21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1248 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 september 2020

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Landbouw- en Visserijraad van 21 en 22 september aanstaande te Brussel. Op het moment van schrijven is er nog geen definitieve agenda beschikbaar. Tevens informeer ik uw Kamer, conform eerdere toezegging in het AO «Behandelvoorbehoud EU-voorstellen over het nieuwe GLB» van 4 september 2018 (Kamerstuk 34 965, nr. 4), over de zaken die aan bod zijn geweest in de Raadswerkgroepen over dit thema.

I. AGENDA RAAD

Toekomst GLB

Nu er een akkoord tussen regeringsleiders is bereikt over de financiële aspecten van het GLB, waaronder externe convergentie en plafonnering, zal de Landbouw- en Visserijraad zich kunnen concentreren op de inhoudelijke elementen van de herziening van het GLB. Conform de planning van het Duitse voorzitterschap is dit gericht op het bereiken van een algemene oriëntatie tijdens de Landbouw- en Visserijraad in oktober. Ten behoeve van deze planning is een gedachtewisseling voorzien over de herziening van het GLB. Op welke onderdelen dit precies gericht zal zijn, is nog niet bekend. De discussie zal zich waarschijnlijk richten op onderwerpen waar nog geen overeenstemming over is bereikt. Daarbij valt te denken aan de groene architectuur, het al of niet verplichten van lidstaten om eco-regelingen op te nemen in het NSP, het nieuwe prestatiemodel, het wel of niet toepassen van conditionaliteit voor kleine boeren, gekoppelde steun en de rol van aanbevelingen uit de Biodiversiteitsstrategie en de Boer-tot-Bord-Strategie. Afhankelijk van de onderwerpen die het voorzitterschap zal agenderen, zal ik de Nederlandse prioriteiten blijven benadrukken.

Internationale handel in landbouwgoederen en EU-VK onderhandelingen

De Commissie zal de raad informeren over de stand van zaken van haar werkzaamheden op het gebied van internationale handel in landbouwgoederen. Het is nog niet bekend welke onderwerpen besproken worden. Mogelijk zal aandacht besteed worden aan het tussen de VS en de EU overeengekomen tarievenarrangement. Daarnaast ligt het in de lijn der verwachting dat de Commissie in zal gaan op de laatste ontwikkelingen van het toekomstig partnerschap met het Verenigd Koninkrijk. Ik steun de inzet van de Commissie bij het vergroten van de markttoegang, -uitbreiding en -behoud voor Europese landbouwproducten. Internationale handelsakkoorden zijn van belang, onder andere voor economische efficiëntie in voedselproductie, maar ook voor afspraken over verduurzaming en dierenwelzijn. Ik ben voorstander van ambitieuze en gebalanceerde handelsakkoorden die vasthouden aan de EU-normen ter bescherming van mens, dier, plant en milieu en een gelijk speelveld bevorderen.

II. INFORMATIE TOEKOMST GLB

Raadswerkgroep Horizontale Vraagstukken

De Raadswerkgroep Horizontale Vraagstukken is op 16 juli jl. bijeengekomen om te spreken over een door de Commissie voorgesteld nieuw artikel (84a) dat toegevoegd is aan de Strategischplanverordening. Hierin wordt verduidelijkt hoe de extra middelen vanuit het herstelfonds via het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) kunnen worden ingezet. De Nederlandse positie ten aanzien van dit artikel is reeds aan uw Kamer toegezonden (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1573). De Commissie heeft voorgesteld dat deze middelen pas in 2022 beschikbaar komen onder de Strategischplanverordening, uitgaande van een transitieperiode van één jaar. Veel lidstaten, waaronder Nederland, zien echter een transitieperiode van twee jaar als onvermijdelijk en willen deze extra middelen daarom al in die transitieperiode van 2021 en 2022 kunnen benutten. De discussie hierover zal in september worden voortgezet.

Daarnaast vonden er ook technische discussies plaats over aanpassingen om het nieuwe prestatiemodel werkbaarder te maken in die gevallen dat steun wordt verleend via door lidstaten goedgekeurde operationele plannen van producentenorganisaties. Tevens is besproken hoe de overgang van meerjarige interventies in onder andere de groenten- en fruitsector naar het nieuwe GLB kan worden gefaciliteerd. Op deze punten bleken er geen fundamentele verschillen van inzicht tussen lidstaten te bestaan.

In augustus hebben er geen Raadswerkgroepen plaatsgevonden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven