21 501-10
Telecommunicatie- en Postraad

nr. 53
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

's-Gravenhage, 22 mei 2000

Bijgaand ontvangt u ter informatie het verslag van de EU Raad voor Telecommunicatie, welke op 2 mei 2000 te Brussel heeft plaatsgevonden.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. M. de Vries

Verslag van de EU Raad voor Telecommunicatie en Post Brussel, 2 mei 2000

1. Goedkeuring van de voorlopige agenda.

De agenda werd goedgekeurd.

2. Goedkeuring van de lijst van A-punten.

De A-punten werden goedgekeurd.

3. Mededeling van de Commissie inzake «de Europese standpunten voor de wereldradio communicatie conferentie 2000» (WRC 2000)

– conclusies van de Raad

Op 16 maart heeft de Commissie een Mededeling gepubliceerd over de Europese standpunten voor de Wereld Radio Conferentie 2000 (WRC) die van 8 mei tot 2 juni te Istanboel bijeenkomt. De WRC is het hoogste besluitvormende orgaan van de radiosector van de Internationale Telecommunicatie Unie en beslist in grote lijnen over verdeling van frequenties wereldwijd. De Mededeling van de Commissie biedt een overzicht van de voornaamste agendapunten op de WRC en sluit aan bij de European Common Proposals (ECPs) die de Conferentie van Europese Post en Telecommunicatie autoriteiten (CEPT) ter voorbereiding van de Europese standpunten heeft aangenomen. De meeste van de ECPs worden door alle EU-lidstaten gesteund. De Commissie beoogt, middels Raadsconclusies, een positief signaal aan de buitenwereld te geven dat de EU-landen op één lijn zitten en gezamenlijk zullen optreden op basis van de reeds vastgestelde (of evt. nog ter WRC-conferentie vast te stellen) ECPs. Hiermee beoogt de Commissie tevens de Lidstaten zoveel mogelijk aan die ECPs te binden, met het doel te vermijden dat bepaalde landen tijdens de WRC ineens een andere koers inslaan. Nederland kan instemmen met de Raadsconclusies zoals thans geformuleerd.

De voorzitter constateert dat er geen voorbehouden meer zijn bij de ontwerp-conclusies van de Raad inzake de mededeling van de Commissie over de Europese standpunten. De conclusies worden aldus vastgesteld, nadat de Commissie-vertegenwoordiger in een kritische interventie zijn teleurstelling uit over de zwakke toonzetting waar een gebrek aan politieke wil achter schuil lijkt te gaan van Lidstaten om zich in Istanboel ertoe te verplichten met elkaar de communautaire belangen te behartigen. De Franse delegatie deelt de zorg van de Commissie en doet een dringende oproep aan de Lidstaten om in het bijzonder de toekomst van het Galileo-project niet in gevaar te brengen door een gebrek aan eensgezindheid in het optreden van de Gemeenschap in Istanboel.

4. Conferentie over digitale terrestrische televisie van 17 en 18 februari 2000 in Lissabon

– informatie van het voorzitterschap

Het voorzitterschap heeft een memorandum opgesteld naar aanleiding van de conferentie over digitale televisie (DVB-T) welke van 17 en 18 februari te Lissabon werd gehouden. De invoering van DVB-T is een belangrijke kans voor de Europese industrie en biedt de consumenten en exploitanten belangrijke voordelen, aangezien door DVB-T:

1. het aantal TV-kanalen wordt uitgebreid (betaal TV en vrij te ontvangen TV)

2. de beeld en geluidskwaliteit worden verhoogd;

3. nieuwe diensten en functies worden ingevoerd en ontwikkeld, zoals interactiviteit, internetgebruik, e-commerce, etc.;

4. draagbare en mobiele ontvangst (alleen beschikbaar via DVB-T) mogelijk worden;

5. een doeltreffender spectrumbeheer mogelijk wordt;

6. lagere kosten voor transmissie over grote afstand per kanaal mogelijk worden.

De conferentie werd bezocht door vertegenwoordigers van het ICT- en mediabedrijfsleven, enkele DVB-T gerelateerde internationale organisaties, de Europese Commissie en enkele Europese overheden. De belangrijkste conclusies van de conferentie zijn:

• DVB-T is essentieel voor de ontwikkeling van de Europese audiovisuele industrie en consumentenelektronica industrie; het is aannemelijk dat DVB-T ook een sleutelrol zal spelen bij de (toegang tot de) Informatie Maatschappij.

• De introductie van DVB-T vergt een goed overwogen planning, met name met betrekking tot de regelgeving (minimaal en technologie-onafhankelijk; inhoud scheiden van distributie), de bevordering van eerlijke concurrentie (met andere platformen zoals kabel en satelliet) en algemene publieke doelstellingen (universele toegang, beschikbaarheid, culturele diversiteit e.d.).

• Teneinde digitale televisie ten volle te benutten dient de «digital content industry» te worden bevorderd, met name door de overheden.

• De Europese Commissie ziet voor zichzelf een rol weggelegd in het bevorderen van een open markt met nieuwe spelers, en het beschermen van de belangen van de consument; Richtlijn 95/47/CE inzake de introductie van digitale televisie is toe aan herziening.

Op uitnodiging van de voorzitter rapporteert de Portugese nationale regelgevende autoriteit, de initiatiefnemer van de conferentie, over het verloop van de conferentie langs bovenstaande lijnen.

5. Uitgebreide ministeriële conferentie over de informatie- en kennismaatschappij (10–11 april 2000)

– mededeling van het voorzitterschap

Op verzoek van de voorzitter brengt de Portugese delegatie mondeling verslag uit van de uitkomsten van de ministeriële conferentie over de informatie- en kennissamenleving die op 10 en 11 april heeft plaatsgevonden in Lissabon. De conferentie is te beschouwen als follow-up van de bijzondere Europese Top van Lissabon (23/24 maart) en als springplank naar de Europese Raad van Feira op 19 en 20 juni. Inzet is de ontwikkeling van een Europese strategie voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij. De aandacht gaat uit naar de bevordering van nieuwe producten en diensten, consumentenbelangen, concurrentievermogen en werkgelegenheid. De Commissie werkt momenteel samen met het voorzitterschap aan de opstelling van een coherent e-Europe actieprogramma dat zal worden aangeboden aan de Europese Raad van Feira.

6. Herziening van de regelgeving voor elektronische communicatie: resultaat van de openbare raadpleging

– presentatie door de Commissie

– oriënterend debat

en

Aanbeveling en mededeling van de Commissie over de toegang tot het aansluitnet, met inbegrip van de ontbundeling van het aansluitnet

– toelichting door de Commissie

De Commissie presenteert op hoofdlijnen de resultaten van de openbare raadpleging over de Commissie-mededeling van november 1999 inzake herziening van het regelgevend kader voor de elektronische communicatie-infrastructuur (ONP-review). Uit de vele reacties van Lidstaten en marktpartijen blijkt volgens de Commissie een grote mate van consensus over o.m. de doelstellingen en beginselen van de ONP-review, de blijvende noodzaak van sectorspecifieke regelgeving, de wenselijkheid om een sterkere harmonisatie van de regelgeving in de Lidstaten te bevorderen, het gebruik van algemene machtigingen waarbij individuele vergunningen dienen te worden beperkt tot toewijzing van schaarse middelen zoals frequenties en nummers, doelmatig beheer van het radiospectrum, handhaving van het huidige bereik van de universele dienst en herziening van de dataprotectie-richtlijn. Een belangrijk aspect is dat de Commissie heeft moeten constateren dat toepassing van een dubbele drempel voor de toepassing van sector-specifieke a-symmetrische verplichtingen inzake toegang en interconnectie op veel verzet stuit. De Commissie stapt daarom af van het in de mededeling van 1999 geschetste model waarin zowel het criterium van aanmerkelijke marktmacht als dat van een dominante machtspositie worden toegepast voor het opleggen van ex-ante verplichtingen. Zij kiest voor een meer flexibel systeem dat beter aansluit bij de algemene mededingingsregels. De nationale toezichthoudende instanties (NRAs) moeten beoordelen wanneer op een bepaalde relevante markt dient te worden ingegrepen. Om te voorkomen dat de regels op uiteenlopende manieren worden toegepast, dient tevens sprake te zijn van sterke coördinatie op EU-niveau, zowel tussen NRAs als nationale overheden.

Ter bevordering van meer concurrentie op het gebied van lokale toegangsnetten pleit de Commissie, als belangrijk onderdeel van de ONP-review, voor het openstellen van het fijnmazige aansluitnetwerk van de gevestigde operators op de markt van vaste openbare telefoonnetwerken. Over deze ontbundeling van de local loop zijn tegelijkertijd met het verschijnen van de resultaten van de openbare raadpleging een mededeling en aanbeveling van de Commissie verschenen.

In een oriënterend debat reageren de delegaties in de vergadering op vier vragen uit een document van het voorzitterschap. Uit de verschillende reacties ontstaat het volgende beeld:

• er is brede steun voor de handhaving van een a-symmetrisch regelgevend kader, waarin zwaardere (ex-ante) verplichtingen worden opgenomen voor de dominante operators. Er dienen duidelijke criteria te worden uitgewerkt op basis waarvan deze dominante spelers op de markt kunnen worden gedefinieerd in samenhang met de vaststelling van de relevante markt.

• Lidstaten tonen zich in principe bereid na te denken over mogelijke vormen van «soft law», teneinde sneller te kunnen inspelen op technologische ontwikkelingen en een snelle evolutie van de (tele)communicatiemarkt, maar benadrukken tegelijkertijd het belang van rechtszekerheid en duidelijkheid voor marktpartijen die vaak voor grote investeringsbeslissingen staan. De meeste Lidstaten willen bij de introductie van «soft law» een voorzichtige koers varen. De angst voor een verlies aan democratische controle neemt toe wanneer t.b.v. meer flexibiliteit de traditionele regelgever minder zeggenschap krijgt. Essentiële voorwaarden dienen in communautaire regelgeving te worden vastgelegd, waarna in de nationale implementatie en uitvoering meer ruimte kan worden geboden voor verschillende vormen van co-regulering en zelf-regulering. Hierbij kunnen Commissie-aanbevelingen een belangrijke voorbeeldfunctie vervullen.

• Lidstaten onderschrijven allen de noodzaak om in het kader van de bevordering van de informatiesamenleving sociale uitsluiting en digitaal analfabetisme te voorkomen. In relatie tot de discussie over de universele dienstverlening verschillen Lidstaten echter van mening over de manier waarop bijvoorbeeld de toegang tot het internet voor alle bevolkingsgroepen kan worden verwezenlijkt.

Nederland sluit zich aan in de rij voorstanders (Denemarken, Zweden, Finland) van een sectorspecifieke benadering die zoveel mogelijk aansluit bij de algemene mededingingsregels. De verplichting om toegang te verlenen is alleen aan de orde als de aanbieder over een economische machtspositie op de relevante markt beschikt. Daarbij moet het tevens gaan om infrastructuur waarvoor in economische zin geen reële alternatieven bestaan. Nederland is bovendien van mening dat de omvang van de universele dienst beperkt dient te blijven. De beschikbaarheid van diensten, ook voor wat betreft het aanbod aan internetverbindingen, dient zoveel mogelijk via marktwerking te worden bereikt. In de praktijk lijkt dat ook al goed te lukken. Tot slot plaatst Nederland, gesteund door de Belgische delegatie, als kritische kanttekening bij de in beginsel uitstekende doelstelling van een ontbundeling van de local loop dat hiermee niet de investeringsprikkel voor de ontwikkeling van alternatieve infrastructuren en technologieën verloren mag gaan. De Duitse, Belgische en Britse delegaties delen het Nederlands standpunt t.a.v. de universele dienst.

In de loop van de maand juni zullen de definitieve Commissie-voorstellen verschijnen.

7. Postdiensten

– informatie van de Commissie

De Commissie meldt op dit punt dat zij naar verwachting pas eind mei op basis van een voorstel van Commissaris Bolkestein praten over verdere stappen in de liberalisering van de postmarkt.

8. Diversen

Resultaat van de openbare raadpleging over «dot.EU»

– mondelinge toelichting door de Commissie

In februari jl. circuleerde de Commissie een consultatie document over de mogelijkheid tot het aanvragen van een nieuw Europees «top level domain (TLD)». Het aantal TLD's is vooralsnog beperkt tot bekende achtervoegsels als dot.com, dot.int, dot.org etc. alsmede de verschillende landendomeinen als dot.nl en dot.uk. De Commissie is van mening dat het opzetten van een nieuw dot.eu domein het imago en de infrastructuur van het internet in Europa zal versterken. Daarnaast zal creatie van een EU-domein Europese bedrijven soelaas bieden voor de steeds nijpender wordende schaarste aan registratiemogelijkheden in de reeds bestaande domeinen als gevolg van de explosieve groei van elektronische handel (alle andere domeinen, met name de dot.com, slibben dicht).

De Commissie heeft ruim 90 reacties op haar consultatiedocument ontvangen, waaronder die van Nederland. De meerderheid van de reacties was positief over het idee van de invoering van een «dot EU» domein, maar op het vlak van de praktische invulling bestaan nog de nodige reserves. Deze reserves hebben o.a. te maken met het feit dat de toegevoegde waarde voor een «dot EU» domein niet duidelijk uit het consultatiedocument naar voren komt, de bezorgdheid rondom het fenomeen«cybersquatting» en de mogelijke vermenging van markten.

De Commissie heeft aangekondigd dat de resultaten van de openbare raadpleging over de mogelijke invoering van een «dot.EU» top level domein zullen worden verwerkt in een Commissie-mededeling die naar verwachting in de loop van de maand mei zal verschijnen.

Mededeling van de Commissie over de organisatie van het beheer van Internet

– toelichting door de Commissie

De Commissie geeft in de vergadering een korte samenvatting van de onlangs verschenen Commissie-mededeling over de organisatie en het beheer van Internet.

De Mededeling geeft een goed overzicht van wat er in de afgelopen twee jaar is bereikt op het gebied van het internetbeleid. Het stuk gaat met name dieper in op de resultaten die zijn bereikt op het vlak van het management van het internet. Voor 1998 was het gehele internet beheer in exclusief Amerikaanse overheidshanden. Sinds de oprichting van International Corporation for Assigned Names and Numbers (ICANN) is een deel van die beheerstaken overgegaan naar deze organisatie. ICANN is een privaatrechtelijke not-profit organisatie naar Amerikaans recht. Overheden kunnen aan ICANN adviezen verstrekken via het Governmental Advisory Committee (GAC). ICANN is echter niet gebonden om die adviezen over te nemen. Ook Nederland (DGTP) participeert in dit GAC.

De Commissie vraagt in de Mededeling om bevestiging van haar rol als deelnemer, coördinator en, waar mogelijk, als onderhandelaar in de internationale internet arena. De Commissie streeft er verder naar om de deelname van Europese spelers aan de relevante fora voor internetbeleidsvorming te stimuleren en te vergroten. Zo hoopt de Commissie tot een betere verdeling van belangen te komen. Op dit moment is er nog sprake van Amerikaanse dominantie in alle fora waar over internet zaken wordt beslist.

Aan het eind van de vergadering geeft het a.s. Frans voorzitterschap kort zijn voornemens voor de tweede helft van dit jaar weer. Het Frans voorzitterschap wil zowel e-Europe als de ONP-review met grote voortvarendheid voortzetten. De volgende zittingen van de Telecomraad staan gepland op 3 oktober en 4 december 2000. De Telecomraad zal zich onder Frans voorzitterschap tevens buigen over het postdossier.

Naar boven