21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1574 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 februari 2019

In mijn brief van 31 augustus jl.1heb ik u geïnformeerd dat de EIB door de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk (VK) uit de Europese Unie (de Brexit) het Britse kapitaal verliest. De EIB heeft daarom een voorstel gedaan voor de vervanging van het Britse kapitaal samen met een voorstel voor een aantal verbeteringen in de governance van de EIB, waar Nederland en een aantal andere aandeelhouders op hadden aangedrongen. Zoals uiteengezet in bovengenoemde brief kan Nederland zich in deze voorstellen vinden.

Naast deze voorstellen heeft de Raad van gouverneurs van de EIB een werkgroep ingesteld om een voorstel voor een asymmetrische kapitaalverhoging uit te werken. Deze werkgroep werd op verzoek van enkele lidstaten ingesteld die tijdens de onderhandelingen over de vervanging van het Britse kapitaal hebben aangegeven dat zij additioneel kapitaal aan de EIB willen verstrekken. Deze werkgroep heeft een voorstel via de Raad van bewind voorgelegd aan de Raad van gouverneurs. Instemming door de Raad van gouverneurs gebeurt bij unanimiteit. Dit voorstel moet in samenhang worden bezien met de vervanging van het Britse kapitaal en de aanpassingen in de governance van de EIB en vormen een gezamenlijk totaalpakket.

Leeswijzer

In deze brief ga ik in op het voorstel voor deze asymmetrische kapitaalverhoging. In paragraaf 1 vindt u het voorstel voor een wijziging in de kapitaalverhoudingen en in de kiesgroepindeling, en de Nederlandse appreciatie daarvan. Daarnaast heeft de Kamer tijdens het AO Eurogroep Ecofin van 14 juni jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1534) en tijdens het AO Eurogroep/Ecofin van 6 september jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1548) vragen gesteld over de EIB. Daarbij heb ik de Kamer een brief toegezegd over de wijze waarop de risico’s bij de EIB worden beheerst, mede in relatie tot de governance hervormingen en over de wijze waarop de Kamer wordt geïnformeerd over de EIB en zich kan uitspreken over de strategische koers van de EIB bijv. m.b.t. investeringen in duurzaamheid. In paragraaf 2 ga ik nader in op het risicobeheer van de EIB, ook in relatie tot de aanpassingen in de governance. Tot slot treft u in paragraaf 3 de

informatievoorziening aan de Kamer omtrent de EIB en het klimaatbeleid van de EIB.

1. Voorstel voor een wijziging in de kapitaalverhoudingen en in de kiesgroepindeling

Kapitaalverhoudingen

Veel internationale financiële instellingen, bijv. de Wereldbank, kennen een systematiek voor periodieke kapitaalverhogingen. De EIB kent deze niet; in het verleden is aandeelhouders ad hoc wel toegestaan hun aandelenbelang (en daarmee hun relatieve stemgewicht) te vergroten. Polen, Luxemburg en Roemenië hebben aangegeven dat zij additioneel kapitaal aan de EIB willen verstrekken omdat deze landen momenteel ondervertegenwoordigd zijn ten opzichte van hun economische gewicht.

De bovengenoemde werkgroep heeft gekeken naar de voorstellen van de betreffende landen. De werkgroep heeft daarbij vastgehouden aan het uitgangspunt dat het economische gewicht van een lidstaat, gemeten door het Bruto Binnenlands Product (BBP), het aandeel van een lidstaat in het kapitaal van de EIB en daarmee het stemgewicht bepaalt. Daarbij is geconcludeerd dat enige flexibiliteit hierin, net als in het verleden bij asymmetrische kapitaalverhogingen het geval is geweest, mogelijk moet zijn.

In tabel 1 wordt het voorstel voor deze asymmetrische kapitaalverhoging schematisch weergegeven, inclusief de gevolgen voor Nederland. In het voorstel wordt het aandeel van Polen, Luxemburg en Roemenië in het kapitaal van de EIB verhoogd door middel van extra garanties en extra (cash) inleg van kapitaal.

Het aandeel van Polen in het kapitaal van de EIB zal na het vertrek van het VK 2,46 procent bedragen, dat van Roemenië 0,66%. Luxemburg, het land waar de EIB gevestigd is, is voornemens om het aandeel in de EIB te verhogen. Besluitvorming hierover heeft nog niet plaatsgevonden in de nieuwe regering van Luxemburg. Daarom is gekozen om in de loop van 2019 een specifiek voorstel voor een additionele kapitaalinleg van Luxemburg te bespreken tot maximaal het aandeel het BBP van Luxemburg in het BBP van de EU-27.

Tabel 1 Asymmetrische kapitaalverhoging inclusief gevolgen voor Nederland

(bedragen in mln. euro)

Kapitaal (subscribed1 capital) na symmetrische kapitaalverhoging

Asymmetrische kapitaalverhoging (subscribed capital)

Huidig stemgewicht (na Brexit)

Gewijzigd stemgewicht

Totaal

243.284

5.511

100%

100%

Nederland

12.951

0

5,32%

5,21%

Polen

5.981

5.386

2,46%

4,57%

Roemenië

1.514

125

0,62%

0,66%

X Noot
1

Het kapitaal van de EIB (subscribed capital) bestaat uit de garanties – callable capital – en het ingelegde kapitaal – paid in capital – van lidstaten.

