Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-07 nr. 1774 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2020-2021 | 21501-07 nr. 1774 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 september 2021
Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en informele Ecofinraad van 10 en 11 september a.s. in Ljubljana. Ik kan zelf niet bij deze vergadering aanwezig zijn. De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst is voornemens deel te nemen aan de vergadering.
Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.
Indien voor de werksessies van de Ecofinraad nog stukken worden verspreid zal ik deze aan uw Kamer zenden.
De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra
Eurogroep
Gedachtewisseling over de macro-economische ontwikkelingen in de Eurozone
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep en de voorzitter van het Comité van Economische en Monetaire Aangelegenheden van het Europees Parlement zullen van gedachten wisselen over de economische situatie in de eurozone. In de Eurogroep en Ecofinraad is sinds het uitbreken van de COVID-19-crisis reeds meermaals gesproken over de economische gevolgen van de COVID-19-crisis en de impact hiervan op lidstaten.
De Europese Commissie verwacht, zoals gepubliceerd in de zomerraming van 7 juli jl., een economische groei van 4,8% bbp in 2021 en 4,5% bbp in 2022 in de eurozone1. Indien er sprake is van voldoende economisch herstel in lidstaten, is het van belang dat deze lidstaten de steun voor hun economieën om de gevolgen van de crisis te mitigeren, tijdig afbouwen. Tegelijkertijd moet het vroegtijdig intrekken van steun worden vermeden, vanwege het procyclische effect dat dit kan hebben. Om schulden terug te brengen en de houdbaarheid van overheidsfinanciën te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline na de crisis noodzakelijk zijn. Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele hervormingen implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van de economie. Het RRF, dat vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
De ongelijke impact van COVID-19 managen – lessen tot op heden en implicaties voor de eurozone op de middellange termijn
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de ongelijke economische impact van COVID-19 en de wijze waarop dit kan worden geadresseerd door middel van beleid. Verschillende sectoren zijn hard getroffen en private en publieke schulden ten opzichte van het bruto binnenlands produce (bbp) zijn sterk gestegen, met name in lidstaten die voor de crisis al een hoge schuld kennen, en het risico bestaat dat bestaande verschillen in economische groei verder toenemen.
Nederland erkent dat sectoren asymmetrisch zijn getroffen. Bij het vormen van beleid is het belangrijk dat de economische en gezondheidsmaatregelen goed op elkaar zijn afgestemd. Verschillen in de eurozone kunnen door de COVID-19-crisis worden vergroot. Om dit te ondervangen is het van belang dat structurele hervormingen worden doorgevoerd. Structurele hervormingen kunnen eraan bijdragen om de onevenwichtigheden in de eurozone te verkleinen, in het bijzonder door het verhogen van het groeipotentieel en het verlagen van publieke schuldniveaus. De Recovery and Resilience Facility (RRF), die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.
Economische aanpassing en herstructurering bedrijfsleven na COVID-19
Document: n.v.t.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
De Eurogroep zal spreken over de toegenomen bedrijfsschulden tijdens de COVID-19-crisis en de economische aanpassingen na de crisis. De discussie zal zich onder meer richten op wenselijke (nationale) aanpakken, zoals het versterken van nationale insolventieraamwerken.
Het coronavirus heeft de Nederlandse samenleving en economie afgelopen anderhalf jaar ernstig op de proef gesteld, maar de vooruitzichten zijn positief. Het generieke steunpakket heeft in deze periode de klap voor bedrijven, ondernemers en werkenden voor een groot deel opgevangen. Door de toegenomen vaccinatiegraad kunnen de contactbeperkende maatregelen steeds verder worden opgeheven en wordt de economie (grotendeels) heropend. Tegelijkertijd is het steunpakket de afgelopen periode onbedoeld steeds meer niet-corona gerelateerde risico’s en omzetfluctuaties gaan compenseren. Om die reden wordt het generieke steunpakket, bestaande uit onder meer NOW, TVL, TOZO en mogelijkheid tot belastinguitstel, niet verlengd per 1 oktober.2
Nederland kan zijn ervaringen in de discussie inbrengen. Nederland onderstreept dat een gezonde economische dynamiek met ruimte voor startende en innoverende ondernemers van groot belang is voor de bedrijven en banen van de toekomst. In sommige sectoren zijn grote tekorten aan personeel, terwijl de steun die voortkomt uit de pakketten ook mensen belemmert de overstap te maken naar plekken waar zij hard nodig zijn. Nederland steunt het versterken van de nationale insolventieraamwerken en het efficiënter maken van insolventieprocedures, waarvoor gerichte nationale verbeteringen op basis van de benchmarking exercitie van de Europese Banken Autoriteit (EBA) goede aanknopingspunten bieden. De nieuwe Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) kan hierbij mogelijk als voorbeeld dienen. Met deze wet kunnen schulden worden gesaneerd en daarmee een faillissement worden voorkomen. Daarnaast is het belangrijk dat kredietverstrekking voor het bedrijfsleven in Europa op gang blijft. Goed gekapitaliseerde banken zijn hiervoor essentieel. Het kabinet is daarom positief over de uitkomsten van de recente EBA stresstest waaruit blijkt dat het merendeel van de Europese banken ondanks de coronacrisis goed gekapitaliseerd is. Dergelijke stress tests en een voortvarende schuldherstructurering verhelderen de kapitaalpositie van banken, wat ruimte creëert voor nieuwe investeringen in groeisectoren.
Ecofinraad
Werklunch blockchaintechnologieën
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de informele Ecofinraad zullen de Ministers van gedachte wisselen over blockchaintechnologieën. De discussie zal zich hierbij richten op het gebruik van blockchain voor financiële doeleinden buiten crypto’s.
Nederland heeft een open houding ten aanzien van blockchaintechnologieën en digital ledger-technologieën (DLT). Simpel gezegd zijn dit technologieën waarmee op een veilige manier bepaalde informatie op een decentrale wijze kan worden opgeslagen, en, in sommige gevallen, waarde overgedragen kan worden tussen verschillende personen. Zij kunnen worden gebruikt in verschillende toepassingen, van crypto’s tot aan certificaten voor duurzame producten.
Nederland ziet dat deze technologieën bepaalde diensten, zoals financiële diensten, innovatiever en efficiënter kunnen maken. Daarom zet Nederland actief in op verdere ontwikkeling van deze technologieën. Zo bestaat er sinds 2017 de Dutch Blockchain Coalition, waarin de overheid samenwerkt met private partijen, onderzoekers en onderwijzers, en maatschappelijke organisaties aan mogelijke applicaties waarbij blockchain gebruikt kan worden. Daarnaast is Nederland ook lid van het European Blockchain Partnership, waarop op EU-niveau onderzoek wordt gedaan naar mogelijke toepassingen. Verder heeft het kabinet in 2019 een studie laten doen naar hoe het gebruik van blockchain zich tot bestaande wetgeving verhoudt. Hierover is de Kamer in 2019 geïnformeerd.3
In de financiële sector zet Nederland in op het mogelijk maken van het gebruik van DLT in de financiële sector, en met name de handel in financiële instrumenten, waar DLT-toepassingen kunnen leiden tot meer efficiëntie en betere dienstverlening. Zo heeft het kabinet zich hard gemaakt voor een experimenteel regime waarmee dit mogelijk is, waartoe de Commissie in 2020 een voorstel voor een pilot regime voor het gebruik van DLT in de handel in financiële instrumenten heeft gepubliceerd. Op dit moment bevindt dit voorstel zich in de triloogfase. Verder ziet Nederland eventuele mogelijkheden voor het gebruik van DLT voor andere financiële diensten, die veelal al binnen het bestaande regelgevende kader plaats kunnen vinden.
Sessie 1 – Regulering van de financiële sector
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden gedeeld.
Aard bespreking: onbekend
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de eerste werksessie van de informele Ecofinraad zal gesproken worden over de regulering van de financiële sector. In deze discussie zal gereflecteerd worden op de relatie tussen aan klimaat gerelateerde financiële risico’s en de stabiliteit van de financiële markten. Er zal daarnaast gesproken worden over mogelijke instrumenten om deelnemers aan de financiële markten te bewegen klimaat gerelateerde financiële risico’s mee te nemen in hun risicobeoordelingen. De sessies zal ingeleid worden door de Bank for International Settlements (BIS).
Nederland hecht veel waarde aan de aanpak van aan duurzaamheid gerelateerde risico’s in het financiële systeem. Klimaatveranderingen en de transitie naar een duurzame economie brengen financiële risico’s met zich mee Het is van belang dat financiële instellingen deze risico’s onderkennen en voldoende meenemen, teneinde hun weerbaarheid te versterken. Nederland is dan ook positief dat dit onderwerp op de agenda staat. De verwachting is dat er gesproken zal worden over de mondiale ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheidsrisico’s, waarover ook door de BIS en de Financial Stability Board (FSB) wordt gesproken. Daarnaast zal er waarschijnlijk ook gesproken worden over de voornemens die de Europese Commissie op dit gebied in haar nieuwe duurzame financieringsstrategie heeft opgenomen.
Sessie 2 – Opties voor uitlenen van IMF speciale trekkingsrechten aan kwetsbare landen
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: N.v.t.
Toelichting:
De Ecofinraad zal van gedachten wisselen over de mogelijkheden voor het doorlenen van speciale trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR) aan kwetsbare landen, met Managing Director van het IMF Kristalina Georgieva als gast. Een generale allocatie van speciale trekkingsrechten (Special Drawing Rights, SDR) van een omvang van ca. USD 650 mld. is 23 augustus effectief geworden. Aangezien SDR’s voor een groot deel terecht komen bij ontwikkelde economieën, wordt nagedacht hoe landen met sterke fundamenten een deel van de gealloceerde SDR’s uit zouden kunnen lenen om kwetsbare te landen te ondersteunen in het herstel. Het IMF werkt aan verschillende voorstellen over hoe SDR’s doorgeleend zouden kunnen worden, o.a. op verzoek van de G20.4
Het IMF heeft vooralsnog aangegeven drie opties te verkennen.5 Ten eerste zou kunnen worden doorgeleend aan de leningenaccount van de Poverty Reduction and Growth Trust (PRGT), waarmee het IMF leningen aan lage-inkomenslanden verstrekt op concessionele termen.6 Daarnaast heeft Managing Director Georgieva aangegeven mogelijkheden te verkennen voor een nieuw fonds, een zogeheten Resilience and Sustainability Trust. Uit dit fonds zouden kwetsbare landen cofinanciering kunnen krijgen, naast een regulier IMF-programma, ten behoeve van duurzame versterking van de economie, waaronder het adresseren van klimaatgerelateerde problematiek. Een derde mogelijkheid zou het doorlenen aan andere multilaterale ontwikkelingsbanken zijn.
Nederland steunt het verkennen van verschillende mogelijkheden om SDR’s door te lenen en zal eventuele voorstellen nauwkeurig bestuderen. Het is voor Nederland belangrijk dat de PRGT voldoende middelen heeft om de meest kwetsbare landen te kunnen (blijven) ondersteunen. Nederland heeft in 2020 de leningenaccount met SDR 500 mln. aangevuld7 en zal bezien of nieuwe SDR’s kunnen worden doorgeleend. Bij oprichting van een nieuwe trust vindt Nederland het belangrijk dat eventuele cofinanciering gekoppeld is aan een regulier IMF-programma, het risicoraamwerk adequate crediteurenbescherming biedt, en de doelen van een nieuw Fonds binnen het mandaat van het IMF vallen.
Mocht worden besloten tot het doorlenen van een deel van de SDR’s van Nederland, vergt dit een separate garantie van de Nederlandse Staat aan DNB. Wanneer tot het doorlenen van SDR’s zal worden besloten zal de Kamer hier tijdig over worden geïnformeerd. Dit zal middels een Kamerbrief en ingevuld risicokader garantieregelingen gebeuren.
Sessie 3 – Gedachtewisseling over het economische herstel en begrotingsbeleid in de EU
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Tijdens de informele Ecofinraad zullen lidstaten van gedachten wisselen over het economisch herstel in de EU en het begrotingsbeleid door lidstaten. Hierbij zal specifiek aandacht zijn voor de mogelijke budgettaire ruimte in lidstaten voor het doen van publieke investeringen.
De door lidstaten genomen maatregelen in reactie op de COVID-19 crisis zijn cruciaal gebleken om de economie te ondersteunen en om het herstel na de crisis te bespoedigen. Het vroegtijdig intrekken van steun moet worden vermeden, vanwege het procyclische effect dat dit kan hebben. Tegelijkertijd is Nederland van mening dat het noodzakelijk is de schuldhoudbaarheid van overheidsfinanciën op middellange termijn te waarborgen. Om deze reden is Nederland is van mening dat het van belang is dat lidstaten de steun voor hun economieën tijdig afbouwen, indien er sprake is van voldoende economisch herstel in een lidstaat.
Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang dat lidstaten aandacht blijven besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid te vergroten. Efficiënte publieke investeringen zijn hiervoor belangrijk. Lidstaten kunnen middelen uit de Recovery and Resilience Facility (RRF) gebruiken om groeibevorderende investeringen uit te voeren. Voor alle lidstaten is goede implementatie van de RRF is daarom noodzakelijk. Daarnaast kunnen lidstaten de kwaliteit van hun overheidsfinanciën verbeteren, zodat er voldoende budgettaire ruimte bestaat voor publieke investeringen zonder dat de houdbaarheid van de overheidsfinanciën in gevaar komt.
Sessie 4 – Belastingheffing in de 21e eeuw
Document: nog niet beschikbaar. Indien een document wordt verspreid zal dit met de Kamer worden gedeeld.
Aard bespreking: gedachtewisseling
Besluitvormingsprocedure: n.v.t.
Toelichting:
Deze sessie zal in het teken staan van het akkoord over de herziening van het internationale belastingsysteem dat op 1 juli jl. op hoofdlijnen is gesloten in het Inclusive Framework8 (IF). Een aanzienlijk aantal belangrijke (technische) aspecten van het akkoord dient nog verder te worden uitgewerkt. De uitwerking van het akkoord, inclusief een concreet implementatieplan voor beide pijlers, zal in worden afgerond gedurende een volgende plenaire vergadering van het IF die op 8 oktober gepland staat. Voorafgaand aan deze bijeenkomst zal de Kamer worden geïnformeerd met een brief over de onderwerpen. Tijdens de Ecofinraad zal worden gesproken over deze bijeenkomst van 8 oktober over het IF-akkoord en de positie van de EU-lidstaten.
Het akkoord biedt een wereldwijde oplossing voor de uitdagingen die de digitaliserende economie meebrengt voor de belastingheffing van multinationals, die steunt op twee pijlers. De eerste pijler van het project betreft het aanpassen van de regels over belastbare aanwezigheid en winsttoerekening, waardoor landen waar een multinational klanten heeft meer winstbelasting kunnen heffen, ook indien de multinational in dat land niet fysiek aanwezig is. De tweede pijler van het project moet waarborgen dat grote multinationals altijd ten minste een minimumniveau aan winstbelasting betalen. Een dergelijk minimumniveau moet belastingontwijking door internationale bedrijven en schadelijke belastingconcurrentie tussen landen inperken. Over de precieze invulling van beide pijlers is de Kamer per brief geïnformeerd.9
Nederland heeft zich steeds voorstander getoond van afspraken in een zo groot mogelijk internationaal verband en heeft zich hier actief voor ingezet. De resterende risico’s van kunstmatige winstverschuiving kunnen op deze wijze het meest effectief worden aangepakt. Daarnaast wordt op deze wijze een zo groot mogelijk gelijk speelveld gewaarborgd. Dat kan bijdragen aan de aantrekkelijkheid van het Nederlandse vestigingsklimaat voor het reële bedrijfsleven.
Ten slotte is in het akkoord de ambitie opgenomen om de beide pijlers per 2023 in werking, te laten treden. Voor de EU betekent dit dat de Europese Commissie, na afronding binnen het IF, (richtlijn)voorstellen zal presenteren voor de implementatie van beide pijlers in de nationale wetgeving van EU-lidstaten. Op deze manier wordt er een gelijk speelveld gecreëerd binnen de EU en wordt er verzekerd dat de implementatie voldoet aan het EU-recht in den brede (zoals de EU-verdragsvrijheden). De Europese Commissie zal de (richtlijn)voorstellen naar verwachting begin 2022 publiceren. Daarnaast kan er mogelijk ook vooruitgeblikt zal worden op de voorstellen zoals gepresenteerd in de mededeling van de Commissie: Business Taxation for the 21st century.
Helaas is gebleken dat niet alle EU-lidstaten10 het akkoord van het IF op dit moment onderschrijven. In grote lijnen menen deze lidstaten dat er te weinig rekening is gehouden met kleinere economieën en vrezen zij dat de voorgestelde veranderingen disproportioneel grote negatieve gevolgen zullen hebben voor hun economische concurrentiekracht. Nederland betreurt dat niet alle EU-lidstaten het akkoord op dit moment kunnen steunen. Nederland zal deze lidstaten actief oproepen om het akkoord alsnog te steunen en erop inzetten om de afspraken zo snel mogelijk om te zetten in EU-(richtlijn)voorstellen.
Bij de PRGT wordt naast aanvulling van de leningenaccount ook gezocht naar aanvullende middelen voor de subsidieaccount, maar dit is een separate discussie van het doorlenen van SDR’s. De geannoteerde agenda van de jaarvergadering IMF 2021 zal hier nader op ingaan.
Zie ook «5e incidentele suppletoire begroting Financiën vanwege crisismaatregelen coronavirus»; Kamerstuk 35 492.
Het OESO/G20 Inclusive Framework on BEPS is in 2016 gevormd met het oog op implementatie van de maatregelen uit het OESO/G20-project om grondslaguitholling en winstverschuiving tegen te gaan (het BEPS-project) en verdere internationale samenwerking op het gebied van belastingheffing. Binnen het Inclusive Framework werken lidstaten en niet-lidstaten van de OESO op gelijke voet samen. Het Inclusive Framework heeft op het moment van schrijven van deze brief 139 leden.
De lidstaten die zich (nog) niet hebben gecommitteerd zijn Cyprus (geen lid van het IF), Estland, Hongarije en Ierland.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-07-1774.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.