21 501-20 Europese Raad

Nr. 600 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE EN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2011

Op woensdag 23 november jl. publiceerde de Europese Commissie haar analyse van prioriteiten voor groeiversterking in de Europese Unie voor 2012 (Annual Growth Survey). De analyse van prioriteiten voor groeiversterking vormt het startpunt van het Europese Semester, de jaarlijkse cyclus van beleidscoördinatie in de EU op het gebied van budgettair en economisch beleid. Dit Europese semester zullen de recent aangenomen verordeningen voor versterkt budgettair en macro-economisch toezicht voor het eerst in werking treden. Dit zogenaamde sixpack versterkt het Stabiliteits- en Groeipact en scherpt het budgettair toezicht aan. Daarnaast zal voor de eerste keer de macro-economische onevenwichtighedenprocedure in werking treden.

De Annual Growth Survey zal de komende maanden besproken worden in diverse Europese vakraden. De Europese Raad heeft op 9 december jl. de boodschap afgegeven dat de Annual Growth Survey een goed uitgangspunt vormt voor de start van het volgende Europese semester. Uiteindelijk zal de Europese Raad op 1 en 2 maart 2012 op basis van de analyse algemene EU-brede aanbevelingen doen. Lidstaten worden geacht deze aanbevelingen mee te nemen bij het opstellen van de Nationale Hervormingsprogramma's en de Stabiliteits- en Convergentieprogramma's, die lidstaten medio april bij de Commissie indienen. In juni zullen tenslotte de ECOFIN-Raad, de Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid en de Europese Raad landenspecifieke aanbevelingen van de Commissie aannemen naar aanleiding van deze programma's. De Tweede Kamer wordt, zoals gebruikelijk, bij de voorbereiding van de vakraden en de Europese Raad in maart betrokken. Ook zullen het Nationaal Hervormingsprogramma en het Stabiliteitsprogramma aan uw Kamer worden gestuurd. Lidstaten worden geacht rekening te houden met deze aanbevelingen van de Raad bij het opstellen van hun nationale begrotingen. Indien lidstaten niet voldoen aan de aanbevelingen, kan dit in het geval van uit de hand lopende overheidsfinanciën en bij ernstige macro-economische onevenwichtigheden uiteindelijk leiden tot sancties.

De Annual Growth Survey wordt dit jaar gepubliceerd in de context van sterk afzwakkend economisch herstel in de EU. De Commissie raamt voor 2012 voor de EU een BBP-groei van 0,6% en een werkloosheid van rond de 10%. De economische situatie is dan ook zorgelijk. Mede gezien het feit dat lidstaten zeer beperkte financiële ruimte hebben voor maatregelen die de economie stimuleren moet volgens de Commissie binnen de budgettaire kaders voorrang gegeven worden aan het nemen van groei- en concurrentievermogenversterkende structurele hervormingen. Dit draagt niet alleen bij aan het lange termijn groeiherstel, maar ook aan het herstellen van rust op de financiële markten op de korte termijn. De Commissie constateert in dit kader dat zowel op Europees als nationaal niveau het uitvoeren van de noodzakelijke maatregelen achterblijft. Zo geeft de Commissie aan dat het eerste beeld is, dat er nog te weinig voortgang is geboekt met het realiseren van de Europa 2020 doelstellingen. De Europese Raad heeft dit op 9 december jl. ook onderstreept. Ook wijst de Commissie erop dat bij belangrijke EU dossiers, bijvoorbeeld op het terrein van de interne markt versnelde implementatie noodzakelijk is. De Commissie identificeert vijf prioriteiten voor de EU als geheel in 2012.

De Annual Growth Survey bestaat uit een overkoepelende mededeling met daarin deze vijf beleidsprioriteiten beschreven en daarnaast vier bijlagen. Hieronder wordt eerst nader ingegaan op de vijf prioriteiten, daarna wordt kort ingegaan op de bijlagen over voortgang Europa 2020, macro-economisch beeld, werkgelegenheid en belastingcoördinatie.

Vijf prioriteiten voor het versterken van de groei

De Commissie legt bij het stellen van prioriteiten de nadruk op het doorvoeren en nakomen van reeds gemaakte afspraken van lidstaten en de EU. De Commissie heeft vijf gebieden geïdentificeerd waarop de EU-lidstaten zich in 2012 moeten concentreren. De vijf prioriteiten van de Commissie staan in het kader op de volgende pagina beschreven.

Conform de visie van de Commissie is Nederland van mening dat het gezien de ernst van de economische situatie essentieel is om te blijven inzetten op budgettaire consolidatie en het versterken van het groei- en concurrentievermogen (conform motie Sap, kamerstuk 21 501-20, nr. 564). Zowel op Europees niveau als door nationale overheden dienen groeiversterkende structurele hervormingen te worden geïmplementeerd die het functioneren van arbeid, diensten en productmarkten verbeteren en het concurrentievermogen vergroten. Dit kan op korte en lange termijn een belangrijke bijdrage leveren aan het herstel, het versterken van de economie en het vergroten van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën.

Het door de Commissie geconstateerde achterblijven van implementatie van zowel nationale als EU-maatregelen is zorgelijk. De crisis heeft de sterke verwevenheid tussen lidstaten aangetoond. Deelname aan de EU en de Eurozone brengt verantwoordelijkheden met zich mee; onderlinge verbondenheid vergt ook discipline. Van vrijblijvendheid kan geen sprake zijn, zowel op budgettair als macro-economisch terrein. Het kabinet roept de Commissie dan ook op tot een strikt toezicht binnen het Europees semester, in het bijzonder in die gevallen waar sprake is van uit de hand gelopen overheidsfinanciën en ernstige macro-economische onevenwichtigheden.

Prioriteiten van de Europese Commissie

1. Streven naar begrotingsconsolidatie

  • Begrotingstekortdoelstellingen halen, ongeacht de macro-economische situatie.

  • Uitgaven richten op groeibevordering, zoals innovatie, onderwijs en energie.

  • Groeivriendelijke inrichting van belastingbeleid.

2. Kredietverschaffing aan de economie normaliseren

  • Kapitaalpositie van systeembanken versterken.

  • Faciliteren banktoegang tot financiering.

  • Toegang tot kapitaal voor het MKB versterken.

3. Promoten van groei en concurrentievermogen

  • Groeiversterkende maatregelen aannemen en implementeren op EU- en lidstaatniveau.

  • EU-budget inzetten voor groei en concurrentiekracht.

4. Tegengaan werkloosheid en de sociale consequenties van de crisis

  • Verhogen arbeidsparticipatie.

  • Ondersteunen werkgelegenheid voor jongeren.

  • Beschermen van kwetsbaren in de samenleving.

5. Moderniseren overheden

  • Digitaliseren van interactie tussen overheden en bedrijven.

  • Minimaliseren administratieve lasten.

  • Verkorten oprichtingstijd van bedrijven.

Het kabinet kan zich goed vinden in de vijf prioriteiten van de Commissie. Het kabinet hecht veel waarde aan de eerste prioriteit van de Commissie: begrotingsconsolidatie. Het is van groot belang dat lidstaten hun begrotingen op orde brengen. Dit is essentieel om het vertrouwen op de financiële markten te herstellen en het groeivermogen van de economie te versterken. Om de publieke schulden af te bouwen zet Nederland sterk in op het weer gezond maken van de eigen overheidsfinanciën. Door de bezuinigingen kan Nederland buffers opbouwen om nieuwe klappen op te vangen. Gezien de grote onzekerheden in de wereldeconomie en de eurozone vindt het kabinet het van belang om door te gaan op deze ingeslagen weg.

Een gezonde financiële sector, de tweede prioriteit, is een van de voorwaarden voor groei. De uitdaging is om regulering en toezicht te versterken en daarmee te zorgen voor gezonde leenomstandigheden voor bedrijven en huishoudens. Overkreditering en het nemen van excessieve risico’s moet worden voorkomen. Het kabinet kan zich goed vinden in deze prioriteit van de Commissie. Het gedragstoezicht op de financiële sector is versterkt en de kapitaal- en liquiditeitseisen aan banken zijn, onder Basel III, strikter geworden. Daarnaast wordt de excessieve financiering van overnames met vreemd vermogen in het bedrijfsleven aangepakt door de dit jaar in het Belastingplan opgenomen renteaftrekbeperking bij de overnameholding. Tegelijkertijd ondersteunt het kabinet de kredietverlening aan het MKB en grootbedrijf met garanties en borgstellingen als de GO en de BMKB. In de brief «Naar de Top» (Kamerstuk 32 637 nr. 15) zijn verdere maatregelen aangekondigd, waaronder het oprichten van een (revolverend) Innovatiefonds MKB+ dat beoogd de beschikbaarheid van risicokapitaal te vergroten voor bedrijven die willen investeren in innovatie.

Dat het versterken van groei en concurrentievermogen is aangemerkt als een prioriteit voor 2012 sluit aan bij de positie van het kabinet. Hier ligt een belangrijke opgave voor de lidstaten. In de Annual Growth Survey presenteert de Commissie een lijst met voorstellen die bijdragen aan het versterken van het groeivermogen van de EU (zoals overeengekomen op de Europese Raad van 23 oktober jl.). De Commissie kiest een driesporenaanpak, waar het kabinet zich in het algemeen in kan vinden. De Europese Raad heeft op 9 december jl. benadrukt dat de maatregelen die het meest bevorderlijk zijn voor groei en werkgelegenheid snel genomen moeten worden. Op nationaal niveau zet het kabinet in op het versterken van het concurrentievermogen, onder meer door in te zetten op innovatie en ondernemerschap. Het Bedrijfslevenbeleid – met in de kern de Topsectoren – is de integrale aanpak volgens welke het kabinet de versterking van het concurrentievermogen ter hand neemt (Kamerstuk 32 637, nr. 15). Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en overheden zijn voortvarend op weg om dit beleid gezamenlijk in te vullen en ten uitvoer te brengen. Daarnaast ontziet het kabinet – ook in 2012 – het onderwijs, en ook de wetenschap, bij de maatregelen om tot gezonde overheidsfinanciën te komen, als weergave van het streven van het kabinet om tot de top van ’s werelds kenniseconomieën te behoren. Tegelijkertijd ligt er ook een rol voor de Europese instanties, de Commissie, het Europees Parlement en de Europese Raad, om in hun werkprogramma prioriteit te geven aan voorstellen die bijdragen aan economische groei. Op 5 oktober jl. heeft Nederland in samenwerking met Zweden en Finland een brief met concrete voorstellen aan de voorzitter van de Europese Commissie Barroso en de voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy gestuurd (Kamerstuk 21 501-20, nr. 555). In deze brief wordt aangegeven dat op Europees niveau er nu hoge ambities nodig zijn als het gaat om bijvoorbeeld open concurrerende markten en een sterke interne markt, het terugdringen van regeldruk en het stimuleren van innovatie. Het kabinet is het eens met de Commissie dat er nog te veel onnodige belemmeringen zijn in de interne markt. Zo is dienstverlening nog amper grensoverschrijdend en valt er nog grote winst te behalen voor de digitale interne markt.

Werkloosheid, en met name jeugdwerkloosheid, is een groeiend probleem in Europa. Hoewel de Nederlandse (jeugd)werkloosheid een van de laagste is van de Europese Unie, kan door de verslechterende economische vooruitzichten, deze naar verwachting ook in Nederland oplopen. De vierde prioriteit van de Commissie kan het kabinet dan ook ondersteunen. Op langere termijn krijgt Nederland als gevolg van vergrijzing en ontgroening te maken met een krimpend arbeidsaanbod. Dit leidt mogelijk tot knelpunten op de arbeidsmarkt en opwaartse druk op lonen en de overheidsfinanciën. Tegen deze achtergrond onderschrijft het kabinet het belang van een verhoging van de arbeidsparticipatie en zet daarbij met name in op het verbeteren van de duurzame inzetbaarheid van werknemers en het versterken van de arbeidsmobiliteit. Daarnaast is de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt een belangrijk aandachtspunt. Nederlandse leerlingen en studenten moeten zich kunnen meten met de besten van de wereld en goed inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt van nu en die van de toekomst. In tijden van crisis mag de sociale dimensie ook niet uit het oog worden verloren. Er dient een adequaat vangnet te zijn voor degenen die niet kunnen werken of extra hulp nodig hebben bij het vinden of behouden van werk. Dit neemt niet weg dat bestaande sociale stelsels efficiënter en meer activerend moeten worden en dat wie kan werken of onderwijs kan volgen dit ook doet.

De vijfde prioriteit, het moderniseren van het overheidsbeleid, sluit goed aan bij het kabinetsbeleid. Het kabinet streeft bijvoorbeeld naar een compacte overheid. Zo heeft het kabinet zich gecommitteerd aan een vermindering van administratieve lasten voor bedrijven van 10% in 2012 en een jaarlijkse reductie van 5% vanaf 2013. Dit kabinet heeft gekozen voor minder subsidies, minder bestuurslagen, minder ministeries en minder ambtenaren. Hierdoor neemt het beslag van de overheid op de economie af en krijgen mensen en bedrijven meer ruimte om te werken en te ondernemen. Digitalisering van de interactie tussen overheden en bedrijven leidt tot een betere overheidsdienstverlening aan bedrijven en verdere administratieve lastenvermindering voor ondernemers. Daarom heeft het kabinet in de Digitale Agenda.nl aangekondigd dat ondernemers het recht krijgen om hun zaken met de overheid langs elektronische weg af te handelen.

Bijlagen

Voortgang Europa 2020

De eerste bijlage is het voortgangsverslag over de Europa 2020 strategie, waarin de stand van zaken ten aanzien van de hoofddoelstellingen van de strategie en de flagships worden geschetst. De Commissie geeft aan dat het nog erg vroeg is om conclusies te trekken over de voortgang. Het eerste beeld is echter dat er nog te weinig voortgang is geboekt met het realiseren van de Europa 2020 doelstellingen. De Commissie concludeert dat er voortgang is geboekt in de uitrol van de zeven flagships onder de Europa 2020 Strategie. Alle Commissiemededelingen over de flagships zijn reeds gepubliceerd, de focus ligt nu op de implementatie van de maatregelen. Enkele acties zijn in 2010 en 2011 al afgerond, andere voorstellen moeten nog door de Europese Raad en het Europees Parlement worden goedgekeurd.

