Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2018
16 april jl. verscheen een mededeling van de Europese Commissie over een Europese
aanpak van desinformatie. Bij brief van 18 juni is u het fiche aangeboden dat voor
deze mededeling werd opgesteld door de werkgroep Beoordeling Nieuwe Commissievoorstellen (BNC). Tevens geef ik met deze brief
mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister van Basis- en voortgezet
onderwijs en Media gehoor aan het verzoek van de vaste commissie Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap om voorafgaand aan het algemeen overleg inzake «Media algemeen en journalistiek»
uw Kamer te informeren over de uitvoering van de gewijzigde motie van leden Kwint
en Yesilgöz-Zegerius over het opheffen van EU versus Disinfo (Kamerstuk 21 501-34, nr. 290).
De mededeling van de Commissie over een Europese aanpak van desinformatie raakt aan
het werk van de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de East StratCom Taskforce.
Ik merk daarbij op dat het van belang is een scherp onderscheid te maken tussen de
competentie van de Commissie enerzijds en EDEO, die onder verantwoordelijkheid valt
van de Europese Raad (Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid), anderzijds.
Dit onderscheid is mede van belang omdat uw Kamer een gewijzigde motie van de leden
Kwint (SP) en Yesilgöz-Zegerius (VVD) (Kamerstuk 21 501-34, nr. 290) heeft aangenomen waarin het kabinet wordt verzocht zich in Europees verband stevig
uit te spreken voor de vrijheid van de pers en zich hard te maken voor het opheffen
van de website EUvsDisinfo (Handelingen II 2017/18, nr. 57, item 16).
De mededeling over een Europese aanpak van desinformatie is opgesteld binnen het mandaat
van de Europese Commissie. Het Nederlandse standpunt hierop vindt u in het betreffende
BNC-fiche. De East StratCom Taskforce vindt zijn mandaat in de conclusies van de Europese
Raad van maart 2015 en opereert binnen de EDEO. De website EUvsDisinfo is een van
de onderdelen van de East StratCom Taskforce om de voortdurende stroom van desinformatie
afkomstig van Rusland te bestrijden. De Taskforce ondersteunt in dat kader EU-inspanningen gericht op versterking van de mediaomgeving
in de oostelijke partnerschapsregio, in nauwe samenwerking met andere EU-actoren.
Volgend op de gewijzigde motie van de leden Kwint en Yesilgöz-Zegerius heeft het kabinet
het standpunt van de Kamer uitgedragen in de EU gremia, in contacten met andere lidstaten
en specifiek aan de orde gesteld in gesprekken met EDEO. Hierbij is steeds het uitgangspunt
gehanteerd dat de onafhankelijkheid van de journalistiek te allen tijde moet worden
gerespecteerd en dat een EU institutionele rol of overheidsrol voor het kabinet niet
aanvaardbaar is bij het monitoren van desinformatie of het verifiëren van nieuwsberichten.
Vooralsnog staat Nederland binnen de EU echter alleen in de wens om de website EUvsDisinfo
op te heffen. Het kabinet zal zich echter ter uitvoering van de gewijzigde motie in
de gepaste gremia van de Europese Unie in blijven zetten om draagvlak proberen te
vinden voor hetgeen de Kamer heeft gevraagd.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren