21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie

Nr. 847 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2021

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Energieraad die op 14 december 2020 plaatsvond onder Duits voorzitterschap in de vorm van een videoconferentie.

Op de agenda van de energieraad stond één tafelronde over de implementatie van de strategie voor energiesysteemintegratie in het kader van een klimaatneutrale EU in 2050. Overige punten op de agenda waren: informatie vanuit de Commissie over de ontwikkelingen op het gebied van externe energiebetrekkingen, informatie vanuit de Litouwse delegatie over de Wit-Russische Kerncentrale Ostrovets en Presentatie werkprogramma aantredende Portugese voorzitterschap.

Middels deze brief beantwoord ik tevens de resterende vragen die uw Kamer heeft gesteld tijdens het Schriftelijk Overleg Energieraad op 8 december (Kamerstuk 21 501-33, nr. 848).

Tot slot meld ik uw Kamer middels deze brief dat zowel de Raadsconclusies hernieuwbare energie op zee1 als de raadsconclusies waterstof2 zijn aangenomen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat a.i., C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

Verslag van de Energieraad (videoconference) d.d. 14 december 2020

Beleidsdebat Energiesysteemintegratie

Gedachtenwisseling

De Europese Commissie gaf aan dat 2021 een belangrijk jaar wordt om de strategie voor energiesysteemintegratie te implementeren. Eind 2020 en in 2021 zal de Commissie met de volgende wetgevende voorstellen op het gebied van energie komen: herziening Trans-Europese Energienetwerk (TEN-E)3, herziening energie-efficiëntierichtlijn (EED), herziening hernieuwbare energierichtlijn (REDII)4, herziening energiebelastingrichtlijn en de herziening van de interne gasmarktregelgeving5. De Commissie gaf aan de in december aangenomen Raadsconclusies over Waterstof en Hernieuwbare Energie op zee hierin als ondersteunend te beschouwen.

De Raad heeft gesproken over de implementatie van de strategie voor energiesysteemintegratie. Tijdens de raad gaven lidstaten algemene uitgangspunten mee die moeten worden meegenomen in de herziening van bovenstaande regelgeving.

Veel lidstaten, waaronder Nederland, benoemden dat lidstaten ruimte moeten hebben voor kosteneffectieve invulling van het CO2-reductiepad. Hierbij horen volgens deze lidstaten niet-bindende doelen voor hernieuwbare energie en voor energie-efficiëntie op EU-niveau. Met name enkele Oost-Europese lidstaten waren kritisch of een ophoging van deze doelen wenselijk is. Een aantal andere lidstaten pleitte juist voor hogere doelen voor zowel energie-efficiëntie als hernieuwbare energie. Hierbij was met name één lidstaat uitgesproken over het standpunt dat doelen ook op nationaal niveau bindend moeten zijn. Enkele van deze lidstaten waren uitgesproken over de noodzaak van de uitfasering van fossiel gas met name in het kader van de herziening van de TEN-E verordening. Tevens gaven deze lidstaten aan exclusief te willen focussen op hernieuwbare waterstof.

Meerdere lidstaten gaven aan dat er bij de aangekondigde herziening van wetgeving rekening moet worden gehouden met de verschillende startpunten van lidstaten op het gebied van energie. Met name in de herziening van de REDII en de EED moet ruimte blijven voor een eerlijke transitie. Enkele Oost-Europese lidstaten gaven aan dat deze nieuwe voorstellen een gedetailleerde beoordeling moeten bevatten van de effecten op nationaal niveau.

Een aantal lidstaten gaf aan dat technologieneutraliteit het uitgangspunt moet zijn. Zij benadrukten daarnaast de rol van aardgas als transitiebrandstof voor de uitfasering van het gebruik van kolen. Opvallend is dat deze lidstaten tevens nadruk legden op de mogelijkheden van energie-efficiëntie, met name in de gebouwde omgeving om kosten voor consumenten te beperken.

Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, vroeg aandacht voor herziening van het milieu- en energiesteunkader die in 2021 gepland staat, om opschaling van technologieën te stimuleren die een rol spelen bij het decarboniseren van de energie-intensieve industrie. Tot slot was er vanuit een aantal lidstaten aandacht voor bescherming van het concurrentievermogen van de energiesector ten aanzien van goedkopere alternatieven uit derde landen. Zij noemden hierbij een mogelijke Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM).

Externe energiebetrekkingen

Na het beleidsdebat heeft de Europese Commissie de ministers geïnformeerd over de recente ontwikkelingen op het gebied van externe energiebetrekkingen. De Commissie onderstreepte het belang van een sterke en operationele externe dimensie van de Green Deal en de Energie-unie, die een relevante voorwaarde zijn om de ambitieuze doelstellingen van de EU op het gebied van klimaat en energie te halen. De Commissie informeerde de lidstaten over de high-level bijeenkomsten over energiebeleidskwesties van de Commissie met vertegenwoordigers van derde landen en internationale organisaties. De Commissie benadrukte ook het belang van een geslaagde modernisering van het Energiehandvestverdrag.

Presentatie Litouwen Wit-Russische Kerncentrale Ostrovets

De Litouwse delegatie lichtte de lidstaten in over de Litouwse zorgen over de ingebruikname van de kerncentrale van Ostrovets in Wit-Rusland en benadrukte de noodzaak om te voldoen aan de aanbevelingen voor nucleaire veiligheid en om te zorgen voor continu EU-toezicht op het proces.

Presentatie werkprogramma aantredende Portugese voorzitterschap

Tot slot presenteerde het aantredende Portugese voorzitterschap zijn werkprogramma op het gebied van energie voor de eerste helft van 2021. Portugal gaf aan onder het voorzitterschap te willen werken aan een efficiënte, klimaat-neutrale en concurrerende energiemarkt, met goede bescherming voor consumenten.

Naar boven