Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 november 2020
Op 16 oktober 2020 heeft u de 43e Voortgangsrapportage HSL-Zuid (VGR43) ontvangen1. Zoals gebruikelijk heeft de Auditdienst Rijk (ADR) de VGR gecontroleerd. Ik bied
u hierbij de ADR-rapportage aan2.
De ADR rapporteert over de volledigheid van de in de VGR43 opgenomen financiële en
niet-financiële informatie en over het proces van de totstandkoming hiervan. Zoals
reeds bij uw Kamer bekend3 zijn (net als bij VGR 42) de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten, mede gezien
het zeer gering financieel belang in relatie tot het totale projectbudget, in de verslagperiode
niet door de ADR gecontroleerd.
De ADR heeft in haar controlerapport nagenoeg geen kritische opmerkingen opgenomen
over inhoud en totstandkoming van de VGR. Wel wijst de ADR in haar controlerapport
op het ontbreken van kwantitatieve informatie over dreigende kostenoverschrijdingen
met betrekking tot zettingen bij Schuilingervliet, Westrik, Rijpwetering en Oude Terp
met inbegrip van voorstellen voor vermijding dan wel beperking van overschrijdingen
en de eventuele budgettaire inpassing ervan.
Bij deze terechte constatering tekent de ADR aan dat voor drie van de vier zettinglocaties
(Westrik, Rijpwetering en Oude Terp) dit jaar inmiddels wel kwantitatieve risicoanalyses
zijn uitgevoerd. Dit is voor de locatie Schuilingervliet nog niet mogelijk omdat de
daarvoor lopende onderzoeken pas volgend voorjaar beschikbaar komen. De omvang van
dreigende kostenoverschrijding voor alle locaties kan pas worden bepaald nadat ook
de risicoanalyse voor Schuilingervliet is afgerond. De verwachting is dat deze het
komend voorjaar uitgevoerd kan worden.
Zoals aangegeven in het rapport van de ADR zal ProRail vervolgens de uitkomsten van
alle risicoanalyses beoordelen. De vertaling naar concrete maatregelen wordt vervolgens
conform de gebruikelijke werkwijze budgettair verwerkt. Daarover zal worden gerapporteerd
via de volgende VGR of in reguliere begrotingsrapportages.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S. van Veldhoven-Van der Meer