Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 februari 2012
In mijn brief van 15 december jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 873), naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie van Financiën om de kabinetsreactie
op het groenboek Eurobonds zo snel mogelijk te doen toekomen, heb ik aangegeven dat
er aan een reactie richting de Commissie werd gewerkt met hierin een aantal belangrijke
principes, te weten:
-
• De regels voor begrotingsdiscipline moeten maximaal zijn aangescherpt, voordat zelfs
ook maar een beperkte variant van Eurobonds zou worden geïntroduceerd.
-
• Een verwachting dat een geloofwaardig perspectief op de invoering op termijn van Eurobonds
nu al een kalmerend effect kan hebben op de huidige situatie in de Eurozone kan te
optimistisch blijken.
-
• Eurobonds kunnen niet fungeren als crisisinstrument.
Zoals aangekondigd, is er tevens gekeken naar de mogelijkheden om met meerdere gelijkgezinde
lidstaten een reactie richting de Commissie op het groenboek Eurobonds te sturen.
Dit heeft geresulteerd in een gezamenlijke brief met Duitsland, Finland en Oostenrijk
op hoogambtelijk niveau (zie bijlage)1 aan M. Buti, DG Economische en Financiële Zaken van de Commissie, welke ik heb geaccordeerd.
De reactie in de gezamenlijke brief richt zich op de introductie van Eurobonds op
de korte en middellange termijn. In lijn met de brieven die ik op 6 en 15 december
aan de Kamer heb gestuurd, zijn Eurobonds wat de regering betreft alleen mogelijk
als sluitstuk van de EMU. Cruciale randvoorwaarden dienen eerst tot in detail te zijn
geregeld voordat tot de invoering van Eurobonds overgegaan zou kunnen worden.
Bij de verzending van de reactie op het Groenboek is afgeweken van de normale procedure
voor kabinetsreacties naar de Kamer. Dit komt omdat de mogelijkheid er was een reactie
te sturen met gelijkgestemde lidstaten. Hiervoor is gekozen omdat het, gezien de relevantie
van het onderwerp, zeer nuttig is om met gelijkgezinde lidstaten een krachtig signaal
naar de Commissie af te geven.
De minister van Financiën, J. C. de Jager