21 501-34 Raad voor Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport

Nr. 370 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2021

Hierbij stuur ik u – mede namens de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en media – het verslag van het onderwijs en cultuur/AV-deel van de Onderwijs, Jeugd, Cultuur en Sport Raad (OJCS-Raad) die op 29 en 30 november jl. plaatsvond.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

ONDERWIJS – 29 NOVEMBER 2021

Raadsaanbeveling blended leren in het primair en voortgezet onderwijs, resolutie nieuwe agenda voor het volwassenenonderwijs en resolutie governance van de Europese Onderwijsruimte

Tijdens dit onderdeel van de Raad zijn de Raadsaanbeveling over blended leren in het primair en voortgezet onderwijs, de resolutie over de nieuwe agenda voor het volwassenenonderwijs en de resolutie over de governance van de Europese Onderwijsruimte alle aangenomen. Hongarije en Polen hadden voorafgaand aan de Raad schriftelijke stemverklaringen ingediend, waarin zijn aangeven dat zij de term «gender» zien als gelijkheid tussen man en vrouw.

De Raadsaanbeveling over blended leren in het primair en voortgezet onderwijs werd unaniem aangenomen. De Commissie gaf aan dat met deze tekst een visie tot stand is gekomen met betrekking tot de manier waarop onderwijs ondersteund kan worden door digitale middelen.

Verder werd bij de resolutie voor de nieuwe agenda voor het volwassenenonderwijs benadrukt dat deze van belang is voor zowel de arbeidsmarkt als om volwaardig te kunnen meedoen in de samenleving.

Beleidsdebat gestructureerde dialoog over digitalisering en AI in het onderwijs

Het voorzitterschap had voorgesteld om te spreken over de recente ontwikkelingen op het gebied van digitaal onderwijs en kunstmatige intelligentie (AI) in het onderwijs. Tijdens het beleidsdebat werd lidstaten gevraagd om vooral in te gaan op hoe via het nationale onderwijs verder gewerkt kan worden aan digitale vaardigheden en of dit wel voldoende vroeg en breed gebeurt. Als tweede werd gevraagd in te gaan op de bijdragen vanuit verschillende beleidsterreinen en van stakeholders en industrie. Ten slotte werd gevraagd in te gaan op het potentieel van AI in het onderwijs.

Het beleidsdebat werd vanuit de Europese Commissie ingeleid door zowel Commissaris Gabriel, Commissaris Schmidt en Commissaris Vestager die onder meer wezen op het belang van modernisering van het onderwijs en van (investeringen in) digitale vaardigheden.

Tijdens het beleidsdebat over digitalisering en AI gaven veel lidstaten aan dat digitale vaardigheden een onderdeel zijn van hun curriculum en dat het van belang is om te investeren in de IT-infrastructuur en professionalisering van leraren. Lidstaten benadrukten het belang van veilig en ethisch gebruik van digitale leermiddelen, en gaven aan dat samenwerking met private partijen van belang is, onder andere zodat onderwijs aansluit bij de behoeftes op de arbeidsmarkt. Verschillende lidstaten vroegen ook aandacht voor inclusie en kansengelijkheid, waarbij specifiek ook op het belang van de deelname van vrouwen in de ICT-opleidingen en -banen werd gewezen. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, gaf daarnaast aan dat het van belang is om scherp te zijn op de bescherming van de data van leraren en leerlingen bij het gebruik van digitale leermiddelen van private partijen. Nederland heeft ook aangegeven privacyrisico’s te hebben ontdekt bij het gebruik van Edtech. Nederland richtte zich daarbij tot de Commissie met het verzoek om de ontwikkeling van openbare opensource alternatieven voor deze grote particuliere digitale platforms te ondersteunen, om de publieke waarden in het onderwijs te waarborgen. Verder gaven veel lidstaten aan dat AI kan helpen om het onderwijs een nieuwe impuls te geven, maar dat de leraar centraal moet blijven staan en dat er voldoende aandacht moet zijn voor een ethisch gebruik van AI, een punt dat ook Nederland benadrukte. In dat kader heeft Nederland het belang van de UNESCO-aanbeveling ethiek en AI benadrukt en aangegeven dat ze graag ziet dat lidstaten een voortrekkersrol nemen in de implementatie hiervan.

Tijdens het beleidsdebat heeft Nederland daarnaast het belang onderstreept van een modern curriculum en aangegeven dat een proces hiertoe in het funderend onderwijs loopt, en daarnaast gewezen op het nationale programma in het bevorderen van digitale competenties in volwassenenonderwijs.

Commissaris Gabriel sloot het debat af met onder meer een verwijzing naar de gestructureerde dialoog met lidstaten die ook zal leiden tot voorstellen voor een tweetal Raadsaanbevelingen in 2022.

Diversen

Na het beleidsdebat werd er aandacht gevraagd voor diverse zaken.

Het voorzitterschap heeft de vragenlijst over COVID-19 en maatregelen in het onderwijs toegelicht.

Daarna kondigden Griekenland en Slovenië een verklaring aan, getekend door alle lidstaten, waarin alle Afghaanse autoriteiten worden opgeroepen om de toegang van vrouwen en meisjes in Afghanistan tot onderwijs te garanderen.

Verder riepen België en Litouwen alle lidstaten op om hun interesse in het verdrag van de Benelux en Baltische Staten voor de automatische erkenning van ho-diploma’s kenbaar te maken. Nederland sprak als een van de initiële ondertekenaars van het verdrag steun uit voor deze oproep.

Tot slot gaf Frankrijk een presentatie over het werkprogramma van het aanstaande Frans voorzitterschap. Het aankomende voorzitterschap zal op onderwijsgebied inzetten op mobiliteit met als cruciaal onderdeel Erasmus+; investeringen in het onderwijs; het mobiliseren van jongeren voor duurzaamheid; en het integreren van gemeenschappelijke modules in lerarenopleidingen.

Na de Raad volgde een informeel lunchdebat over investeringen in digitaal onderwijs en digitale vaardigheden.

CULTUUR/AUDIOVISUEEL – 30 NOVEMBER 2021

Raadsconclusies over cultuur, kwalitatief hoogstaande architectuur en gebouwde omgeving als kernelementen van het Nieuw Europees Bauhaus-initiatief en Raadsconclusies over vergroten van de beschikbaarheid en het concurrentievermogen van Europese en audiovisuele media-inhoud

Tijdens dit onderdeel van de Raad zijn zowel Raadsconclusies aangenomen over cultuur, kwalitatief hoogstaande architectuur en gebouwde omgeving als kernelementen van het Nieuw Europees Bauhaus-initiatief, alsmede Raadsconclusies over het vergroten van de beschikbaarheid en het concurrentievermogen van Europese en audiovisuele media-inhoud. Hongarije en Polen hadden voorafgaand aan de Raad schriftelijke stemverklaringen ingediend, waarin zij aangeven dat zij de term «gender» zien als gelijkheid tussen man en vrouw.

De Raadsconclusies over cultuur, kwalitatief hoogstaande architectuur en gebouwde omgeving als kernelementen van het Nieuw Europees Bauhaus-initiatief werden toegelicht door het Sloveens voorzitterschap. De Commissie benadrukte dat het Nieuwe Europese Bauhaus een zeer belangrijk initiatief is en riep lidstaten op om hun National Contact Point snel aan te wijzen.

Ook de Raadsconclusies over het vergroten van de beschikbaarheid en het concurrentievermogen van Europese en audiovisuele media-inhoud zijn aangenomen. De Commissie benadrukte dat de sector hard is geraakt door de COVID-19-pandemie en dat er moet worden ingezet op zowel herstel als hervorming. De Commissie benadrukte dat de conclusies ook belangrijk zijn voor de Europese waarden en democratie.

Beleidsdebat cultureel erfgoed en erfgoedrechten in de context van duurzame ontwikkeling en de toekomst van Europa

In het beleidsdebat werden lidstaten gevraagd om op twee onderwerpen nader in te gaan: wat zijn de meest efficiënte manieren om erfgoedrechten te bevorderen in Europa en daarbuiten; en welke rol moeten erfgoedrechten spelen in de context van het optreden van de Europese Unie met betrekking tot cultureel erfgoed, zowel op binnenlands als op extern niveau. De lidstaten onderstreepten unaniem het belang dat iedereen recht moet hebben op toegang tot en deelname aan cultureel erfgoed. Enkele lidstaten gaven aan dat erfgoedrechten mensenrechten zijn. Lidstaten onderstreepten tevens het belang van deze erfgoedrechten voor duurzaam beheer en behoud van cultureel erfgoed en de rol van jongeren hierbij. Daarnaast benadrukten verschillende lidstaten het immateriële belang van cultureel erfgoed en de waarde voor democratie.

Verder heeft het Sloveens voorzitterschap alle lidstaten opgeroepen het FARO-verdrag te ratificeren. Enkele lidstaten benadrukten de belangrijke rol die het FARO-verdrag speelt in het bevorderen van duurzaam erfgoedbeheer. Nederland heeft aangegeven momenteel bezig te zijn met een verkenning naar de ratificatie van het FARO-verdrag. Nederland laat weten dat in de verkenning onder andere uitwisselingen rondom erfgoed tussen verschillende partijen en andere domeinen worden verzameld, waarbij duidelijk zal worden hoe erfgoed bijdraagt aan welzijn en sociale cohesie.

Tijdens het beleidsdebat heeft Nederland het belang onderstreept van het betrekken van alle inwoners voor een duurzaam erfgoedbeheer. In aansluiting hierop liet Nederland weten dat het voor het duurzame erfgoedbeheer onder andere een «sectorale routekaart» voor monumenten heeft ontwikkeld, waarin de stappen zijn beschreven voor de verduurzaming van monumenten in Nederland. Daarnaast gaf Nederland aan dat ze via Erfgoeddeals inzet op samenwerking tussen overheden en maatschappelijke organisaties. Het belang van zowel duurzaamheid als het vormgeven van aantrekkelijke en herkenbare leefomgevingen hiervoor werd benadrukt.

Verder liet Nederland weten positief te staan tegenover meer aandacht voor cultureel erfgoed in de context van het optreden van de EU, zowel binnen de Unie als op extern niveau. Nederland gaf aan zich reeds in te zetten samen met andere Europese landen en de EU voor de bescherming van materieel en immaterieel erfgoed, onder andere in crisisgebieden. Nederland benadrukte dat het van belang is dat de EU met haar optreden lidstaten ondersteunt in het duurzaam beheren van erfgoed, mede gezien de klimaatdoelstellingen.

Veel van de lidstaten, waaronder Nederland, hebben steun uitgesproken tijdens het beleidsdebat voor het respecteren van mensenrechten in Afghanistan.

Diversen

Na het beleidsdebat werd er aandacht gevraagd voor diverse zaken.

De Commissie deelde de laatste ontwikkelingen rondom het herstel van de culturele en creatieve sector na de COVID-19-pandemie en sprak dank uit aan alle lidstaten voor hun inzet en de blijvende aandacht voor dit onderwerp. Creative Europe is een belangrijk instrument hiervoor, alsmede het Horizon Europe programma.

Daarnaast informeerde de Commissie dat de CulturEU webtool, om EU-financieringsmogelijkheden voor de culturele en creatieve sectoren inzichtelijker te maken, gereed is. Hierin zijn subsidiemogelijkheden voor de culturele en creatieve sector voor de periode 2021–2027 in verschillende EU-programma’s makkelijker vindbaar. Brede bekendheid is essentieel om de webtool goed te laten functioneren en de Commissie roept lidstaten op om hieraan bij te dragen.

Verder kondigde Finland aan dat Oulu is benoemd tot culturele hoofdstad van Europa in 2026.

Spanje informeerde de Raad over het belang van duurzaam beheer van cultureel erfgoed en riep de Commissie op om een groenboek over het duurzaam gebruik van cultureel erfgoed op te stellen. Dit voorstel werd gesteund door enkele andere lidstaten.

Portugal deelde informatie over hun invoering van een «status van culturele professionals» om kunstenaars en culturele professionals meer sociale zekerheid te bieden. Dit initiatief is onlangs in Portugal gelanceerd en de Commissie en enkele andere lidstaten toonden hun belangstelling hiervoor.

Daarnaast informeerde Italië de Raad over de bijeenkomst van cultuurministers en de G20 Cultuurverklaring die is aangenomen. Daarin staat dat cultuur een grote motor is voor duurzame en gebalanceerde sociaaleconomische groei en de culturele en creatieve sectoren een cruciale rol spelen in de veerkracht en herstel van onze economieën en samenlevingen die hard geraakt zijn door de COVID-19-pandemie.

Roemenië heeft haar voorstel toegelicht om 2023 het «Europees jaar van veerkracht door middel van cultuur» te maken. Het doel is de zichtbaarheid van verschillende beleidsterreinen te vergroten en synergiën daartussen te benutten, om zo een inclusievere, digitalere en groenere EU te creëren. Dit voorstel werd door enkele lidstaten gesteund. De Commissie erkende het belang voor het onderwerp, maar zette vraagtekens bij het instrument «Europese Jaren».

Tenslotte presenteerde Frankrijk haar werkprogramma voor het aankomend voorzitterschap. Het aankomende voorzitterschap zal op het gebied van cultuur en media de aandacht voortzetten voor de onderwerpen waar Raadsconclusies over zijn aangenomen. Daarnaast zal er onder andere aandacht zijn voor mediapluralisme en de voorbereiding voor de Media Freedom Act, meertaligheid, digitalisering, bescherming van cultureel erfgoed en illegale handel en toegang tot cultuur voor iedereen.

Naar boven