangspunt daarbij is het in het BNC-fiche geschetste kader. Zodra het kabinet buiten de gedeelde Nederlandse inzet gaat of aan ziet komen dat dit het geval kan zijn, is nader overleg met uw Kamer nodig. Het kabinet komt dan bij u terug. Dit kan via de reguliere briefwisselingen (geannoteerde agenda’s, verslagen van Raden) of ad hoc.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven