Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 21501-32 nr. 330 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum brief |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2008-2009 | 21501-32 nr. 330 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 april 2009
Op 23 en 24 april a.s. vindt in Luxemburg de derde vergadering plaats van de Raad van Ministers voor Landbouw en Visserij van de Europese Unie (EU) onder Tsjechisch voorzitterschap. In deze brief informeer ik u over de onderwerpen die op de agenda staan en de Nederlandse inzet daarbij. Het is mogelijk dat er nog onderwerpen aan de agenda worden toegevoegd, of juist worden uitgesteld tot een volgende vergadering.
Het eerste punt op de agenda betreft de Commissiemededeling over het EU-actieplan voor het behoud en beheer van haaien. Daarna zal de Commissie het Groenboek over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid presenteren. Vervolgens zal de Commissie ook de Mededeling presenteren over de duurzame ontwikkeling van aquacultuur. Bovendien zal de Raad discussiëren over verdere vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Als laatste zal de Raad van gedachten wisselen over de Mededeling over de herziening van het Less Favoured Areas Scheme (LFA’s), die de Commissie zal presenteren.
Onder het agendapunt «diversen» zal op verzoek van de Spaanse delegatie de piraterij in Somalische wateren aan bod komen. Zelf heb ik verzocht om agendering van twee onderwerpen, namelijk: deConvention on International Trade in Endangered Species of wild fauna and flora (CITES) en aal, en de staand want visserij.
Commissiemededeling over het EU-actieplan voor het beheer van haaien (Aanname van Raadsconclusies en debat over toekomstig actieplan) COM(2009) 6158, COM(2009) 7804, COM(2009) 7723
Het Voorzitterschap legt aan de Raad een aantal conclusies voor over het EU-haaienactieplan. Het betreft onder andere maatregelen om haaien beter te beschermen. Ik ben positief over het haaienactieplan. De situatie van veel haaien en roggen is zorgelijk en ik acht een daadkrachtige aanpak noodzakelijk om het tij te keren. De petitie die Nederlandse NGO’s mij op 1 april in Diergaarde Blijdorp hebben aangeboden, onderstreept de noodzaak voor acties nog eens.
Ik steun dan ook de drie uitgangspunten van de Commissiemededeling:
• betere kennis en data over haaien en hun rol in ecosystemen;
• een duurzame gerichte vangst en een goed gereguleerde bijvangst van haaien;
• een grotere coherentie tussen het interne en externe EU-visserijbeleid onderling en in relatie tot mondiale afspraken over mariene biodiversiteit.
Ik vind dat de Gemeenschap een ambitieuze aanpak moet voorstaan op dit onderwerp en zich proactief moet opstellen in internationaal verband. Ik steun de Raadsconclusies. Naast de daarin genoemde prioriteiten, zoals het vergroten van de kennis met betrekking tot haaienvisserij, haaiensoorten en hun rol in het ecosysteem, steun ik een spoedige evaluatie van de bestaande regelgeving, met name ten aanzien van het ontvinnen. Dit met het oog op het verder beperken van deze activiteit. Een volledig verbod – zonder derogatie – is voor mij een reële optie.
Groenboek Herziening Gemeenschappelijk Visserijbeleid (Presentatie Commissie) COM(2009) 8285
De Europese Commissie zal tijdens de Raad het Groenboek over de hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) presenteren. Het Groenboek zal naar verwachting een inventarisatie van de problemen in het huidige beleid met daaraan gekoppeld een aantal vragen over de toekomst bevatten. Tevens worden in het Groenboek door de Europese Commissie alle relevante partijen uitgenodigd hun visie op het GVB te geven. Een debat tijdens de komende Raad is niet voorzien. Het Voorzitterschap streeft ernaar om in de Raad van mei een eerste gedachtewisseling te houden.
Naar verwachting zal de herziening, die uiterlijk in 2012 een feit moet zijn, ingrijpend van karakter zijn. De Commissie wenst daarom in een vroegtijdig stadium te beginnen met de gedachtevorming over het toekomstig beleid. Op basis van de binnengekomen reacties zal de Commissie te zijner tijd concrete voorstellen voor regelgeving aan de Raad voorleggen.
Ik hecht groot belang aan een goede voorbereiding van de discussies in Brussel. De uitkomst hiervan is van doorslaggevend belang voor de toekomst van de Europese visserij en de duurzame exploitatie van onze aquatische hulpbronnen (visbestanden). In de informele Raad van september 2008 is al gedebatteerd over mogelijke alternatieven voor het huidige beleid. Ik heb u daarover geïnformeerd in mijn brief van 15 oktober 2008. Met de Europese Commissie is eind vorig jaar al een eerste gedachtewisseling gehouden over het huidige visserijbeleid en toekomstige ontwikkelingen. Begin dit jaar ben ik gestart met een brede maatschappelijke consultatie. Bij deze consultatie zijn belanghebbenden en opinieleiders betrokken. Naast een aantal gesprekken met vissers en hun omgeving is ook een samen met de Rijksvoorlichtingsdienst opgezette publieksenquête naar de beeldvorming over visserij gehouden. De opvattingen van de samenleving over hoe het visserijbeleid er na 2012 uit zou moeten zien, moeten evenals de opvattingen van belanghebbenden een belangrijke bijdrage leveren aan onze nationale visie op de toekomst van het GVB.
Uitgangspunten bij de ontwikkeling van de Nederlandse visie zijn:
• herstel en duurzaam gebruik van de visbestanden;
• perspectief voor een maatschappelijk geaccepteerde duurzame visserijsector;
• doeltreffend, uitvoerbaar én handhaafbaar beheer van visbestanden.
Ik streef ernaar om na de zomer aan de Kamer de visie op de toekomst van het Europees visserijbeleid voor te leggen. Op basis van deze visie zullen in internationale kaders de Nederlandse opvattingen verder worden uitgedragen.
Commissiemededeling over duurzame ontwikkeling van aquacultuur (Presentatie Commissie) COM(2009) 8286
De Europese Commissie zal het Actieplan voor de duurzame ontwikkeling van aquacultuur aan de Raad presenteren. Een debat is niet voorzien. Het Voorzitterschap zal dit onderwerp voor bespreking agenderen voor de Raad van juni. Het actieplan betreft een herziening van de strategie uit 2002. De inhoud van het actieplan is nog niet bekend. De Raad van juni 2008 heeft informeel over dit onderwerp gediscussieerd. Ook is het besproken in de Raad van november vorig jaar. Ik ondersteun de drie door de Commissie benoemde prioriteiten: duurzame groei, concurrentievermogen, en bestuur. Mijn bijdrage is erop gericht dat de ontwikkeling van aquacultuur wordt bezien vanuit een integratie met andere economische activiteiten, dat viswelzijn belangrijk is, en dat er coherente wetgeving moet zijn die ook rekening houdt met het economisch belang van aquacultuur.
Vereenvoudiging GLB (debat) COM(2009) 128
De Raad zal aan de hand van een aantal nu nog niet bekende vragen van het voorzitterschap discussiëren over de richting, reikwijdte en intensiteit van verdere vereenvoudiging van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). De aanleiding van deze discussie is de recente Mededeling van de Commissie «Een vereenvoudigd GLB voor Europa – in het voordeel van iedereen». Commissaris Fischer Boel heeft deze Mededeling kort toegelicht tijdens de Landbouwraad van 23 maart jl. De Mededeling is een voortgangsverslag en gaat onder meer in wat er tot nu toe is bereikt op het gebied van de vereenvoudiging van het GLB en bouwt voort op de Mededeling van de Commissie hierover uit 2005 met daarin haar voornemens op dit gebied. Het voorzitterschap streeft ernaar in mei te komen tot Raadsconclusies over het voortgangsverslag.
Er bestaat momenteel een Actieplan met een doorlopende lijst van veelal technische aanpassingen en vereenvoudigingen in de bestaande regelgeving. Voor een groot deel zijn deze vereenvoudigingen aangedragen door de lidstaten, zoals het schrappen van de in- en uitvoercertificaten en de vereenvoudigingen in de cross compliance bepalingen. Op uitdrukkelijk verzoek van Nederland zijn veel van de handelsnormen in de groenteen fruitsector vorig jaar afgeschaft. De vervanging van 21 afzonderlijke marktverordeningen door één integrale, gemeenschappelijke marktverordening is eveneens een voorbeeld van vereenvoudiging.
In het kader van de health check van het GLB hebben de lidstaten en de Commissie zich in een gezamenlijke verklaring uitgesproken over de wenselijkheid van verdere vereenvoudigingen. Voor de toekomst ziet de Commissie met name mogelijkheden op het gebied van de directe betalingen en technische aspecten.
Net zoals veel andere lidstaten zet Nederland in op een daadwerkelijke verdere vereenvoudiging van het GLB. Intensieve samenwerking tussen de lidstaten en de Commissie is van groot belang om de doelstelling van de Commissie te bereiken om in 2012 de administratieve lasten met een kwart te hebben verminderd. Daarom zet ik in op de volgende drie sporen. Ten eerste hebben de lidstaten in de discussies over de health check veel concrete ideeën voor vereenvoudiging aangedragen in de eerste pijler van het GLB, onder meer over cross compliance. Voorts benadruk ik dat ook in andere onderdelen van het GLB verdere vereenvoudiging noodzakelijk en mogelijk is, zoals het markt- en prijsbeleid en de tweede pijler. Ten derde lijkt mij het een goed idee dat de Raad voortaan elk halfjaar discussieert over de concrete suggesties voor vereenvoudiging die de directeuren van de Europese betaalorganen van de lidstaten halfjaarlijks gezamenlijk opstellen. Zij hebben als uitvoerders van het beleid dagelijks directe contacten met landbouwers. Zij mogen daarom geacht worden het beste zicht te hebben op de complexiteit van de regelgeving en op mogelijkheden tot vereenvoudiging daarvan.
