22 112 Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie

Nr. 1548 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 januari 2013

De Eerste en Tweede Kamer behoren tot de nationale parlementen van lidstaten van de Europese Unie die zeer uitgebreid worden geïnformeerd over, en betrokken bij, de besluitvorming tussen de 27 lidstaten in de Raad. Dit gebeurt door middel van de schriftelijke berichtgeving vanuit het kabinet over de agenda en de positie die Nederland zal innemen voorafgaand aan bijeenkomsten van de Raad (de zogenaamde geannoteerde agenda’s), de debatten daarover met de Tweede Kamer, de schriftelijke informatie over de Nederlandse positie ten aanzien van alle nieuwe wetgevende voorstellen en alle relevante mededelingen van de Europese Commissie kort na publicatie (de zogenaamde BNC-fiches) en de debatten daarover, en alle andere vormen van informatievoorziening zoals bijvoorbeeld technische briefings. Voor een recent overzicht van de wijze waarop de nationale parlementen van andere lidstaten door hun regeringen worden betrokken bij de besluitvorming in Raadskader verwijs ik naar de Kamerbrief van mijn ambtsvoorganger als coördinerend bewindspersoon voor Europese Zaken, staatssecretaris Knapen, d.d. 28 september 2012 (Kamerstuk 22 112, nr. 1474).

Het kabinet heeft na ampel beraad besloten om de Eerste en Tweede Kamer toegang te geven tot de zogenoemde Limité-documenten van de Raad. Overwegingen die daarbij meespelen zijn: aanhoudende verzoeken vanuit uw beider Kamers aan individuele leden van het kabinet om inzage in dergelijke documenten, en de inventarisatie in het 17e bi-annual report van de COSAC, waaruit naar voren komt dat in 21 van de 27 EU-lidstaten het nationale parlement wel toegang heeft tot de zogenaamde Limité documenten van de Raad. Het kabinet wil benadrukken dat het groot belang hecht aan transparantie en aan een optimale betrokkenheid van de nationale parlementen bij de Europese wetgevings- en besluitvormingsprocessen.

Het kabinet heeft dan ook besloten uw beider Kamers de mogelijkheid te bieden om via de zogenaamde EU-extranet-database rechtstreekse toegang te verkrijgen tot interne EU-Raadsdocumenten met de aanduiding Limité. Zoals u zult begrijpen vindt dit plaats onder het beslag dat Nederland – en daarmee ook uw Kamers – zich blijft houden aan de tussen de EU-lidstaten in de Raad overeengekomen richtsnoeren over de omgang met dergelijke documenten. Deze Richtsnoeren voor de behandeling van interne Raadsdocumenten zijn vastgelegd in Document 11336/11, voor iedereen toegankelijk te vinden via http://register.consilium.europa.eu/pdf/nl/11/st11/st11336.nl11.pdf.

De belangrijkste bepaling uit die richtsnoeren is dat deze documenten of delen ervan niet publiek gemaakt mogen worden zonder voorafgaande autorisatie daartoe door de Raad of personen die met een Raadsbesluit daartoe gemachtigd worden. Dit betekent dat uw beider Kamers en alle Kamerleden deze documenten dienen te behandelen als interne stukken die niet met het publiek of de media mogen worden gedeeld en waaruit in openbare debatten met leden van het kabinet niet mag worden geciteerd. Voor de goede orde wijs ik u erop dat met deze stap de toegang voor de Eerste en Tweede Kamer ruimer wordt dan die voor het Europees Parlement, waar uitsluitend Commissievoorzitters bij uitzondering toegang tot sommige Limité-documenten krijgen (zie bepaling 18 van de bovengenoemde richtsnoeren).

Het kabinet zal faciliteren dat voor beide Kamers één inlognaam en wachtwoord wordt geautoriseerd, dat bijvoorbeeld zou kunnen worden beheerd door de griffie van beide Kamers. Hoe uw beider Kamers deze toegang en de naleving van de genoemde richtsnoeren willen inrichten, verneem ik graag. Nederland is gebonden aan de naleving van de genoemde richtsnoeren. De verantwoordelijkheid daarvoor wordt met deze stap door het kabinet gedeeld met uw beider Kamers. Mocht onverhoopt blijken dat de richtsnoeren in de praktijk niet worden nageleefd, dan kan de geboden toegang weer worden ingetrokken.

Met deze brief voldoe ik tevens aan het verzoek aan mij per brief d.d. 14 december 2012 van de Voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer.

De minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

Naar boven