21 501-20 Europese Raad

Nr. 911 BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 september 2014

Naar aanleiding van het verzoek van 4 september jl., gericht aan de Minister van Buitenlandse Zaken, gaat u hierbij de appreciatie van het kabinet toe van de personele invulling, de portefeuilleverdeling, en de organisatie van de nieuwe Europese Commissie, zoals die op 10 september jl. zijn bekendgemaakt door beoogd commissievoorzitter Juncker. Conform het verzoek zal daarbij tevens worden ingegaan op de procedure volgens welke de voordracht van het nieuwe college, in het bijzonder van de Nederlandse kandidaat-eurocommissaris, tot stand is gekomen.

Bij de presentatie op 10 september jl. erkende beoogd commissievoorzitter Juncker dat de Europese Unie op dit moment niet op alle vlakken altijd optimaal functioneert en presteert en sprak hij de ambitie uit om de EU op een aantal punten ingrijpend te hervormen. Het kabinet heeft met instemming kennis genomen van die ambitie en het steunt de inkomende commissievoorzitter en zijn team in die uitdaging. Het kabinet heeft grote waardering voor de voorgestelde personele invulling van de nieuwe Europese Commissie. De lijst van voorgestelde commissarissen bevat een vijftal voormalige premiers, zes zittende commissarissen, een aantal Ministers van Buitenlandse Zaken of nationale bewindslieden met een andere portefeuille en een aantal voormalige Europarlementariërs. Daarmee is het in de ogen van het kabinet een team met een hoog profiel en een goede mix van verschillende achtergronden. De verhouding man-vrouw is met het aantal van – net zoals in de huidige Commissie – negen vrouwelijke kandidaat-commissarissen wat het kabinet betreft acceptabel.

Ten aanzien van de portefeuilleverdeling en de interne organisatie van de nieuwe Commissie heeft beoogd commissievoorzitter Juncker een nieuwe werkwijze van de Commissie aangekondigd, met een sterke coördinerende en sturende rol van de vicevoorzitters en de introductie van een aantal project-teams onder leiding van een vicevoorzitter. Een dergelijke opzet sluit goed aan bij het pleidooi dat Nederland al enige tijd in EU-verband maakt voor meer focus in het werk van de Commissie op de hoofdzaken (subsidiariteit en proportionaliteit) en een dienovereenkomstige organisationele opzet van de Commissie, bijvoorbeeld door de introductie van beleidsclusters aangestuurd door vicevoorzitters.

Het kabinet stelt met instemming vast dat deze principes en ideeën nu door de nieuwe Europese Commissie in de praktijk gebracht zullen gaan worden.

De Nederlandse kandidaat-commissaris, Frans Timmermans, wordt door beoogd commissievoorzitter Juncker voorgedragen voor de functie van eerste vicevoorzitter en tevens commissaris voor betere regelgeving, inter-institutionele relaties, de Rechtsstaat en het Handvest Grondrechten. In zijn presentatie benadrukte Juncker dat Timmermans zijn rechterhand zal worden en zijn vaste plaatsvervanger als voorzitter van het college van commissarissen. Als vicevoorzitter verantwoordelijk voor betere regelgeving zal hij erop gaan toezien dat alle voorstellen van de Commissie in overeenstemming zijn met de principes van subsidiariteit en proportionaliteit. Hij zal dus een horizontale bevoegdheid hebben die het gehele werkveld van de Commissie bestrijkt. Bovendien zal hij vanuit de andere componenten van zijn portefeuille onder meer verantwoordelijk zijn voor de samenwerking met het Europees parlement en voor de coördinatie en versterking van de interactie van alle commissarissen met nationale parlementen. Ook zal hij een coördinerende rol krijgen op terreinen als de Rechtsstaat, fundamentele rechten, justitie en migratie.

Het kabinet is verheugd over de voordracht van Frans Timmermans voor deze zware portefeuille. Als eerste vicevoorzitter van de Commissie zal hij een centrale rol gaan spelen bij de modernisering van Europa. Hij wordt verantwoordelijk voor het hervormen van de EU door deze een betere focus te geven en meer te richten op concrete prioriteiten, die banen en groei opleveren. Dat is precies de modernisering waar Nederland in EU-verband al geruime tijd voor pleit. Na de aanname door de Europese Raad van juni jl. van de Strategische Agenda, is dit opnieuw een teken dat de Nederlandse EU-agenda succesvol is en weerklank krijgt in Europa.

Ten aanzien van de voordracht van de Nederlandse kandidaat-commissaris heeft het kabinet gedurende het gehele proces ingezet op een inhoudelijk zware portefeuille, die recht doet aan de Nederlandse prioriteiten voor de EU. Het kabinet is van mening dat die inzet met de bovenvermelde portefeuille volledig is gerealiseerd.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte

Naar boven