Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2019
Op 6 december 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd over de publieke externe controle
op het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) en een mogelijke rol daarbij voor de
Europese Rekenkamer.1 Tijdens het Algemeen Overleg Eurogroep/Ecofin van 17 januari jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1572) heeft uw Kamer gevraagd om een nadere appreciatie, gelet op de in december 2018
genomen besluiten over de hervorming van het ESM door de Eurogroep en de Europese
Raad.2
Het kabinet erkent het grote belang van audits van publieke middelen en de belangrijke
rol die de Europese Rekenkamer hier bij Europese middelen in speelt. Omdat het ESM
geen EU-instelling is hebben de lidstaten er destijds voor gekozen om het publieke
externe toezicht middels een onafhankelijk auditcomité in te richten. Zoals aangegeven
in de brief van 6 december 2018 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1411), vormt de ervaring met het systeem van publieke externe controle op het ESM zoals
dat nu bestaat geen aanleiding om dit te hervormen of (deels) over te laten nemen
door de Europese Rekenkamer. Op basis van de overeengekomen hervorming van het ESM
zie ik enkele (beperkte) aanknopingspunten voor een rol voor de Europese Rekenkamer.
Ten eerste is afgesproken dat het ESM de gemeenschappelijke achtervang voor het gemeenschappelijk
afwikkelingsfonds (Single Resolution Fund, SRF) zal verzorgen in de vorm van een kredietfaciliteit van het ESM aan het SRF.
Het ESM kan binnen die faciliteit leningen verstrekken aan het SRF. Het verstrekken
van leningen en het ophalen van de financiering daarvoor behoort reeds tot het takenpakket
van het ESM. De bestaande publieke externe controle door het auditcomité is daar reeds
op ingericht. Voor het ESM is het daarnaast van belang dat het gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme,
waarbinnen de gemeenschappelijke afwikkelingsraad (Single Resolution Board, SRB) gebruik kan maken van het SRF en een beroep kan doen op de gemeenschappelijke
achtervang, goed functioneert. De publieke externe controle op de SRB is belegd bij
de Europese Rekenkamer. Samengenomen ben ik van mening dat het onderbrengen van de
gemeenschappelijke achtervang bij het ESM geen aanleiding geeft voor wijzigingen in
de publieke externe controle op het ESM.
Ten tweede zijn afspraken gemaakt over beperkte aanpassingen in het bestaande instrumentarium
van het ESM en over het versterken van het belang van de houdbaarheid van overheidsschuld
bij de aanvraag van stabiliteitssteun. In beide gevallen gaat het niet om nieuwe taken
van het ESM, maar om het verbeteren van de huidige procedures en afspraken. Ook deze
elementen van de hervorming van het ESM bieden in mijn ogen daarom geen aanleiding
voor aanpassingen in de publieke externe controle op het ESM.
Ten derde is overeengekomen dat het ESM een grotere rol gaat spelen bij de totstandkoming
en uitvoering van ESM-programma’s. Zoals ik in mijn brief van 6 december 2018 (Kamerstuk
21 501-20, nr. 1411) aangegeven heb, heeft het auditcomité van het ESM een zeer breed mandaat maar is
de evaluatie van de rol van het ESM bij steunprogramma’s eerder niet door dit comité
maar door een onafhankelijke evaluator uitgevoerd3. De rol van de Europese Commissie bij steunprogramma’s wordt door de Europese Rekenkamer
geëvalueerd. Omdat voor toekomstige programma’s het ESM en de Commissie meer dan in
het verleden een gedeelde verantwoordelijkheid zullen hebben, kan ik mij voorstellen
dat het ESM de Europese Rekenkamer vraagt om bij de evaluatie van toekomstige programma’s
naar zowel de rol van de Commissie als die van het ESM te kijken. Op dit moment worden
de voor- en nadelen daarvan en de mogelijkheden daartoe op ambtelijk niveau, in overleg
met het ESM, verkend. Daarnaast zal verkend worden of de duur van de aanstelling van
een deel van de leden van het auditcomité verlengd kan worden, zoals ik de hierboven
genoemde brief van 6 december heb aangegeven (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1411). Mocht uit deze verkenningen een positief beeld over de mogelijkheden ontstaan,
zal Nederland hier in de verdere gesprekken over de hervorming van het ESM steun voor
uitspreken. Daarbij merk ik op dat ook de andere leden van het ESM in zullen moeten
stemmen om een mogelijke rol voor de Europese Rekenkamer in de publieke externe controle
op het ESM te realiseren, alsmede de Europese Rekenkamer zelf.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra