21 501-20 Europese Raad

Nr. 1209 MOTIE VAN HET LID VOORDEWIND

Voorgesteld 19 april 2017

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat lidstaten op grond van onder meer artikel 16 en 17 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens de ruimte hebben om politieke activiteiten van vreemdelingen te reguleren;

overwegende dat de Kamer mede op grond hiervan op 23 maart 2017 de motie-Omtzigt c.s. (21 501-02, nr. 1730) heeft aangenomen, die de regering verzoekt met een voorstel te komen over de vraag hoe om te gaan met politieke activiteiten van Turkije in de Europese Unie;

verzoekt de regering, het juridische kader voor het reguleren van politieke activiteiten van vreemdelingen en vertegenwoordigers van buitenlandse mogendheden in Nederland in kaart te (laten) brengen en te onderzoeken of nieuwe objectieve criteria voor die regulering mogelijk zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Voordewind

Naar boven