21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 664 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 maart 2022

Hierbij ontvangt u het verslag van de Formele Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid van 14 maart 2022, te Brussel.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

Verslag Raad WSB 14 maart 2022

De Raad start met een toelichting van Eurocommissaris Schmit over het Commissievoorstel Cohesieactie voor vluchtelingen in Europa (Cohesion’s Action for Refugees in Europe – CARE). Uw kamer wordt separaat geïnformeerd over dit voorstel. Alle lidstaten veroordeelden de Russische inval in Oekraïne en spraken de noodzaak uit om de Oekraïense vluchtelingen te helpen. In dit kader werd het CARE-voorstel verwelkomd. Enkele lidstaten deden een oproep voor extra financiële middelen. Lidstaten in de regio lichten de situatie in hun landen toe ten aanzien van de grote aantallen vluchtelingen die zij momenteel opvangen. Ik heb ook en marge van de vergadering veel ministers uit deze regio gesproken. Namens Nederland sprak ik veel waardering en steun uit voor deze lidstaten en benadrukte ik het belang van optreden van de EU als één blok, van samenwerking tussen lidstaten en van samenwerking binnen lidstaten met burgerorganisaties.

Vervolgens nam de Raad een algemene oriëntatie aan op het richtlijnvoorstel Women on Company Boards. Er was brede steun voor de algemene oriëntatie. Twee lidstaten stemden tegen en drie onthielden zich van stemming. Namens Nederland heb ik de algemene oriëntatie verwelkomd, vanwege het belang dat het kabinet hecht aan het bevorderen van gendergelijkheid en gelijke kansen voor iedereen in Nederland en in Europa. Ik heb daarbij ook benadrukt dat meer diverse teams tot betere prestaties en besluitvorming leiden en dat het ook daarom goed is tot deze aanpak voor de hoogste bestuursniveaus van ondernemingen te komen. Nederland heeft sinds 1 januari het zogenaamde topvrouwenquotum ingevoerd en het richtlijnvoorstel geeft de ruimte om deze wet eerst tot resultaat te laten leiden.

Het Franse voorzitterschap had een beleidsdebat geagendeerd over de bestrijding van discriminatie en het bevorderen van diversiteit. Tijdens dit beleidsdebat benadrukten alle lidstaten het belang van anti-discriminatiemaatregelen en diversiteit op de werkvloer. Veel lidstaten noemden in dit kader het aanpakken van de loonkloof tussen mannen en vrouwen en het belang van een goede werk/privébalans. Namens Nederland sloot ik mij daar bij aan en heb ik opnieuw onderstreept dat diversiteit loont: diverse teams presteren beter omdat meerdere dimensies betrokken worden bij besluitvorming. Dit leidt tot betere beslissingen. Veel lidstaten deelden nationale initiatieven rondom dit thema. In dit kader deelde ik het wetsvoorstel toezicht op gelijke kansen bij werving en selectie, dat ik binnenkort verder met u zal bespreken.

De Raadsconclusies over het Europees Semester werden zonder discussie aangenomen. Hetzelfde geldt voor de Raadsconclusies over het rapport van de Europese Rekenkamer over langdurige werkloosheid.

In het beleidsdebat over arbeidsparticipatie van senioren benadrukten alle lidstaten het belang van participatie van ouderen op de arbeidsmarkt. Een groot aantal lidstaten verwezen hierbij naar de krapte op de arbeidsmarkt en de noodzaak van het benutten van al het arbeidspotentieel. Een aantal andere lidstaten verwezen vooral naar demografische ontwikkelingen. Leven lang ontwikkelen, maatregelen ten aanzien van duurzame inzetbaarheid, gezond en veilig werken en passend carrière-advies werden door veel lidstaten als belangrijke beleidsmaatregelen genoemd in dit kader. Dit geldt ook voor Nederland. Daarnaast gaf ik namens Nederland aan dat senioren enorm waardevol zijn op de arbeidsmarkt, onder meer vanwege hun ervaring, en gaf ik aan met een beleidsvisie over senioren op de arbeidsmarkt te komen.

Naar boven