Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2018
In reactie op de vraag van de heer Sjoerdsma tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse
Zaken van 15 november 2018 over de voortgang van het trilateraal overleg tussen Oekraïne,
Rusland en de Europese Commissie over het behoud van de gasdoorvoer door Oekraïne
na afloop van het huidige contract tussen Naftogaz (Oekraïne) en Gazprom (Rusland)
eind 2019 (Handelingen II 2018/19, nr. 24, item 5, blz. 19), informeren wij uw Kamer als volgt.
Het kabinet gaf in reactie op de motie-Van Ojik1 (brief d.d. 1 juni 2018, Kamerstuk 21 501-33, nr. 720) aan de inzet van Duitsland ten aanzien van het behoud van de gasdoorvoer door Oekraïne
te steunen. Het kabinet gaf tevens aan zich te zullen beraden op nadere stappen, zoals
het steunen van de door de Europese Commissie voorgestelde herziening van de Europese
Gasrichtlijn, indien de trilaterale onderhandelingen hieromtrent niet tot succes zouden
leiden.
Deze reactie ging namens ons beiden uit, gezien de verantwoordelijkheidsverdeling
met betrekking tot geopolitieke aspecten en EU-coördinatie enerzijds, belegd bij de
Minister van Buitenlandse Zaken, en de EU-energie dossiers anderzijds, waaronder de
EU gasrichtlijn, belegd bij de Minister van Economische Zaken en Klimaat.
Voortgang trilaterale proces
De eerste ronde van trilaterale gesprekken vond plaats op 17 juli, waarbij zowel regeringsvertegenwoordigers
als vertegenwoordigers van de betrokken gasbedrijven aanwezig waren. De tweede ronde
vond plaats op 12 en 13 september. Hier werd vooral ingegaan op technische aspecten,
zoals ontvlechting van het Oekraïense gasbedrijf Naftogaz en tarifering. De volgende
gespreksronde zal begin januari 2019 plaatsvinden. In deze ronde zal vooral worden
ingegaan op een mogelijk nieuw transitcontract en aanverwante zaken, waarbij een onafhankelijke
gasnetbeheerder zal worden opgericht. Diverse Europese gasnetbeheerders bespreken
momenteel de mogelijkheden om een rol te spelen bij de gastransit.
De onderhandelingen over de Oekraïense gastransit zijn complex en vereisen een constructieve
houding van alle betrokken partijen. De toenemende spanningen tussen Oekraïne en Rusland,
compliceren het onderhandelingsproces.
Het kabinet acht blijvende steun aan de inzet van Duitsland en de Europese Commissie
voor het behoud van de gasdoorvoer door Oekraïne van groot belang. De voortgang van
de trilaterale gesprekken is besproken in bilaterale gesprekken met de Duitse Minister
van Buitenlandse Zaken Maas. Ook vonden gesprekken plaats met de Europese Commissie.
Het kabinet geeft zich rekenschap van de geopolitieke aspecten van Nord Stream 2.
We geven ons ook rekenschap van de wederzijdse afhankelijkheid: Europa is afhankelijk
van Russisch gas en Rusland is afhankelijk van inkomsten uit export van gas naar Europa.
We realiseren ons dat er in VS discussie is over sancties tegen Nord Stream 2. Hier
kunnen wij niet op vooruitlopen.
Herziening Europese gasrichtlijn
Op 8 november 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel tot aanpassing van de
gasrichtlijn uitgebracht, waarmee Europese energieregelgeving ook van toepassing kan
worden op alle gaspijpleidingen met derde landen door de definitie van «interconnectoren»
in de richtlijn uit te breiden naar pijpleidingen met derde landen in plaats van enkel
de verbindingen tussen lidstaten. Dit voorstel creëert daarmee ook een bevoegdheid
voor exclusief extern optreden van de Unie op dit gebied. Herziening van de richtlijn
zal aanleg van Nord Stream 2 naar verwachting niet kunnen blokkeren, doordat eventueel
voldaan kan worden aan de voorwaarden (ontvlechting, tarifering en toegang voor derde
partijen).
Over de herziening van de Europese gasrichtlijn wordt onderhandeld in Brussel. Het
Oostenrijkse voorzitterschap heeft de gasrichtlijn geagendeerd als punt voor de rondvraag
op de Energieraad van 19 december a.s.
Mede in het licht van het belang van het behoud van de gasdoorvoer door Oekraïne,
blijft Nederland samen optrekken met Duitsland en de Europese Commissie. Tevens zal
de Minister van Economische Zaken en Klimaat met gelijkgezinde landen mogelijke compromissen
ten aanzien van de herziening van de Europese gasrichtlijn verkennen. Hiermee wordt
invulling gegeven aan de eerdergenoemde kabinetsreactie op de motie-Van Ojik.
De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok
De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes