Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 januari 2013
Op grond van de beleidsbrief «Defensie na de kredietcrisis: een kleinere krijgsmacht
in een onrustige wereld», van 8 april 2011 (Kamerstuk 32 733, nr. 1), worden de Leopard 2A6 tanks van Defensie afgestoten. Met deze brief informeer ik
u over de overeenstemming die is bereikt met het Duitse bedrijf Krauss-Maffei Wegmann
(KMW) over de verkoop van drie tanks en twee wrakken van het type Leopard 2A6.
Momenteel gebruikt KMW, de oorspronkelijke fabrikant, op grond van een bruikleenovereenkomst
(Leihvertrag) twee tanks voor tentoonstellingen en demonstraties en een tank voor onderzoek en
(door)ontwikkeling van de Leopard 2A6 tank voor gebruik bij vredesmissies (de Leopard
2A6 Peace Support Operations). Deze laatste tank is overgebracht naar Saoedi-Arabië voor beproevingen onder extreme
omstandigheden, zoals zeer hoge temperaturen en veel zand. Over de tank die is overgebracht
naar Saoedi-Arabië is de Kamer geïnformeerd met de antwoorden op schriftelijke vragen
van het lid El Fassed van 21 september 2012 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2012–2013,
Aanhangsel van de handelingen nr. 128). Met KMW is overeengekomen dat de drie tanks in de huidige staat worden overgedragen.
Omwille van de onderhandelingspositie van Defensie zijn de bedragen die met de verkoop
zijn gemoeid opgenomen in de commercieel vertrouwelijke bijdrage bij deze brief1.
KMW zal de drie tanks blijven gebruiken voor beproevingen, tentoonstellingen en demonstraties.
Defensie is niet bekend met plannen van KMW om de tanks door te verkopen. In dat geval
zal instemming van de Nederlandse staat noodzakelijk zijn. Deze voorwaarde wordt opgenomen
in de eindgebruikerverklaring van het contract. Bij de doorverkoop van de tanks is
het Duitse wapenexportbeleid van toepassing en is toetsing aan de criteria van het
Gemeenschappelijk Standpunt van de Europese Unie noodzakelijk.
De twee wrakken worden, na het ontdoen van de nog bruikbare onderdelen, door KMW vernietigd.
De minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert