Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 juni 2015
Op 30 januari 2014 heb ik u het auditraport inzake de vergunningverlening voor de
V250-trein aangeboden. Naast bevindingen ten aanzien van het proces van materieeltoelating,
had het onderzoeksteam enkele bevindingen ten aanzien van mijn ministerie. Ik heb
de ILT verzocht opvolging te geven aan deze bevindingen. Op 20 mei jl. ben ik door
de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) geïnformeerd op welke wijze dit is gebeurd.
Met deze brief informeer ik u daar over.
In het auditrapport wordt geconcludeerd dat de personele scheiding tussen de afdeling
vergunningverlening en de afdeling handhaving van de ILT wel aandacht krijgt, maar
niet met procedures wordt geborgd. De hiervoor relevante procesbeschrijvingen en werkinstructies
zijn inmiddels in het kwaliteitssysteem van ILT/Rail- en wegvervoer aangepast. Ook
zijn nadere afspraken over samenwerking en functiescheiding tussen de afdelingen Vergunningverlening
en Handhaving Rail vastgelegd en is een afstemmingsoverleg tussen beide afdelingen
ingesteld en geïnstitutionaliseerd.
In het auditrapport wordt verder geconcludeerd dat ILT onvoldoende toezicht heeft
gehouden op Lloyd’s Register Nederland, met name ten aanzien van de onafhankelijkheid
van die organisatie ten opzichte van Lloyd’s Register Rail Europe. Ook wordt geconcludeerd
dat door ILT veel aandacht is besteed aan de bekendmaking en uitleg van gewijzigde
regelgeving, maar dat geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om met behulp van
audits de betrokken partijen proactief te stimuleren om hun organisatie, veiligheidsbeheersysteem
e.d. continu op orde te houden. Zoals ik in mijn aanbiedingsbrief bij het auditrapport
heb aangegeven, hebben de audits in het kader van vergunningverlening en handhaving
mijn volle aandacht. ILT is in 2013 in het kader van vernieuwing van het toezicht
reeds gestart met het intensiveren van audits waardoor alle bedrijven die een vergunning
of erkenning hebben in het kader van de Spoorwegwet ieder jaar minimaal één handhavingsaudit
krijgen. Dat zijn audits die plaatsvinden naast de audits die nodig zijn om de vergunning
te verlenen of te continueren. De processen en afspraken met betrekking tot het doen
van audits zijn beschreven in procedures en werkinstructies. Vanaf 2016 worden vergunninghouders
proactief door de ILT in kennis gesteld van het verlopen van de geldigheidsduur van
de vergunning opdat daar tijdig door de betreffende instellingen op kan worden geacteerd.
Tijdens door de ILT georganiseerde sectorbijeenkomsten worden instellingen geïnformeerd
over wijzigingen in wet- en regelgeving.
Keuringsinstanties worden door de ILT getoetst aan de criteria integriteit, onafhankelijkheid,
vakbekwaamheid en verzekeringsplicht. Procedureel is dit geborgd doordat deze eisen
zijn opgenomen in de checklist die gebruikt wordt voor de beoordeling van de keuringsinstanties.
De beoordeling vindt plaats binnen het wettelijk kader dat daarvoor staat.
In het auditrapport wordt het belang bepleit om de integrale betrouwbaarheid van het
vervoersysteem afdoende te borgen. In mijn brief van 30 januari 2014 heb ik toegezegd
te verkennen hoe de bestaande juridische kaders hiervoor mogelijkheden bieden. Over
de werkwijze die hieruit is voortgekomen, heb ik u in de 36e voortgangsrapportage HSL-Zuid bericht.
Ik stel vast dat ILT adequaat opvolging heeft gegeven aan de bevindingen in het auditrapport.
Ik vertrouw erop dat ILT aangesloten blijft bij deze ontwikkelingen en daarmee de
kwaliteit van haar processen op orde houdt.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld