Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 21501-31 nr. 540 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 21501-31 nr. 540 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 oktober 2019
De interne markt voor werknemers, goederen, kapitaal en diensten is het belangrijkste middel van de EU om welvaart en banen te creëren. Een toekomstbestendige en goed werkende interne markt is dan ook een van de prioriteiten van het kabinet. De coördinatieverordening sociale zekerheid (EG) nr. 883/2004 (hierna: de Verordening) voorkomt dat werknemers opgebouwde socialezekerheidsrechten verliezen als ze in een andere EU-lidstaat gaan werken. De Verordening is daarmee een belangrijk instrument ter verwezenlijking van het vrij verkeer van werknemers in de EU. Nederland heeft daar, zeker in de huidige periode van krapte op de arbeidsmarkt, baat bij. De Verordening bevat ook bepalingen die het mogelijk maken een werkloosheidsuitkering tijdelijk naar een andere EU-lidstaat te exporteren om daar naar werk te zoeken. WW-gerechtigden die hun uitkering exporteren vanuit Nederland vinden echter niet of nauwelijks werk over de grens. Vooral als de WW wordt geëxporteerd naar een lidstaat met een lager inkomensniveau is er onvoldoende prikkel om weer aan het werk te gaan. De regeling doet dan niet waarvoor hij is bedoeld. Ik heb hierover met uw Kamer gesproken in een plenair debat op 26 maart en tijdens een algemeen overleg op 3 april dit jaar.
Als regelingen niet worden gebruikt waarvoor ze bedoeld zijn, tast dat het draagvlak voor ons socialezekerheidsstelsel aan. Ik deel met uw Kamer dat oneigenlijk gebruik van de exportregeling (waarbij onvoldoende naar werk wordt gezocht in de andere lidstaat) zeer ongewenst is. In mijn brief van 2 april 2019 heb ik een set van maatregelen aangekondigd om misbruik bij de export van WW-uitkeringen tegen te gaan1. De aanpak bestaat uit drie lijnen:
1. Maatregelen «aan de poort», gericht op het voorkomen van instroom in de WW door mensen die niet in de WW horen;
2. Maatregelen tijdens de vierwekenperiode voorafgaand aan de export (in deze periode is UWV bevoegd voor controle en arbeidsbemiddeling);
3. Samenwerking met buitenlandse organen tijdens de periode van export (in deze periode is het orgaan in het exportland bevoegd voor arbeidsbemiddeling en controle).
Ik heb ook toegezegd te zullen onderzoeken welke maatregelen ik aanvullend kan treffen om te bevorderen dat de WW-exportregeling gebruikt wordt waarvoor deze is bedoeld. Ik heb daarbij zorgvuldig gekeken naar de suggesties van uw Kamer. De maatregelen moeten passen binnen bestaande juridische kaders, zoals de Verordening, het vrij verkeer van werknemers en het beginsel van gelijke behandeling. Met deze brief doe ik mijn toezegging gestand.
In deze brief leest u dat ik al vrijwel alle ruimte gebruik die de bestaande juridische kaders mij bieden om ervoor te zorgen dat de exportregeling gebruikt wordt waarvoor deze bedoeld is. Ik zet deze inzet de komende periode onverminderd voort. Aanvullend hierop wil ik de vakantieregeling aanscherpen, de voorlichting aan arbeidsmigranten verbeteren over de regels rond vakantie en inkomstenverrekening en in de gesprekken met Polen aandacht blijven vragen voor mogelijke verbeteringen in de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties.
Tegelijkertijd staat het beeld rond de export van WW-uitkeringen niet stil. Dit onderwerp maakt deel uit van de lopende herziening van de Verordening. In de geannoteerde agenda voor de Raad WSB van 24 oktober die ik op 7 oktober aan uw Kamer heb gezonden, informeer ik uw Kamer over de stand van zaken met betrekking tot de herziening.
Leeswijzer
In paragraaf 1 presenteer ik enkele cijfers over de export van WW-uitkeringen. In deze paragraaf ga ik ook in op de bevindingen uit het door UWV uitgevoerde dossieronderzoek naar aanleiding van vragen van de leden Wiersma en De Jong over het aantal uitkeringen van arbeidsmigranten dat in de vier weken voor export worden gekort of ingetrokken en het aantal meldingen vanuit Polen tijdens de exportperiode en de handhavende acties hierop2. U treft de volledige uitkomsten van dit dossieronderzoek in bijlage 1 aan3. In paragraaf 2 geef ik een overzicht van alle maatregelen om misbruik en oneigenlijk gebruik van de exportregeling aan te pakken, langs de drie lijnen die ik hierboven schetste.
Arbeidsmigranten leveren een belangrijke bijdrage aan de Nederlandse economie en zijn essentieel voor de continuïteit in bepaalde sectoren4. In 2017 werden ruim 838.000 banen door buitenlandse werknemers vervuld. Bijna de helft hiervan (424.000) werd vervuld door arbeidskrachten uit een EU-lidstaat. Poolse arbeidsmigranten vormen hierbinnen de grootste groep (180.000)5.
In 2018 keerde UWV circa 263.000 WW-uitkeringen uit6. Daarvan werden er in totaal 5.150 WW-uitkeringen geëxporteerd. Dit komt neer op circa 2% van het aantal WW-uitkeringen in dat jaar. Uitgedrukt in geld komt dit neer op 12,9 miljoen euro, 0,3% van het totale WW-volume. Verhoudingsgewijs heeft de arbeidsmigrant een lagere en kortere uitkering dan de gemiddelde WW-gerechtigde7.
Circa 88% van de in 2018 geëxporteerde uitkeringen (4.520 uitkeringen) werd naar Polen geëxporteerd. Het aantal vanuit Nederland geëxporteerde WW-uitkeringen fluctueert van jaar tot jaar (zie tabel 1), maar neemt over de jaren heen toe8.
Jaar |
2013 |
2014 |
2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal |
1.163 |
2.720 |
4.361 |
4.000 |
3.774 |
5.150 |
Het werkhervattingspercentage gedurende de periode van export is erg laag. In 2018 is van 500 WW-gerechtigden de WW beëindigd tijdens de exportperiode. Daarvan is van 190 WW-gerechtigden bekend dat het gaat om een werkhervatting9. In 155 gevallen betrof dit een werkhervatting in Nederland.
Ondanks dat het om relatief kleine aantallen gaat, begrijp ik en deel ik de zorgen van uw Kamer over misbruik van de exportregeling. Dit taste het draagvlak voor de sociale zekerheid aan. In paragraaf 2 schets ik mijn aanpak om het rechtmatig gebruik van de exportregeling te bevorderen.
Dossieronderzoek
De leden Wiersma en De Jong hebben gevraagd naar de (aantallen) maatregelen die UWV heeft genomen tijdens de vierwekenperiode en de signalen uit Polen en daaropvolgende maatregelen tijdens de exportperiode. Naar aanleiding daarvan heb ik UWV gevraagd om handmatig dossiers door te nemen. UWV heeft hiervoor over de periode september tot en met december 2018 alle dossiers doorgenomen waarin tijdens de vierwekenperiode of tijdens de exportperiode een maatregel is opgelegd of een uitkering gedeeltelijk of volledig is beëindigd.
In circa 13% van alle 1885 exportgevallen in de onderzochte periode is in de vierwekenperiode of tijdens export een maatregel opgelegd of is de uitkering gedeeltelijk of volledig beëindigd10.
Vierwekenperiode
In de onderzochte periode is in 118 gevallen een maatregel opgelegd of is de uitkering beëindigd. In bijna alle gevallen ging het om een exportuitkering naar Polen. Daarbij ging het in 13 gevallen om een herziening van het recht op WW met terugwerkende kracht. In de overige 105 gevallen houden de maatregelen vooral verband met het feit dat de WW-gerechtigde in de periode kort voorafgaand aan de exportperiode de sollicitatie-activiteiten te laat heeft doorgegeven, onvoldoende heeft gesolliciteerd of afspraken bij het Werkbedrijf niet is nagekomen.
Exportperiode
In dezelfde periode is bij 125 dossiers een maatregel opgelegd of is de uitkering beëindigd tijdens de exportperiode, bijvoorbeeld vanwege het niet inschrijven als werkzoekende in het andere land, of omdat er niet is meegewerkt aan controleprocedures. In de meeste gevallen ging het om een exportuitkering naar Polen. UWV heeft 39 tussentijdse meldingen ontvangen dat de uitkeringsgerechtigde is uitgeschreven bij het buitenlandse orgaan. Als gevolg daarvan is de uitkering beëindigd. In circa de helft van deze gevallen is de reden van uitschrijving echter niet bekend. Het UWV zal hiervoor aandacht vragen in de gesprekken met de Poolse uitvoeringsorganisaties.
Uit het dossieronderzoek bleek dat niet alle beleidsinformatie rondom het exporteren van WW-uitkeringen snel of eenduidig in de huidige systemen van UWV te raadplegen is. Zoals ik in de beantwoording van schriftelijke vragen naar aanleiding van de geannoteerde agenda van de Raad WSB heb aangegeven, vind ik het belangrijk om te kunnen beschikken over beleidsinformatie op een geaggregeerd niveau11. Ik ben met UWV in gesprek over de criteria voor de benodigde beleidsinformatie.
In mijn brief van 2 april 2019 heb ik een set van maatregelen aangekondigd om misbruik bij de export van WW-uitkeringen tegen te gaan12. De aanpak bestaat uit de eerder genoemde drie lijnen:
1. Maatregelen «aan de poort»;
2. Maatregelen tijdens de vierwekenperiode voorafgaand aan de export;
3. Samenwerking met buitenlandse organen tijdens de periode van export.
Bij mijn onderzoek naar aanvullende maatregelen heb ik zorgvuldig gekeken naar de voorstellen van uw Kamer, in het bijzonder de suggesties in de motie van de leden Heerma en Wiersma13. Dit onderzoek heeft geleid tot een aantal aanvullende maatregelen.
Bij het treffen van nieuwe maatregelen ben ik gehouden aan de geldende juridische kaders. Daarbij is enerzijds de regelgeving inzake het vrij verkeer van werknemers en gelijke behandeling van belang. Die laat geen ruimte voor maatregelen die het vrij verkeer van werknemers beperken14. Daarnaast laat de huidige Verordening geen ruimte voor nationale beperkende maatregelen of voorwaarden bij export, waardoor vrijwel alleen generieke maatregelen mogelijk zijn. Deze conclusie wordt ook bevestigd in contacten met andere EU-lidstaten15. Generieke maatregelen hebben gevolgen voor alle WW-gerechtigden en hebben niet noodzakelijkerwijs een gericht effect op de beperking van de export van WW-uitkeringen. Dit heb ik meegewogen bij de aanvullende maatregelen die ik kan en wil treffen. Daarnaast focus ik mij op het verder brengen van de maatregelen die zijn aangekondigd in de brief van 2 april.
De eerste en wellicht de belangrijkste stap om misbruik van de exportregeling aan te pakken begint bij het voorkomen dat werknemers ten onrechte een beroep op de WW doen.
Aanpakken verwijtbare werkloosheid
Samen met UWV heb ik de afgelopen tijd belangrijke maatregelen getroffen om misbruik van de WW en in het bijzonder verwijtbare werkloosheid aan te pakken. Over deze maatregelen en de stand van zaken heb ik uw Kamer eind juni geïnformeerd16. UWV gaat met behulp van risicomodellen intensiever controleren op verwijtbare werkloosheid en onderzoekt daarnaast of het loont om – in plaats van via risicoselectie, waarbij niet alle gevallen gecontroleerd worden – bij alle WW-aanvragen extra te controleren op verwijtbare werkloosheid. Ook worden vanaf 1 januari 2020 werkgevers verplicht om de reden van het einde van het dienstverband in de loonaangifte in te vullen. Ik verwacht dat deze aanpak van verwijtbare werkloosheid ook een positief effect zal hebben op het beroep op de export-WW-regeling. Het moet draaideurconstructies ontmoedigen.
Talenbeleid UWV en voorlichting in Polen
Om arbeidsmigranten beter te informeren over hun rechten en plichten heb ik UWV gevraagd het talenbeleid aan te passen en informatie over rechten en plichten ook in andere talen, waaronder in het Pools, aan te bieden. Hiervoor zijn de voorbereidingen in gang gezet. Ik vind het ook belangrijk dat Poolse werknemers al voordat zij naar Nederland komen een reëel beeld krijgen over werken in Nederland en geïnformeerd worden over rechten en plichten. Ik zet daarom de speciale voorziening voor extra voorlichting via de Nederlandse ambassade in Polen voort.
Werkgevers
Werkgevers kunnen een belangrijke rol spelen om het aantrekkelijker te maken voor arbeidsmigranten om in Nederland werkzaam te blijven of om bij werkloosheid snel werk te hervatten. Ook is samenwerking met werkgevers cruciaal om fraude en misbruik te signaleren en aan te pakken. Ik heb uw Kamer geïnformeerd over mijn aanpak om misstanden aan te pakken. Daarnaast zal ik uw Kamer voor het einde van het jaar informeren over de kabinetsbrede en integrale aanpak om misstanden bij EU-arbeidsmigranten effectief aan te pakken en hun werk- en woonomstandigheden te verbeteren17. Ik ben ook met uitzendbureaus aan de slag gegaan om verwijtbare werkloosheid te voorkomen18. Ik ga tot slot met werkgeversorganisaties in gesprek om te bezien wat werkgevers nog meer kunnen doen om werkloosheid te voorkomen en werkhervatting te bevorderen.
Nieuwe maatregel: verbeterde voorlichting over de inkomstenverrekening
Inkomstenverrekening houdt in dat de hoogte van de WW-uitkering bij (gedeeltelijke) werkhervatting afhankelijk is van de inkomsten uit die nieuwe baan. Bij (gedeeltelijke) werkhervatting houdt de WW-gerechtigde een deel van het inkomen naast de uitkering. Achtergrond van deze regeling is dat werkhervatting wordt bevorderd. Werken naast de uitkering loont. De uitvoering geeft aan dat uitkeringsgerechtigden die hun uitkering exporteren vaak niet van de mogelijkheid tot inkomstenverrekening weten en niet actief naar werk zoeken uit angst om de uitkering te verliezen. Ik heb UWV daarom gevraagd om de voorlichting over deze regeling bij export te verbeteren.
Voordat een werkloze werknemer een WW-uitkering kan exporteren, dient deze gedurende minstens vier weken na de startdatum van de WW als werkzoekende ingeschreven te zijn geweest bij UWV. In die periode ziet UWV toe op de naleving van de verplichtingen voor het recht op WW.
Pilot export-WW
UWV is eind 2016 een pilot gestart. Daarbij werd op twee UWV-vestigingen geëxperimenteerd met aangescherpte werkprocessen. De werkwijze op beide vestigingen verschilde aanvankelijk. Op de ene vestiging moest de WW-gerechtigde vóór vertrek persoonlijk het toestemmingsformulier voor export-WW ophalen. In het gesprek informeerde UWV de gerechtigde in het bijzijn van een tolk over de rechten en plichten. Op de tweede vestiging werd deze werkwijze uitgebreid met een intensieve dienstverlening. Vanaf datum aanvraag van de WW-uitkering werden arbeidsmigranten actief naar werk bemiddeld, eveneens met behulp van een tolk. In september van dit jaar is de pilot in aangescherpte vorm voortgezet. Op beide vestigingen wordt nu gewerkt met de intensieve dienstverlening. Het aantal contactmomenten is bovendien uitgebreid. Naar verwachting wordt de pilot eind dit jaar afgerond. Uit de evaluatie van de resultaten van de pilot zullen lessen worden getrokken. Op basis van deze evaluatie zal een besluit worden genomen over het al dan niet landelijk uitrollen van de werkwijze in de pilot. Ik zal uw Kamer hierover informeren.
Tussenpersonen
UWV heeft sinds april 2019 de registratie van tussenpersonen die bemiddelen bij een WW-uitkering uitgebreid naar alle bezoeken van WW-gerechtigden aan UWV waarbij een begeleider aanwezig is. UWV evalueert dit beleid dit najaar. In de brief over de stand van de uitvoering die ik in december aan uw Kamer stuur zal ik u hierover informeren.
Nieuwe maatregelen: Aanscherping vakantieregeling en verbeterde voorlichting
In relatief veel gevallen wordt een aanvraag voor export-WW gecombineerd met een vakantie-aanvraag19. Daarnaast blijken werkloze werknemers die hun WW-uitkering exporteren vaak voor relatief korte periodes naar het buitenland te gaan. Om te voorkomen dat WW-gerechtigden een oneigenlijk beroep doen op de exportregeling (namelijk om vakantie te houden) zal ik hier maatregelen treffen. Ik wil de mogelijkheden om binnen een WW-uitkering vakantie op te nemen aanscherpen. Daarnaast wil ik WW-gerechtigden beter informeren over de vakantieregeling in de WW.
Op dit moment is het aantal vakantiedagen waar een WW-gerechtigde recht op heeft afhankelijk van de datum waarop de eerste WW-dag valt in een kalenderjaar. Hierdoor heeft de uitkeringsgerechtigde die zijn WW exporteert, naast de periode van export, mogelijk recht op een relatief groot aantal vakantiedagen. Een WW-gerechtigde met een eerste WW-dag op 1 januari heeft bijvoorbeeld recht op 20 vakantiedagen in dat jaar. Als deze WW-gerechtigde op basis van zijn arbeidsverleden een maximale WW-duur van drie maanden heeft, dan kan deze WW-gerechtigde de uitkering bijvoorbeeld één maand exporteren en één maand vakantie opnemen.
Ik wil daarom regelen dat het aantal vakantiedagen beter in verhouding komt te staan tot de maximale duur van de WW-uitkering van de betreffende WW-gerechtigde. Op deze wijze sluit de berekening van het aantal vakantiedagen beter aan bij het opgebouwde WW-recht en bij de opbouw van vakantierechten binnen een arbeidsovereenkomst. De mogelijkheden om vakantie te houden binnen de WW, ook tijdens export, worden hiermee beperkt. Dit betreft een generieke maatregel en zal gaan gelden voor iedere WW-gerechtigde. Deze wijziging zal ik nog nader uitwerken, in nauw overleg met de uitvoering. Ik zal uw Kamer hierover te zijner tijd nader informeren.
Een betere voorlichting over de vakantieregeling binnen de WW kan er daarnaast aan bijdragen dat werkloze werknemers die op vakantie willen daar de vakantieregeling voor gebruiken in plaats van de exportregeling WW. Ik heb UWV gevraagd om de voorlichting over de vakantieregeling te verbeteren.
Op grond van de Verordening is het buitenlandse orgaan tijdens de exportperiode verantwoordelijk voor controle en arbeidsbemiddeling. Dat orgaan moet UWV informeren over de (gewijzigde) omstandigheden van de WW-gerechtigde. Een goede samenwerking met de lidstaten waarnaar Nederland de meeste WW-uitkeringen exporteert is dan ook cruciaal.
Afspraken met Polen
Uit paragraaf 1 blijkt dat de samenwerking met Polen (de lidstaat waarnaar Nederland verreweg de meeste WW-uitkeringen exporteert) in de regel al goed verloopt. Mijn ministerie investeert samen met UWV in verdere verbetering van de samenwerking met Polen.
In mei van dit jaar heeft een gezamenlijke SZW-/UWV delegatie gesproken met de Poolse bevoegde autoriteiten, over onder meer de samenwerking rond de export-WW en het voorkomen en aanpakken van uitbuiting van Poolse arbeidsmigranten in Nederland20. Met betrekking tot de exportregeling heeft Polen aangegeven bereid te zijn om na te gaan hoe de informatie-uitwisseling tussen de Poolse autoriteiten en UWV kan worden verbeterd en welke aanvullende gegevens met UWV kunnen worden gedeeld. De eerste inventariserende stappen om te bepalen welke informatie kan worden uitgewisseld zijn gezet. Nog dit najaar vinden vervolggesprekken plaats tussen UWV en de Poolse uitvoeringsorganen. Daarnaast ben ik met Polen in gesprek om de mogelijkheden te verkennen voor het afsluiten van een Memorandum of Understanding, waarmee de samenwerking op het gebied van arbeid en sociale zekerheid tussen Polen en Nederland op een hoger niveau kan worden getild.
Ik blijf investeren in een goede samenwerking met Polen. Daarnaast zet ik mij in Europa in voor een activerender karakter van de exportregeling.
Het vrij verkeer van werknemers is een van de belangrijkste pijlers onder de Europese samenwerking en is van groot belang voor Nederland. Verordening 883/2004 faciliteert het vrij verkeer van werknemers, onder meer door drempels op het gebied van sociale zekerheid weg te nemen. Oneigenlijk gebruik van de mogelijkheden die de Europese regels bieden om werkloosheidsuitkeringen te exporteren, is echter onwenselijk en moet worden aangepakt.
Ik heb hiertoe een reeks aan maatregelen in gang gezet. Met het pakket aan maatregelen – die zich richten op het bevorderen van het rechtmatig beroep op de WW, op dienstverlening, activering en handhaving tijdens de vierwekentermijn en op verbetering van de samenwerking met de Poolse autoriteiten – neem ik al vrijwel alle ruimte die de bestaande juridische kaders mij bieden om ervoor te zorgen dat de exportregeling gebruikt wordt waarvoor deze bedoeld is. Ik zet deze inzet de komende periode voort. Aanvullend hierop wil ik de vakantieregeling aanscherpen, de voorlichting aan arbeidsmigranten verbeteren over de regels rond vakantie en inkomstenverrekening.
Naar aanleiding de informatie-uitwisseling met buitenlandse organen, inclusief de Poolse, treft UWV maatregelen, waaronder het beëindigen van uitkeringen. In de gesprekken met Polen blijf ik aandacht vragen voor mogelijke verbeteringen in de informatie-uitwisseling en samenwerking tussen uitvoeringsorganisaties om mensen weer aan het werk te krijgen.
Parallel aan mijn inzet om in Nederland misbruik van de export-WW-regeling aan te pakken, blijf ik mij daarnaast in Europa inzetten voor een activerender karakter van de exportregeling. In die inzet voel ik me gesteund door uw Kamer.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees
Brief van 2 april over de herziening van de coördinatieverordening sociale zekerheid en export WW-uitkeringen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1430) en verschillende moties, waaronder de motie van de leden Van Rooijen en Van Brenk (Kamerstuk 23 987, nr. 339), de motie van het lid Wiersma c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1425) en de motie van de leden Heerma en Wiersma (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1427).
In de geannoteerde agenda voor de Formele Raad WSB van juni 2019 heb ik uw Kamer laten weten dat ik UWV de opdracht heb gegeven om een dossieronderzoek uit te voeren, ter beantwoording van de vragen die beide leden tijdens het AO van 3 april jl. hadden gesteld (zie Kamerstuk 21 501-31, nr. 528).
De economische waarde van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost-Europa voor Nederland, SEO, april 2018.
Per 2018 heeft UWV een nauwkeurigere telsystematiek geïntroduceerd. De introductie van dit systeem verklaart een deel van de toename van het aantal uitkeringen ten opzichte van 2017.
Bij een werkhervatting in het buitenland is UWV afhankelijk van signalen van de buitenlandse instanties. Uit het verrichte dossieronderzoek ter beantwoording van de vraag van het Tweede Kamerlid de Jong blijkt dat in de helft van de gevallen niet wordt doorgegeven wat de reden van uitschrijving is.
Onder maatregelen worden zowel maatregelen op grond van het Maatregelenbesluit Sociale Zekerheidswetten – waaronder ook waarschuwingen – als kortingen en intrekkingen verstaan.
Brief van 2 april over de herziening van de coördinatieverordening sociale zekerheid en export WW-uitkeringen (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1430) en verschillende moties, waaronder de motie van de leden Van Rooijen en Van Brenk (Kamerstuk 23 987, nr. 339), de motie van het lid Wiersma c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1425) en de motie van de leden Heerma en Wiersma (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1427).
Artikel 45 van het Verdrag met betrekking tot de Werking van de Europese Unie verbiedt alle vormen van discriminatie tussen werknemers uit de EU-lidstaten op basis van nationaliteit. Hierbij gaat het zowel om een verbod op directe als op indirecte discriminatie.
Zoals toegezegd in mijn brief van 2 april heb ik een aantal lidstaten bevraagd naar hun beleid, om te kijken of er best practices zijn waar Nederland van kan leren. De belangrijkste conclusie is dat andere lidstaten geen majeure maatregelen treffen om handhaving rondom de export van werkloosheidsuitkeringen aan te scherpen. In de vierwekenperiode passen andere lidstaten het reguliere beleid inzake handhaving en arbeidsbemiddeling toe en tijdens de exportperiode is de controle en handhaving in handen van de organen in het exportland. Bovendien heeft geen van de ondervraagde lidstaten bilaterale afspraken over samenwerking bij export-WW.
Zie mijn brief over ontwikkelingen met betrekking tot het SNA-keurmerk (Kamerstuk 17 050, nr. 575) en mijn brief over het aanpakken van misstanden met arbeidsmigranten (Kamerstuk 29 861, nr. 47).
Zie mijn brief over de stand van zaken met betrekking tot uitkeringsfraude (Kamerstuk 17 050, nr. 577).
Bij de in het dossieronderzoek onderzochte dossiers is in 16% van de gevallen er tegelijkertijd met de aanvraag van export-WW ook een vakantie-aanvraag ingediend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-31-540.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.