22 026 Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam-Brussel-Parijs en Utrecht-Arnhem-Duitse grens

Nr. 450 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 december 2013

Tijdens het notaoverleg d.d. 4 november jongstleden heeft het lid Van Veldhoven een motie ingediend (Kamerstuk: 22 026, nr. 442), die door uw Kamer is aangenomen. Aanleiding voor de motie is het verwachte vermogensverlies ad. € 340 mln. bij de NS door het wegvallen van het V250-materieel (de Fyra) en het uitvoeren van een alternatief voorstel voor de reiziger. Hierdoor ontstaat er een geprognosticeerde tegenvaller op de begroting van € 119 mln. door lagere dividendontvangsten. Het lid Van Veldhoven verzoekt om te onderbouwen op welke wijze het verhalen van de dividendtegenvaller van € 119 mln. bij de NS ten koste zou gaan van de investeringscapaciteit.

Er zijn twee manieren zijn om de € 119 mln. bij de NS te verhalen: extra dividend ten koste van het eigen vermogen of aanvullende efficiencymaatregelen die de winst van de NS verbeteren.

De mate waarin de NS investeringen kan financieren wordt mede bepaald door de omvang van het eigen vermogen. Extra dividenduitkeringen gaan rechtstreeks ten laste van dat eigen vermogen. Het verhalen van € 119 mln. door extra dividend zou dus betekenen dat de NS bovenop het al ingeboekte verlies van € 340 mln. aan eigen vermogen nog eens € 119 mln. extra zou interen op dit vermogen, hetgeen de investeringscapaciteit zou schaden. Dit is nog afgezien van een eventuele afboeking van de waarde van de V250-treinen. Wanneer ik de NS zou vragen om extra dividend uit te keren om de tegenvaller op de begroting te compenseren dan leidt dit ook niet tot een verbetering van de toekomstige winsten die de NS maakt.

Ik wil met de Staatssecretaris van I&M gaan kijken naar concrete aanvullende efficiencymaatregelen. Efficiencymaatregelen hebben namelijk wel een positief effect op de winsten van de NS. Overigens merk ik op dat vanaf 2017 een maatregel van € 100 mln. per jaar in de prognoses van NS is verwerkt. Dat is in totaal € 900 mln. tot het einde van de concessieperiode in 2024. Hier bovenop komt de € 221 mln. aan maatregelen om het vermogensverlies van de Fyra te compenseren. In principe wordt de € 119 mln. lagere dividendontvangsten betaald uit het Infrastructuurfonds. De € 119 mln. bovenop de eerdere maatregelen verhalen op de NS acht ik niet onmogelijk, maar het is alles bij elkaar wel een behoorlijke opgave. Ik zal niettemin met de Staatssecretaris van I&M hierover in gesprek gaan met de NS. Over de uitkomst van deze exercitie zal ik uw Kamer in het voorjaar per brief informeren. Op dat moment kan ik ook uitgebreider en concreter ingaan op de vraag in welke mate het vermogensverlies als gevolg van de Fyra ten koste gaat van de langetermijninvesteringscapaciteit van de NS.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven