21 501-20 Europese Raad

Nr. 1129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2016

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister-President, het verslag van de Europese Raad van 28 en 29 juni 2016.

In dit verslag wordt tevens voldaan aan het verzoek van het lid Beertema met betrekking tot het associatieakkoord met Oekraïne (Handelingen II 2015/16, nr. 102, Regeling van Werkzaamheden) en het lid Voordewind met betrekking tot de Europese Raad (Handelingen II 2015/16, nr. 101, Regeling van Werkzaamheden) in de ordedebatten van 28 en 29 juni jl.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD VAN 28–29 JUNI 2016

Op 28–29 juni jl. vond de Europese Raad plaats die in belangrijke mate in het teken stond van de uitslag van het Britse referendum over EU-lidmaatschap. Daarnaast sprak de Europese Raad over de Europese economie, het migratie-vraagstuk en externe betrekkingen. De Minister-President heeft de uitslag van het Nederlandse referendum ter sprake gebracht. De bijeenkomst begon met de traditionele gedachtewisseling met de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schulz (toespraak bijgevoegd1).

Britse referendum over EU-lidmaatschap

Over de gevolgen van het Britse referendum werd gesproken tijdens het diner in aanwezigheid van de Britse Minister-President. Hij heeft de achtergronden geschetst bij de verkiezingsuitslag en aangegeven dat hij de kennisgeving op basis van artikel 50 van het EU Verdrag – noodzakelijk voor de start van de uittredingsonderhandelingen – zal overlaten aan zijn opvolger. De regeringsleiders waren verenigd in hun teleurstelling over de uitkomst, maar gaven aan de wil van de meerderheid van de Britse kiezers te respecteren. Het VK is opgeroepen zo snel als mogelijk over te gaan tot het doen van voornoemde kennisgeving, teneinde een lange periode van onzekerheid te vermijden. Tegelijkertijd bestond er bij veel leden van de Europese Raad, waaronder ook de Nederlandse Minister-President, begrip voor het feit dat de Britse politiek en samenleving enige tijd nodig zullen hebben om orde op zaken te stellen. De Europese Raad heeft duidelijk uitgesproken dat er geen sprake kan zijn van onderhandelingen voordat de kennisgeving ex artikel 50 EU-verdrag is gedaan. Daarbij is onderstreept dat toegang tot de interne markt verbonden is met de vier vrijheden (goederen, diensten, kapitaal en personen). De wens is tevens uitgesproken om ook in de toekomst nauwe relaties met het VK te onderhouden.

Door vele leden van de Europese Raad werd aangegeven dat de uitslag van het Britse referendum een wake up call moet zijn voor alle lidstaten. De negatieve gevoelens over de Europese Unie die in het Britse referendum aan het licht kwamen, leven ook in andere lidstaten. Er is daarom besloten tot een reflectieproces over de Europese Unie, gericht op hervormingen in lijn met de Strategische Agenda. Daartoe zal een informele bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders worden gehouden op 15 september in Bratislava. De Minister-President heeft ervoor gepleit dat dit reflectieproces zich vooral richt op de vraag hoe de Unie beter kan functioneren en resultaten kan boeken. Een EU die banen helpt creëren, onder meer door een diepere, eerlijke interne markt, en die meerwaarde biedt bij de gezamenlijke aanpak van gedeelde uitdagingen zoals op het gebied van veiligheid en stabiliteit, migratie, klimaat en energie is immers de meest aangewezen weg om zichtbaar te maken wat de Europese samenwerking voor mensen betekent.

Nederlandse referendum over het Associatie-akkoord met Oekraïne

De Minister-President heeft de situatie uiteengezet als gevolg van de uitslag van het referendum in Nederland van 6 april jl. Hij heeft aangegeven dat het akkoord nu niet zonder meer geratificeerd kan worden. Daarbij heeft hij een aantal van de zorgen genoemd zoals die aan de orde zijn gekomen tijdens het maatschappelijk debat in aanloop naar het referendum, zoals de zorg dat dit associatieakkoord impliceert dat Oekraïne op termijn lid wordt van de EU, de zorg dat dit akkoord leidt tot omvangrijke additionele financiële verplichtingen en de vrees dat militaire samenwerking ook een veiligheidsgarantie voor Oekraïne betekent. Er zal een bevredigende oplossing gevonden moeten worden die tegemoet komt aan zorgen als deze. De Minister-President heeft daarbij aangegeven dat deze oplossing een juridisch bindend karakter dient te hebben. Tevens heeft hij benadrukt dat Nederland een dergelijke oplossing niet op de lange baan wil schuiven. Er is in de conclusies overeengekomen dat zo spoedig mogelijk een oplossing gevonden wordt die de opgekomen zorgen adresseert.

Europese economie

De Europese Raad sprak over het belang van een diepere en eerlijkere interne markt als motor voor banen en economische groei in de EU en kwam op Nederlands initiatief overeen de belangrijkste interne markt strategieën in 2018 af te ronden en te implementeren. Om implementatie te borgen is afgesproken om jaarlijks in juni op het niveau van regeringsleiders te sturen op de voortgang en versterking van alle aspecten van de interne markt. De Europese Raad wijst in dit verband onder andere op het belang van het versterken van een digitale interne markt, waarin bijvoorbeeld belemmeringen voor e-commerce worden geslecht en btw-systemen worden gemoderniseerd en op een dienstenpaspoort dat het aanbieden van diensten in andere lidstaten moet faciliteren. Ook werd bevestigd dat een voortvarende implementatie en de handhaving van bestaande regels cruciaal zijn voor het beter functioneren van de interne markt. Hiermee heeft de Europese Raad een krachtig en eenduidig signaal afgegeven dat de vervolmaking van de interne markt de sleutel is naar toekomstige economische groei en welvaart.

Europees Semester en landenspecifieke aanbevelingen

De ER heeft de landenspecifieke aanbevelingen in het kader van het Europees Semester bekrachtigd. Onder de lidstaten bestond brede steun voor de landenspecifieke aanbevelingen die de Commissie 18 mei jl. presenteerde en de versterkte focus die in de aanbevelingen is aangebracht.

Europees Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI)

Tijdens de ER is kort stilgestaan bij de toekomst van EFSI. Door middel van dit fonds zijn belangrijke stappen gezet in het mobiliseren van private structuurversterkende investeringen. Er wordt met interesse uitgekeken naar de evaluatie van de huidige werking en vervolgens de nieuwe voorstellen van de Commissie over de toekomst van het fonds.

Handel

President Juncker heeft de leden van de Europese Raad bijgepraat over de stand van zaken m.b.t. de onderhandelingen over de vrijhandelsverdragen met Canada (CETA) en de Verenigde Staten (TTIP). M.b.t CETA heeft hij aangegeven dat dit akkoord in de ogen van de Commissie het karakter van een «EU-only»-akkoord heeft (en derhalve geen ratificatie door lidstaten behoeft). Met betrekking tot TTIP is president Juncker aangemoedigd de onderhandelingen met de Verenigde Staten met vastberadenheid voort te zetten. In oktober zal de Europese Raad een allesomvattende discussie hebben over het onderwerp, waarbij ook over het bredere handelsinstrumentarium zal worden gesproken.

Migratie

De Europese Raad bevestigde zijn geïntegreerde benadering waarin op alle elementen van migratie een actieve inzet nodig is. De Minister-President heeft zich sterk uitgesproken voor deze aanpak, van het volledig toepassen van de afspraken van Schengen en het voorkomen van doorwuif-praktijken tot het duurzaam bestrijden van de onderliggende redenen voor migratie.

Specifiek besprak de Europese Raad de EU-Turkije-afspraken en de ontwikkelingen in Griekenland en Turkije. De Europese Raad stelde vast dat de aantallen irreguliere migranten vanuit Turkije significant zijn afgenomen. De Europese Raad onderstreepte het belang van de zorgvuldige implementatie van de gemaakte afspraken. Daarbij is ook benadrukt dat terugkeer naar Turkije mogelijk is en moet plaatsvinden binnen de Europese en internationale regels. Tegelijkertijd is een oproep gedaan om te blijven werken aan relocatie van asielaanvragers binnen Europa en het boeken van resultaten op hervestiging vanuit andere landen, waaronder Turkije, om op die manier bij te dragen aan legale wegen voor migratie.

De Europese Raad boog zich ook over de externe migratiedruk elders en de aanpak van de externe dimensie van migratie, in het bijzonder wat betreft de centraal Mediterrane route. De Raad besloot deze inzet te versterken met acties voor onmiddellijke effecten en voor de langere termijn, waarbij alle effectieve instrumenten kunnen worden ingezet. Daarbij zet Europa in op echte partnerschappen met individuele landen van herkomst, transit en andere derde landen. Samenwerking op terug- en overname zal een belangrijke test zijn voor dat partnerschap tussen die landen en Europa. De Europese Raad heeft Hoge Vertegenwoordiger Mogherini aangewezen om – samen met de Commissie en de Raad – leiding te geven aan het boeken van resultaten op weg naar een volgende Europese Raad.

Externe betrekkingen

Europese buitenland- en veiligheidsstrategie

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini presenteerde de buitenland- en veiligheidsstrategie van de EU die als titel draagt «Gedeelde visie, gemeenschappelijke actie: Een sterker Europa». De tekst van de strategie is beschikbaar op www.europa.eu/globalstrategy. De leden van de Europese Raad verwelkomenden deze presentatie en nodigden de Hoge Vertegenwoordiger uit om samen met de Raad en de Europese Commissie de concrete uitwerking hiervan ter hand te nemen. Het kabinet heeft actief gepleit voor een nieuwe EU buitenland- en veiligheidsstrategie en heeft als roulerend EU-voorzitterschap de Hoge Vertegenwoordiger actief gesteund bij de spoedige totstandkoming ervan. Het kabinet zal Uw Kamer spoedig nader informeren over de inhoud van deze strategie inclusief een nadere appreciatie. Een toelichting over het proces in aanloop naar de presentatie van de strategie is uw Kamer op 27 juni jl. toegezonden (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1128).

EU-NAVO

In aanwezigheid van Secretaris-Generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg, werd gesproken over EU-NAVO samenwerking in aanloop naar de NAVO top die op 8–9 juli in Warschau plaatsvindt. Gesproken werd over het belang van nauwere samenwerking tussen EU en NAVO in het licht van gedeelde waarden en doelen en in antwoord op uitdagingen in het Zuiden en in het Oosten. Zowel EU als NAVO zetten in op de totstandkoming van een gezamenlijke verklaring in de marge van de NAVO-top waarin een duidelijk commitment is opgenomen de samenwerking te versterken op gebieden die zich daarvoor lenen, zoals bijvoorbeeld ten aanzien van hybride dreigingen, cyber of coördinatie ten aanzien van crisismanagement oefeningen. De geannoteerde agenda voor de NAVO-top zal uw Kamer separaat toegaan.

Libië

De leden van de Europese Raad stonden kort stil bij de uitbreiding van het mandaat van de operatie EUNAVFOR MED Sophia, mogelijk gemaakt door VNVR resolutie 2292. Operatie Sophia heeft hiermee ruimere bevoegdheden het VN wapenembargo af te dwingen en om de Libische kustwacht te trainen. Ook herhaalde de Europese Raad de steun voor de Libische eenheidsregering als legitieme partner om stabiliteit te herstellen, terrorisme te bestrijden en migratiestromen aan te pakken.

Rusland

De leden van de Europese Raad stonden kort stil bij de naleving van de Minsk-akkoorden. Geconstateerd werd dat, hoewel er op sommige vlakken voortgang is, de afspraken niet volledig zijn geïmplementeerd en derhalve het verlichten van de restrictieve maatregelen jegens Rusland nu niet aan de orde is. De Raad zal nu de formele verlenging van de sancties ter hand nemen.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven