22 026
Nederlands deel van een hogesnelheidsspoorverbinding Amsterdam–Brussel–Parijs en Utrecht–Arnhem–Duitse grens

nr. 296
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 juni 2009

Bij deze doe ik u ter informatie de vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet toekomen welke ik voornemens ben voor 1 juli 2009 te verlenen aan High Speed Alliance (HSA).1 Tevens doe ik u hierbij toekomen de toelichting op de concessie, de adviezen die over de concessie zijn uitgebracht door ProRail en de consumentenorganisaties verenigd in het Locov, alsmede de reactie VenW op deze adviezen.1

Aanleiding

In de concessieovereenkomst tussen de Staat en HSA d.d. 5 december 2001 voor het vervoer over de HSL-Zuid is vastgelegd dat de concessieovereenkomst wordt omgezet in een publiekrechtelijke concessie zodra daarvoor de noodzakelijke wettelijke grondslag bestaat. Met het van kracht worden van de nieuwe Spoorwegwet en de Wet personenvervoer 2000 per 1 januari 2005 is dit wettelijk kader ontstaan. Het is een vervoerder niet toegestaan zonder concessie vervoerdiensten aan te bieden. De vervoerdiensten over de HSL-Zuid kunnen dan ook pas starten als aan HSA een vervoerconcessie is verleend. De Staat heeft de Aanvangsdatum, het contractuele moment waarop de (vervoer-)verplichtingen van HSA ingaan bepaald op 1 juli 2009. Het is dan ook van belang dat voor deze datum de omzetting van de concessieovereenkomst in een concessie is voltooid door het verlenen van de vervoerconcessie aan HSA.

De afgelopen periode is met HSA gewerkt aan het omzetten van de privaatrechtelijke concessieovereenkomst in een publiekrechtelijke concessie.

Het uitgangspunt bij de omzetting is artikel 34 uit de concessieovereenkomst welke hieronder integraal is opgenomen;

Artikel 34: Overgang naar concessie

34.1 Zodra daartoe, in gevolg het wetsvoorstel voor de nieuwe Spoorwegwet (Kamerstukken II 1999/2000, 27 482) en het wetsvoorstel voor de Concessiewet personenvervoer per trein (Kamerstukken II 1999/2000, 27 216) de wettelijke grondslag is geschapen, zal de Minister van Verkeer en Waterstaat aan HSA Beheer overeenkomstig deze Overeenkomst een concessie verlenen terzake van het vervoer van personen per trein over de HSL-Zuid Infrastructuur, welke concessie, mits qua condities gelijk aan deze Overeenkomst HSA Beheer alsdan zonder voorbehoud zal aanvaarden.

34.2 Voorschriften verbonden aan voornoemde concessie die op welke wijze dan ook zouden afwijken van (i) deze Overeenkomst of onderdelen daarvan of (ii) van de thans geldende publiekrechtelijke of privaatrechtelijke regelingen, geven HSA Beheer aanspraak op vergoeding van haar volledige daaruit voortspruitende schade.

34.3 Alle bepalingen van deze Overeenkomst, voor zover niet vervangen door een voorschrift van de in lid 1 bedoelde concessie, blijven gelden zolang deze Overeenkomst dat bepaalt en voor zover dit geen ontoelaatbare doorkruising van de wettelijke regeling van de onderhavige concessie is.

De vervoerconcessie

Uit bovenstaand artikel blijkt dat in de concessieovereenkomst tussen de Staat en HSA is overeengekomen dat er geen inhoudelijke aanpassingen van afspraken tussen de Staat en HSA worden doorgevoerd bij het omzetten van de concessieovereenkomst in de concessie. De rechten en verplichtingen van beide partijen mogen door de omzetting niet wijzigen. De voorliggende concessie voor het hogesnelheidsnet (bijlage 1) is dan ook beleidsneutraal van aard, er zijn geen inhoudelijke aanpassingen van de afspraken tussen de Staat en HSA in opgenomen. In de bijgevoegde toelichting (bijlage 2) wordt artikelsgewijs aangegeven wat met de bepaling wordt beoogd.

Er is voor gekozen om de bepalingen uit de concessieovereenkomst die verplichtingen voor HSA inhouden op te nemen in de voorliggende concessie. De rechten van HSA blijven opgenomen in de concessieovereenkomst, die dan ook conform bovenstaand artikel 34, blijft bestaan. Voor deze splitsing is gekozen omdat een concessie een eenzijdig verleend document is waarin rechten van de concessiehouder niet goed te plaatsen zijn.

Aangezien reeds bekend is dat HSA op de Aanvangsdatum niet over voldoende materieel kan beschikken om alle in de concessieovereenkomst, en dus ook in de voorliggende concessie, opgenomen vervoerdiensten aan te bieden zal ik voor een aantal van de verplichtingen op grond van de concessie voorlopig de handhaving opschorten. Het betreft daarbij de verplichting om vanaf Aanvangsdatum en binnen de gestelde reistijden de binnenlandse en internationale vervoerdiensten aan de reiziger aan te bieden. Het opschorten van deze verplichting is slechts ingegeven door de omstandigheid dat naleving door HSA momenteel feitelijk onmogelijk is en dat handhavend optreden daarom geen nut zou afwerpen. De opschorting geldt onder voorwaarde dat HSA zich naar beste vermogen inzet om de treinen zo spoedig mogelijk beschikbaar te hebben. De opschorting geldt ook alleen totdat HSA over voldoende treinen beschikt om aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.

Bij deze brief zijn het advies van ProRail en de consumentenorganisaties verenigd in het Locov en de reactie van VenW op beide adviezen gevoegd (bijlage 3 tot en met 6).

Vervolg

Hoewel voor het verlenen van de vervoerconcessie voor het hogesnelheidsnet formeel geen verplichting tot voorhang bij uw Kamer bestaat acht ik het van belang dat u vooraf kennis neemt van de inhoud van de concessie. Mede gezien het feit dat de concessieovereenkomst een vertrouwelijk karakter had en de voorliggende concessie openbaar is.

Het is van groot belang dat HSA voor de contractuele Aanvangsdatum (1 juli 2009) beschikt over een vervoerconcessie. Mocht HSA per 1 juli nog niet beschikken over een vervoerconcessie is het niet goed mogelijk om HSA te houden aan haar verplichting om de gebruiksvergoeding aan de Staat af te dragen. Ik ben dan ook voornemens om aan HSA voor 1 juli de voorliggende concessie te verlenen.

De minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven