22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1839 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 mei 2014

Overeenkomstig de bestaande afspraken heb ik de eer u hierbij vijf fiches aan te bieden die werden opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC).

Fiche 1: Herziening IORP-richtlijn (Kamerstuk 22 112, nr. 1837)

Fiche 2: Mededeling Langetermijnfinanciering van de Europese economie

(Kamerstuk 22 112, nr. 1838)

Fiche 3: Mededeling crowdfunding

Fiche 4: Verordening Persoonlijke Beschermingsmiddelen (PBM)

(Kamerstuk 22 112, nr. 1840)

Fiche 5: Kabelbaan verordening (Kamerstuk 22 112, nr. 1841)

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Fiche: mededeling crowdfunding

1. Algemene gegevens

Titel voorstel

Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio’s: ontsluiting van het potentieel van crowdfunding in de Europese Unie

Datum ontvangst Commissiedocument

27 maart 2014

Nr. Commissiedocument

COM (2014) 172

Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board

Niet opgesteld

Behandelingstraject Raad

Ecofin Raad

Eerstverantwoordelijk ministerie

Ministerie van Financiën, in nauwe samenwerking met het Ministerie van Economische Zaken.

2. Essentie voorstel

In deze mededeling presenteert de Europese Commissie een onderzoeksagenda waarmee zij de eventuele behoefte en mogelijkheden voor ondersteuning van initiatieven op het gebied van crowdfunding in kaart wil brengen, alsmede het bestaande toezicht (al dan niet op basis van zelfregulering) en de regels die van toepassing zijn.

De Commissie ziet in crowdfunding een welkome aanvulling op de bestaande financieringsbronnen voor de economie. Daarnaast zijn veel crowdfundingsacties grensoverschrijdend van karakter, hetgeen aanleiding vormt voor de Commissie om te onderzoeken of de interne markt optimaal functioneert.

Aanleiding voor deze mededeling is het groenboek Langetermijnfinanciering van de Europese economie, waarin de Commissie het stimuleren of bevorderen van «niet-traditionele bronnen van financiering […] zoals crowdfunding», noemt als een mogelijke manier om het MKB te helpen fondsen aan te trekken. Deze mededeling bouwt hier op voort. Crowdfunding is een snel groeiende vorm van financiering. De Commissie stelt dat in 2012 in de EU ruim 470.000 projecten werden gefinancierd door middel van crowdfunding, waarbij een bedrag van in totaal € 735 miljoen werd opgehaald. De Commissie voorziet een verdere groei in de komende jaren.

Crowdfunding kan worden gedefinieerd als een op het publiek gerichte openbare oproep, vaak via het internet, om fondsen voor een specifiek project bijeen te brengen. In de regel worden de fondsen bijeengebracht door een groot aantal deelnemers in de vorm van relatief kleine individuele bijdragen, maar er bestaan uitzonderingen. De Commissie onderscheidt drie soorten crowdfunding:

  • 1. Bij crowd sponsoring wordt er geen financieel rendement aangeboden in ruil voor de bijdrage van de deelnemers. Het betreft hier over het algemeen donaties voor bijvoorbeeld een goed doel, of een bijdrage waarvoor de deelnemers in ruil een niet-financiële beloning krijgen (zoals het product dat met het opgehaalde geld is ontwikkeld en geproduceerd).

  • 2. Crowd investing betreft crowd funding door middel van uitgifte van financiële instrumenten, zoals aandelen of obligaties.

  • 3. Bij crowd lending worden projecten gefinancierd door leningen van de «crowd».

In de mededeling wordt het potentieel van crowdfunding als aanvulling op de traditionele vormen van financiering onderstreept, vooral voor innovatieve, creatieve en culturele projecten die vaak moeilijk toegang krijgen tot reguliere financiering, (bijvoorbeeld via een lening bij de bank).

Hoewel de Commissie op dit moment nog geen aanleiding ziet voor aanvullende EU regulering voor crowdfunding, zijn er uit de openbare consultatie in 2013 wel verschillende kwesties naar voren gekomen die de groei van crowdfunding kunnen belemmeren. Zo bestaat er op dit moment nog onduidelijkheid over wat de karakteristieken en de daaraan verbonden risico’s voor de «crowd» (deelnemers) zijn van de verschillende vormen van crowdfunding en of bestaande regelgeving de belangen van deze groep voldoende beschermt, danwel dat een tekort aan toezicht of regels investeerders terughoudend maakt om te investeren. Daarnaast is de bescherming van het intellectuele eigendom van de projecten die via crowdfunding gefinancierd worden mogelijk niet altijd goed geregeld, en kunnen juridische onzekerheid, het risico op fraude en ook regelgeving in sommige gevallen een struikelblok vormen.