Less Favoured Areas (presentatie en discussie)
De Commissie zal tijdens de Landbouw- en Visserijraad een – nu nog niet gepubliceerde – mededeling over de (deel)herziening van het communautaire beleid voor probleemgebieden (Less Favoured Areas) presenteren. De Raad zal vervolgens over dit dossier discussiëren. Sinds de start in 1975 van de LFA-regeling is het doel van dit probleemgebiedenbeleid de landbouw te continueren in gebieden die hiervoor niet optimaal zijn. Sinds 2000 is de regeling een onderdeel geworden van de plattelandsverordening en daarmee van de tweede pijler van het GLB. In de huidige plattelandsverordening voor de periode 2007–2013 valt de LFA-regeling onder as 2: «verbetering van het milieu en het platteland». De regeling voorziet in directe inkomenssteun aan boeren, zodat de landbouw ondanks de nadelige productieomstandigheden (die vaak juist de grote landschappelijke of ecologische waarde van het gebied bepalen) behouden blijft. De plattelandsverordening biedt de lidstaten de mogelijkheid om op basis van vier hoofdcriteria gebieden aan te wijzen. Nederland heeft op dit moment circa 233 000 ha aangewezen als gebieden met specifieke handicaps. Nederland heeft voor haar eigen gebieden een onderverdeling gemaakt naar vijf categorieën: diepveenweidegebieden, kleinschalige zandlandschappen, beekdalen en overstromingsgebieden, uiterwaarden en hellingen.
De Europese Commissie is naar verwachting van plan om de criteria voor de aanwijzing en begrenzing van één van de vier hoofdcategorieën te herzien. Het betreft de categorie «andere probleemgebieden». De voorgenomen herziening is ingegeven door het verzoek daartoe van de Europese Rekenkamer uit 2003. Eén van de gronden op basis waarvan lidstaten deze gebieden kunnen aanwijzen zijn sociaal-economische factoren. De Commissie wil nu naar verwachting duidelijkere fysieke criteria introduceren zoals klimaat, bodem, wateroverlast of -tekort ter vervanging van de sociaal-economische factoren.
Haar overwegingen zal de Commissie toelichten in de Mededeling, waarbij zij zich onder meer zal baseren op een in 2007 gestart onderzoek en gesprekken met lidstaten.
Ik onderschrijf in beginsel de wens van de Commissie om de criteria voor het aanwijzen van LFA-gebieden in de categorie «andere probleemgebieden» aan te scherpen. Een aanscherping van de begrenzing kan ertoe bijdragen dat het aantal gebieden en/of hectares dat als LFA-gebied aangewezen kan worden, duidelijker wordt gekoppeld aan fysieke criteria. De verwachte ideeën voor wijziging raken het huidige beleid in Nederland niet direct, maar kunnen in de toekomst wel meer beleidsruimte geven.
a) Piraterij in Somalische wateren (Verzoek van de Spaanse Delegatie)
Spanje zal in de Raad de piraterij in de wateren van Somalië aan de orde stellen. Op dit moment is niet bekend wat het precieze verzoek van Spanje is.
b) CITES en aal (Verzoek Nederlandse Delegatie)
Op mijn verzoek zal van gedachten worden gewisseld over de im- en export van glasaal buiten de communautaire in het kader van de Europese aalverordening en het CITES-verdrag. Ik heb u daarover geïnformeerd in mijn brief van 3 april jl. De implementatie van het CITES-verdrag in Nederland vereist gegeven het niet afgeven van een «non-detriment finding» door het Nederlandse wetenschappelijke CITES-commissie een exportverbod buiten de communautaire grenzen. Om die reden wil ik mij inzetten voor een Europees exportverbod, ook vanwege het feit dat in dit geval de regels voor CITES en de nationale invulling daarvan op gespannen voet lijken te staan met het functioneren van de Europese interne markt.
c) Staand want visserij (Verzoek Nederlandse Delegatie)
Tevens zal ik aandacht vragen voor een gezamenlijke aanpak ten aanzien van regelgeving met betrekking tot het gebruik van staand want in de kustzone. Ik zal daarbij de problematiek van de strandingen van bruinvis op de Nederlandse kust aan de orde stellen en de Commissie verzoeken na te gaan in hoeverre deze problematiek ook speelt in andere lidstaten.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-32-330.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.