Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2021
Hierbij informeer ik uw Kamer over een informatiebijeenkomst over het bijenrichtsnoer,
die op 23 november 2021 zal plaatsvinden, over de specifieke beschermdoelen voor hommels
en solitaire bijen.
Deze specifieke beschermdoelen zijn onderdeel van de uitwerking van het bijenrichtsnoer
die momenteel wordt uitgevoerd door de European Food Safety Authority (EFSA). Ik heb
uw Kamer eerder geïnformeerd over het te hanteren beschermdoel voor honingbijen (Kamerstuk
21 501-32, nr. 1322 en Kamerstuk 27 858, nrs. 528 en 533). Als bijlagen treft u de agenda van de bijeenkomst en een bijgewerkte versie van
het werkplan van EFSA aangaande de uitwerking van het bijenrichtsnoer. In deze nieuwe
versie van het werkplan is de uitkomst van de Landbouw- en Visserijraad van juli 2021
verwerkt waarbij een meerderheid van de lidstaten aangaf zich te kunnen vinden in
het compromisvoorstel van een maximaal toelaatbare afname van de grootte van een honingbijenkolonie
van 10% (Kamerstuk 21501-32, nr. 1337). Daarnaast is in het werkplan de planning aangepast, waarbij besluitvorming over
het bijenrichtsnoer nu voor medio 2022 wordt verwacht.
Bijeenkomst 23 november
Tijdens de informatiebijeenkomst voor lidstaten en beoordelingsautoriteiten zal EFSA
haar werkwijze presenteren voor het afleiden van beschermdoelen voor hommels en solitaire
bijen op basis van alle beschikbare wetenschappelijke informatie. Op dezelfde dag
zal EFSA eenzelfde presentatie houden voor de stakeholder consultation group waar belanghebbenden (waaronder ngo’s en telerorganisaties) worden betrokken bij
de uitwerking van het bijenrichtsnoer.
Lidstaten zullen tijdens deze informatiebijeenkomst niet worden bevraagd op een eventueel
standpunt. Daadwerkelijke conceptvoorstellen voor beschermdoelen zullen op een later
moment aan de lidstaten worden gepresenteerd.
Standpunt
Ik heb uw Kamer op 15 oktober jl. geïnformeerd (Aanhangsel Handelingen II 2021–2022,
nr. 334) dat mijn inzet op de beschermdoelen voor hommels en solitaire bijen een maximaal
toelaatbare sterfte van 7% is, conform de moties van het lid Ouwehand (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1175) en van het lid Wassenberg c.s. (Kamerstuk 35 570 XIV, nr. 50). Ik zal dit standpunt overbrengen op het eerstvolgende geëigende moment, naar verwachting
zal dit de SCoPAFF-vergadering van december 2021 of januari 2022 zijn.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten