De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de Europese Centrale Bank een nieuw fragmentatie-instrument heeft
aangekondigd om gericht schulden op te kopen van landen met een hoge staatsschuld,
met als doel renteverschillen tussen eurolanden te verkleinen;
overwegende dat het bewaken van prijsstabiliteit het primaire doel van de ECB is en
niet het verkleinen van renteverschillen tussen eurolanden;
overwegende dat het Hof van Justitie van de Europese Unie eerdere programma's toelaatbaar
achtte zolang deze in de ogen van het Hof gericht waren op prijsstabiliteit in de
eurozone, niet gericht waren op de financieringsbehoefte van specifieke landen en
niet het verbod op monetaire financiering omzeilden;
overwegende dat er reële zorgen zijn dat het nieuw aangekondigde instrument niet aan
deze juridische eisen voldoet;
constaterende dat de ECB reeds crisisinstrumenten tot zijn beschikking heeft, waaronder
het OMT-programma, dat samen met het Europese Stabiliteitsmechanisme onder strikte
voorwaarde van hervormingen ingezet kan worden voor probleemlanden;
spreekt uit dat een fragmentatie-instrument gericht op het verkleinen van renteverschillen
tussen eurolanden zeer onwenselijk is en op gespannen voet staat met het mandaat van
de ECB en het verbod op monetaire financiering;
verzoekt de regering in de eurogroep met gelijkgezinde landen in sterke bewoordingen
kenbaar te maken dat op geen enkele wijze het verdragsrechtelijke mandaat en verbod
op monetaire financiering door de ECB geschonden mag worden en gezond begrotingsbeleid
voorop moet blijven staan,
en gaat over tot de orde van de dag.
Heinen