nr. 141
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2007
Hierbij doe ik u toekomen het verslag van de Raad voor Vervoer, Telecommunicatie
en Energie, welke op 1 oktober 2007 te Luxemburg heeft plaatsgevonden.
De belangrijkste agendapunten die tijdens deze Raad op het gebied van de openstelling
van de postmarkt ter sprake zijn gekomen zijn de data voor de openstelling
van de postmarkt en de vraag of expressdiensten onder de Universele Dienstverlening
vallen.
Het doel van de Postraad was het bereiken van een politiek akkoord over
het voorstel tot volledige openstelling van de postmarkt. Tijdens de voorafgaande
informele lunch was reeds een breed gedragen akkoord bereikt over de datum
van de marktopening. Dit akkoord hield het volgende in:
– Postmarkt moet uiterlijk op 31-12-2010 geopend worden.
– Lidstaten die aan specifieke eisen voldoen kunnen 2 jaar uitstel
krijgen tot 31-12-2012. De Commissie moet goedkeuring geven aan dit uitstel.
– De Raad heeft een lijst vastgesteld van lidstaten die van bovenstaande
mogelijkheid gebruik kunnen maken, te weten Letland, Litouwen, Polen, Tsjechië,
Slowakije, Hongarije, Roemenië, Cyprus, Luxemburg, Malta en Griekenland.
Overigens zijn deze lidstaten niet verplicht tot uitstel.
– Tijdens de Raad zijn de lidstaten akkoord gegaan met de reciprociteitsclausule
in het nieuwe artikel 3. Deze clausule is alleen tijdens de periode van 31-12-2010
tot 31-12-2012 van kracht.
Met betrekking tot de expressdiensten is tijdens de Raad aan de lidstaten
gevraagd of zij akkoord gaan met het compromisvoorstel. Dit compromisvoorstel
houdt in dat alle verwijzingen naar expressen koeriersdiensten uit de richtlijn
worden geschrapt. De Commissie verklaarde dat express- en koeriersdiensten
niet gelijk of vergelijkbaar zijn aan diensten die vallen onder de Universele
Dienstverlening.
Het enige land dat geen deel uitmaakte van de brede coalitie die voor
het akkoord was, was Luxemburg.
Het politiek akkoord is in lijn met de Nederlandse uitgangspunten, namelijk
de invoeringsdatum zo dicht mogelijk bij het voorstel van de Commissie te
laten liggen (1 januari 2009) met eventueel een overgangstermijn voor
bepaalde lidstaten en expressdiensten niet te laten vallen onder universele
dienstverlening.
De staatssecretaris van Economische Zaken,
F. Heemskerk