Macro-economisch verslag

De tweede bijlage is het macro-economisch verslag, waarin de macro-economische vooruitzichten worden beschreven. In het verslag wordt aangegeven dat lidstaten zeer beperkte financiële ruimte hebben voor maatregelen die de economie stimuleren. Groeiversterkende hervormingen en groeivriendelijke consolidatie zijn daarom essentieel om de groeiprognoses in de EU te verbeteren.

Werkgelegenheid

De bijlage over werkgelegenheid behandelt de huidige situatie en trends ten aanzien van de werkgelegenheid en het arbeidsmarktbeleid in Europa. Het document laat zien dat de afnemende economische groei het zwakke herstel op de arbeidsmarkt in gevaar brengt. De nog aanwezige groei van werkgelegenheid bestaat voornamelijk uit tijdelijke en part-time banen. Daarnaast stelt de Europese Commissie dat zowel de jeugdwerkloosheid als het aantal langdurig en laaggeschoolde werklozen toeneemt. Toch zijn er ook nog veel onvervulde vacatures. Dit laat zien dat de arbeidsmarkt niet naar behoren functioneert. Volgens de Europese Commissie wordt deze mismatch onder meer veroorzaakt door een ontoereikende begeleiding van werklozen naar de arbeidsmarkt, een gebrekkige aansluiting tussen scholing en benodigde vaardigheden, en beperkte mobiliteitsprikkels. Verder onderstreept de Europese Commissie het belang van structurele arbeidsmarkthervormingen in Europa.

Belastingcoördinatie

De bijlage over Belastingcoördinatie is een mededeling van de Commissie met ideeën om de samenwerking tussen lidstaten op het terrein van belastingcoördinatie te versterken. De Commissie ziet dit als haar rapportage aan de Europese Raad naar aanleiding van de afspraken in het Europlus Pact. De Ecofin Raad heeft op 29 november jl. zelf een rapportage van de lidstaten van het Europlus Pact aangenomen, geadresseerd aan de Europese Raad, over hoe zij invulling aan verder belastingcoördinatie wil geven. Deze rapportage is in lijn met de gedachten van het kabinet over de afspraken over belastingcoördinatie in het Europlus Pact.

In het kader van het Europlus Pact is pragmatische belastingcoördinatie als doelstelling opgenomen. Het gaat over het voeren van gestructureerde besprekingen over aangelegenheden van het belastingbeleid, met name om te zorgen voor uitwisseling van beste praktijken, vermijding van schadelijke praktijken en voorstellen ter bestrijding van fraude en belastingontduiking.

Het gaat om bestaande doelstellingen op fiscaal terrein. In dat kader worden door de EU-lidstaten gezamenlijk vele activiteiten ondernomen, zowel op het terrein van regelgeving als van administratieve samenwerking.

Pragmatische coördinatie van belastingbeleid zou volgens het kabinet dan ook moeten inhouden dat een zo groot mogelijke coherentie wordt betracht tussen bestaande activiteiten die in EU-kader al plaatsvinden, en niet dat de EU op het terrein van belastingen meer bevoegdheden krijgt. Het kabinet deelt dus niet alle suggesties van de Commissie, zoals bijvoorbeeld het voorstel voor de versterking van het mandaat van de Code of Conductgroep. Dit zou leiden tot ruimere bevoegdheden voor de EU op het terrein van directe belastingen. Het kabinet is van mening dat de Code of Conductgroep, waarvan de beraadslagingen overigens vertrouwelijk zijn, niet het aangewezen forum is voor meer belastingcoördinatie.

De Commissie besteedt in de mededeling veel aandacht aan de relatie tussen belastingen en de macro-economische gevolgen daarvan. Het kabinet deelt de onderliggende economische analyse. Het geeft een idee over wat de Commissie wil gaan doen tijdens het Europese Semester, namelijk het opnemen van aanbevelingen aan lidstaten op fiscaal terrein met als reden het versterken van het groeivermogen van de lidstaten.

Ook wordt er in de mededeling gerefereerd aan eigen voorstellen voor wetgeving, zoals de CCCTB en herziening van de Richtlijn Energiebelastingen, maar ook over de wetgeving op het terrein van het voorkomen van belastingontwijking, zoals het uitbreiden van de werkingsfeer van de Spaartegoedenrichtlijn en informatie-uitwisseling met derde landen.

De minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M. J. M. Verhagen

De minister van Financiën,

J. C. de Jager

Naar boven