Uit de publieke consultatie is gebleken dat de interne markt voor crowdfunding mogelijk niet optimaal functioneert. Ondernemers zeggen terughoudend te zijn bij het opzetten van grensoverschrijdende platforms vanwege, onder andere, onduidelijkheid over geldende regelgeving in andere lidstaten en de hoge kosten om een vergunning aan te vragen.

Om de markt beter in beeld te brengen, bovenstaande belemmeringen aan te pakken en crowdfunding in de EU verder te stimuleren, stelt de Commissie de volgende vervolgstappen voor:

  • Ten eerste wil de Commissie een expertgroep crowdfunding oprichten met hierin vertegenwoordigers van de lidstaten en relevante stakeholders ter advisering van de Commissie over crowdfunding en daaraan verwante onderwerpen. Deze expertgroep kan de Commissie ook adviseren bij het ontwikkelen van verder beleid op dit terrein (zoals een kwaliteitslabel voor crowdfunding platforms).

  • Er zullen daarnaast verschillende onderzoeken worden uitgevoerd om de markt beter in kaart te brengen:

    • De Commissie start een onderzoek naar de effectiviteit van zelfregulering binnen de crowdfunding sector. Specifiek zal er worden gekeken naar de maatregelen en beperkingen van de fraudeaanpak, de procedures met betrekking tot de klachtenafhandeling en de effectiviteit van een kwaliteitslabel voor crowdfunding platforms.

    • In 2014 komt de Commissie met resultaten van een onderzoek naar de effectiviteit van fiscale prikkels voor het stimuleren van onderzoek en ontwikkeling in de EU. In het onderzoek wordt in kaart gebracht hoe effectief de fiscale aftrekbaarheid van bepaalde financiële investeringen is (m.b.t. bijvoorbeeld startups of onderzoek- en ontwikkelingsinspanningen) voor de bevordering van onderzoek en ontwikkeling. Dit kan, volgens de Commissie, tevens meer inzicht verschaffen over de wijze waarop crowdfunding platforms kunnen worden gebruikt om onderzoek, ontwikkeling en innovatie te bevorderen.

  • De Commissie zal de Europese markt voor crowdfunding blijvend monitoren en bekijken hoe nationale (wetgevings)initiatieven de sector en de interne markt beïnvloeden. De Commissie waarschuwt hierbij voor mogelijke rechtsonzekerheid in de interne markt als lidstaten verschillende initiatieven ontvouwen om de crowdfundingsector te reguleren. Aan de hand van informatie die lidstaten met de Commissie delen en het uitwisselen van best practices zal worden onderzocht of deze nationale benaderingen belemmeringen vormen voor de verdere groei van crowdfunding in de EU en of de Commissie aanbevelingen zal doen. Er zullen ook regelgevingworkshops worden georganiseerd om grensoverschrijdende risico’s te bespreken.

  • Tot slot wijst de Commissie op mogelijkheden om publieke financiering te koppelen aan met crowdfunding opgehaalde private financiering.

3. Wat is de Nederlandse grondhouding ten aanzien van de bevoegdheidsvaststelling, subsidiariteit en proportionaliteit van deze mededeling en de eventueel daarin aangekondigde concrete wet- en regelgeving? Hoe schat Nederland de financiële gevolgen in, alsmede de gevolgen op het gebied van regeldruk en administratieve lasten?

Bevoegdheidsvaststelling

De mededeling zelf bevat geen concrete wet- en regelgevingvoorstellen. Op grond van artikel 114 van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie kan de Europese Unie maatregelen vaststellen die de instelling en de werking van de interne markt betreffen. Vanwege het grensoverschrijdende karakter van bepaalde crowdfunding initiatieven, acht Nederland deze bevoegdheidsgrondslag van toepassing.

