21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 415 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2016

Hierbij zend ik u het verslag van de formele Gezondheidsraad van 17 juni te Luxemburg.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

VERSLAG FORMELE GEZONDHEIDSRAAD 17 JUNI 2016 TE LUXEMBURG

Op 17 juni 2016 vond in Luxemburg de formele Gezondheidsraad plaats. Er werden raadsconclusies vastgesteld over innovatieve en betaalbare geneesmiddelen, verbetering van voedingsproducten en antimicrobiële resistentie. Daarnaast gaf het Nederlands voorzitterschap een update over het Medische Hulpmiddelendossier.

Verbetering van voedingsproducten

De Raadsconclusies en de daarin genoemde acties inzake de verbetering van voedingsproducten worden door de lidstaten verwelkomd. Het inkomend voorzitterschap Slowakije geeft aan dit onderwerp te willen voortzetten in de tweede helft van 2016. Een aantal lidstaten vraagt de Commissie wanneer de impact assessment over het voorstel «Transfatty acids (TFA)» zal verschijnen. De Commissie geeft daarop aan dat het rapport tegen het eind van het jaar zal verschijnen.

Antimicrobiële Resistentie (AMR)

AMR was een van de prioriteiten van het Nederlandse voorzitterschap en heeft daar Raadsconclusies over opgesteld. De Europese Commissie steunt het Nederlandse voorzitterschap in het hoog op de agenda zetten van AMR en herinnert eraan dat AMR ook een prioriteit is voor de Europese Commissie. Een EU-actieplan tegen AMR heeft toegevoegde waarde door met name het One Health perspectief tussen lidstaten en sectoren te bevorderen, op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en binnen de internationale arena. De lidstaten kunnen rekenen op de volledige ondersteuning en inzet van de Commissie. Daarnaast werd Nederland door de lidstaten ondersteund in de getoonde ambitie in de Raadsconclusies en speciaal in het versterken van coöperatie en het opstellen van meetbare doelen in de nationale plannen. Het opstellen van een One Health netwerk werd eveneens gesteund. Een multisectorale aanpak, waarin niet alleen de humane en veterinaire sector worden betrokken, maar ook milieu, onderwijs, financiën, etc. en de noodzaak om een sterk leiderschap op het hoogste niveau te tonen, werd door velen benadrukt. De raadsconclusies werden door de Raad aangenomen.

Innovatieve en betaalbare geneesmiddelen

Daarnaast stond het onderwerp innovatieve en betaalbare geneesmiddelen hoog op de agenda van het Nederlandse EU-voorzitterschap. De Europese Commissie steunt het voorzitterschap in haar ambities t.a.v. dit onderwerp. Tegen het einde van het jaar komt de Commissie met een plan van aanpak en methodologie voor de aan haar gevraagde analyse naar de «prikkels» in het systeem. Veel lidstaten nemen het woord om hun steun te betuigen aan de Raadsconclusies. Daarbij wordt vooral het belang van onderlinge transparantie en vrijwillige samenwerking op prijzen genoemd. Een aantal lidstaten noemt het belang van meer structurele toekomstige samenwerking op het terrein van geneesmiddelen.

En marge van de Raad tekende Oostenrijk een intentieverklaring en sloot zich daarmee aan bij het samenwerkingsverband van Nederland, België en Luxemburg. Dit samenwerkingsverband is opgericht om gezamenlijk prijsonderhandelingen te gaan voeren met farmaceutische bedrijven, informatie uit te wisselen en samen te werken bij de uitdagende ontwikkelingen rond geneesmiddelen.

Medische Hulpmiddelen

Het Nederlands voorzitterschap informeert de Raad over het politieke akkoord tussen de Raad en het Europees parlement. De Commissie is erg blij met dit resultaat na bijna vier jaar aan onderhandelingen. Lidstaten noemen het belang van dit resultaat voor patiënten en de industrie. Na de vertalingen en de juridische en taalkundige controles, zal het voorstel onder het volgend voorzitterschap formeel worden aangenomen en waarschijnlijk aan het einde van dit jaar worden gepubliceerd. De verordening medische hulpmiddelen zal drie jaar na de publicatie van kracht zijn, de verordening in-vitro diagnostica vijf jaar na publicatie.

Naar boven