De Commissie geeft aan in 2015 te rapporteren over de uitkomsten van de verschillende onderzoeken en dan opnieuw te bekijken of zij aanvullende actie op Europees niveau noodzakelijk acht. Indien er voorstellen voor concrete wet- en regelgeving volgen, worden deze per geval beoordeeld om de bevoegdheid vast te stellen.

Subsidiariteit

Ten aanzien van de subsidiariteit heeft Nederland een positieve grondhouding.

Het kabinet is van mening dat de EU een ondersteunende en stimulerende rol kan spelen bij de ontwikkeling van verantwoorde crowdfunding initiatieven in de EU. De mededeling is bedoeld ter ondersteuning en stimulering van het nationale beleid met betrekking tot crowdfunding en bevat geen voorstellen die de beleidsruimte in de lidstaten onnodig beperken.

De Commissie vermeldt daarnaast terecht dat er mogelijk rechtsonzekerheid en een ongelijk speelveld kan ontstaan wanneer lidstaten verschillende initiatieven ontvouwen om de nationale crowdfunding sector te reguleren. Europese lidstaten worden hier mogelijk toe genoodzaakt door de zich snel ontwikkelende sector. Ook in Nederland speelt de vraag of de bestaande regelgeving en het toezicht op crowdfunding verbeterd kan worden. In die lijn heeft het kabinet onlangs in de beantwoording van de Kamervragen1 van de leden Lucas en Aukje de Vries aangegeven dat zij voornemens is om het huidige toezichtkader voor crowdfunding opnieuw onder de loep te nemen en te onderzoeken of de huidige regelgeving nog beter op crowdfunding kan worden toegesneden.

Proportionaliteit

Ten aanzien van proportionaliteit heeft Nederland een positieve grondhouding. De door de Commissie voorgestelde vervolgacties staan in goede verhouding tot het doel om verantwoorde crowdfunding in de EU verder te bevorderen. Er wordt geen wet- en regelgeving aangekondigd. In deze fase wil de Commissie met name meer onderzoek verrichten en de situatie in de lidstaten monitoren.

Financiële gevolgen

In de mededeling wordt geen concrete wet- of regelgeving voorgesteld en de mededeling bevat geen financiële paragraaf. De financiële gevolgen van de initiatieven die in de mededeling worden voorgesteld lijken in dit vroege stadium verwaarloosbaar, zowel voor de EU-begroting als nationaal.

Administratieve lasten

Er worden in de mededeling geen maatregelen voorgesteld die gevolgen hebben voor de administratieve lasten voor burgers, professionals of bedrijven.

4. Nederlandse positie over de mededeling

Nederland staat in algemene zin positief tegenover het voornemen van de Commissie om te bekijken op welke manier verantwoorde crowdfunding in de EU verder kan worden gestimuleerd en hoe eventuele belemmeringen kunnen worden weggenomen.

Dit is in lijn met de in het regeerakkoord uitgesproken ambitie van het kabinet dat «nieuwe alternatieve financieringsvormen zoals kredietunies, crowdfunding en MKB-obligaties zullen worden ondersteund via promotie, het wegnemen van belemmeringen in de regelgeving en door de inzet van kennis en bestaande instrumenten.» Het kabinet deelt met de Commissie dat deze alternatieve financieringsvormen van groot belang kunnen zijn voor de financiering van het MKB.

Het kabinet merkt daarbij op dat het belangrijk is dat de Commissie zich ook richt op het verduidelijken hoe bestaande EU regelgeving nog beter kan worden toegesneden op crowdfunding. In de praktijk blijkt het niet altijd duidelijk welke Europese wetgeving van toepassing is op de verschillende vormen van crowdfunding. Dit is ook via de kabinetsreactie op de consultatie over crowdfunding ingebracht.2

Het kabinet is met de Commissie van mening dat aanvullende EU wetgeving voor crowdfunding op dit moment niet opportuun is. De AFM, DNB, en de Ministeries van Financiën en Economische Zaken gaan onderzoeken of het toezicht op crowdfunding platforms passend is en hoe een verantwoorde groei van de sector ook in de toekomst kan worden geborgd. In dit onderzoek zal ook bekeken worden wat nationaal en wat internationaal moet worden geregeld.


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2013/14, nr. 1843

X Noot
2

Kamerstuk 22 112 nr. 1797.

Naar boven