Kiesgroepindeling

De werkgroep heeft eveneens een voorstel voor een gewijzigde indeling van de kiesgroepen gedaan. In tabel 2 wordt de huidige en gewijzigde kiesgroepindeling weergegeven. Het uitgangspunt was om de wijzigingen zo beperkt mogelijk te houden en tegelijk recht te doen aan de gewijzigde kapitaalverhoudingen. Polen, Hongarije en Kroatië zullen uit hun oorspronkelijke kiesgroep vertrekken en gezamenlijk een nieuwe kiesgroep vormen. Zij nemen daarmee de plek in die het VK door het vertrek uit de EIB achter laat en zullen daarmee ook een lid van het Management Comité (MC) voordragen. Het MC is het dagelijks bestuur van de EIB.

Tabel 2: kiesgroepindelingen

Kiesgroep

Huidige kiesgroepindeling

Gewijzigde kiesgroepindeling

1

Spanje, Portugal

Spanje, Portugal

2

Nederland, België, Luxemburg

Nederland, België, Luxemburg

3

Denemarken, Griekenland, Ierland, Roemenië,

Denemarken, Griekenland, Ierland, Roemenië,

4

Zweden, Oostenrijk, Finland, Litouwen, Letland, Estland

Zweden, Oostenrijk, Finland, Litouwen, Letland, Estland

5

Polen, Tsjechië, Hongarije, Kroatië, Slowakije, Slovenië, Bulgarije, Cyprus, Malta

Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Bulgarije, Cyprus, Malta

6

Duitsland

Duitsland

7

Italië

Italië

8

Frankrijk

Frankrijk

9

vacant na vertrek VK

Polen, Hongarije, Kroatië

Voorgestelde Nederlandse positie en appreciatie voorstel

Kapitaalverhoudingen

De Raad van bewindvoerders heeft op 21 december het voorstel voor de wijziging in de kapitaalverhoudingen en in de kiesgroepindeling aan de Raad van gouverneurs via een schriftelijke procedure voorgelegd.

Nederland is voornemens met de voorgestelde wijzigingen in te stemmen. Het voorliggende voorstel heeft voor Nederland geen budgettaire consequenties, de Nederlandse invloed op het beleid van de EIB blijft voldoende geborgd. Daarnaast doet het voorstel recht aan de economische verhoudingen in de EU.

Nederland is in omvang de vijfde economie van de EU-27 en blijft na de voorgestelde wijzigingen samen met België de vijfde grootste aandeelhouder. Het stemgewicht van Nederland daalt licht door de extra kapitaalinleg van Polen en Roemenië van 5,32 procent naar 5,21 procent.

Kiesgroepindeling

De huidige kiesgroepindeling is historisch bepaald. Toetredende lidstaten zijn in het verleden bij uitbreidingen van de EU toegevoegd aan bestaande of nieuwe kiesgroepen. Polen, Hongarije en Kroatië zitten momenteel in een kiesgroep van 9 landen (met ook Tsjechië, Slowakije, Slovenië, Bulgarije, Cyprus en Malta) en hebben daarmee niet vaak de mogelijkheid om een lid van het Management Comité voor te dragen. Nederland heeft begrip voor het gevoel van ondervertegenwoordiging in het Management Comité door de huidige indeling van 9 landen, een derde van de lidstaten, in één kiesgroep en kan akkoord gaan met de herverdeling over de kiesgroepen.

Vervolgproces besluitvorming

Besluitvorming over een wijziging in de kapitaalverhoudingen en over een wijziging in de kiesgroepindeling vergt een wijziging van het statuut van de EIB. Deze wijziging van het statuut zal na goedkeuring van de gouverneurs ter consultatie worden voorgelegd aan het Europees Parlement en de Europese Commissie. Daarna zal het voorstel ter unanieme goedkeuring worden voorgelegd aan de Raad.

2. Risicobeheer

In het AO Eurogroep/Ecofin van 6 september heeft de Kamer vragen gesteld over de wijze waarop risico’s bij de EIB worden beheerst, mede in relatie tot de toegenomen risico’s door het Europese Fonds voor Strategische Investeringen (EFSI).

Principes van Risicobeheer

In het EIB Group Risk Management Charter 3 zijn de eisen en de principes voor risicobeheer binnen de EIB Group opgenomen. Daarin is de eis vervat dat de risico's op een effectieve en consistente manier en in overeenstemming met de Best Banking Principles (BBP) worden beheerd. Het Audit Comité van de EIB ziet toe op naleving van deze BBP. In het audit rapport van 20174 merkt het Audit Comité op dat de EIB nog niet volledig voldoet aan de BBP.

In het Risk Appetite Framework heeft de bank daarnaast vastgelegd in welke mate de EIB bereid is om risico’s te lopen teneinde de doelstellingen van de bank te realiseren. Uitgangspunt hierbij is het behoud van de AAA-rating. In concreto legt het Risk Appetite Framework vast op welke wijze de risicobereidheid wordt gedefinieerd, in de organisatie wordt ingebed, op welke wijze hierover wordt gerapporteerd en wat de procedures zijn om de risicobereidheid aan te passen. In het jaarlijkse Operational Plan dient vervolgens gezorgd te worden dat de beleidsdoelstellingen overeenkomen met de risicobereidheid

Organisatie Risicobeheer

Binnen de bank controleert, bewaakt en rapporteert de directie Risk Management («RM») de krediet-, markt-, liquiditeits- en operationele risico's. Reputatie-, gedrags- en compliance risico's worden gecontroleerd door de Compliance-functie, onder leiding van Chief Compliance Officer van de EIB-groep («OCCO»).

Hoge kwaliteit leningenportefeuille

Het risicobeheer van de EIB op het gebied van krediet-, markt en liquiditeitsrisico’s is goed te noemen getuige de kwaliteit van de leningenportefeuille van de Bank, ondanks de toename in leningen met een hoger risico door EFSI. Uit het jaarverslag over 20175 blijkt dat slechts 0,3 procent van de leningen van de EIB vallen onder de categorie non performing loans. Daarnaast is het deel van de achterstallige betalingen met meer dan 90 dagen is ook erg laag, 180 mln. euro; dit vertegenwoordigd slechts 0,04 procent van de risicoportefeuille. Dit valt mede toe te schrijven aan sterk risicobeheer en due dilligence voor projecten. Tenslotte heeft EIB heeft ook in 2017 gezonde financiële resultaten behaald, met een overschot van 2,81 mld. euro, ongeveer in lijn met 2016 (2,86 mld. euro).

De risico’s worden voorts gemitigeerd door de Preferred Creditor Status van de EIB. Dit houdt in dat lenende landen de EIB voorrang verschaffen bij betaling indien zij moeite hebben om aan hun verplichtingen te voldoen.

Risicobeheersing in relatie tot governance hervormingen

Het Audit Comité van de EIB heeft in het jaarverslag van 2017 gesignaleerd dat met de groei van de EIB in de afgelopen jaren, mede door het EFSI, de instelling in risico, omvang en complexiteit is gegroeid.6 Het Audit Comité adviseert om het risicobeheer van de EIB te versterken, onder andere door een betere scheiding van taken en verantwoordelijkheden van het Management Comité teneinde (de schijn van) belangenverstrengeling te vermijden. Het toegenomen aantal projecten legt ook een steeds groter beslag op het Management Comité en de Raad van bewind. Het Audit Comité adviseert tevens om het proces van het goedkeuren van leningen te herzien en te versterken.

Deze aanbevelingen van het Audit Comité zijn opgevolgd in de voorstellen van de EIB tot het verbeteren van de governance, zoals het bevorderen van onafhankelijke besluitvorming door leden van het Management Comité en het versterken van de Raad van Bewind en van het toezicht door het Audit Comité. In de kamerbrief van 31 augustus ben ik hier in detail op ingegaan. In het verslag van de Ecofin dat op 7 december jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1560) naar uw Kamer is gezonden heb ik u geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van de governance hervormingen van de EIB.

3. Informatievoorziening aan de Kamer

De Kamer heeft in het AO Eurogroep Ecofin van 14 juni jl. aangegeven geïnteresseerd te zijn in de klimaatactiviteiten van de EIB en de groene koers van de EIB en heeft daarbij gevraagd wanneer zij zich kan uitspreken over de strategische koers van de EIB.

De Kamer wordt jaarlijks aan de hand van de geannoteerde agenda vooraf geïnformeerd over de jaarlijkse bijeenkomst van de Raad van Gouverneurs van de EIB en achteraf via het verslag van deze bijeenkomst. Daarnaast ontvangt de Kamer bij de begroting van Financiën en het jaarverslag informatie ten aanzien van alle financiële instellingen, zo ook de EIB. Ook ontvangt de Kamer additionele informatie wanneer zich buitengewone situaties voordoen bij de EIB zoals de vervanging van het Britse kapitaal van de EIB waar u op 31 augustus een uitgebreide brief over heeft ontvangen.

Bij het Algemeen Overleg voorafgaand aan de Raad van gouverneurs heeft de Kamer de gelegenheid om vragen te stellen en beleidsprioriteiten bij de EIB aan de orde te stellen. Ik zal met het oog op het verzoek van de Kamer voorafgaand aan de volgende jaarvergadering van de Raad van gouverneurs tevens het Financieel Jaarverslag en het jaarlijkse overzicht van activiteiten van de EIB toezenden. Ik zal zelf de Nederlandse inzet inbrengen tijdens deze jaarlijkse vergadering van de EIB; ik zal tevens het Nederlandse lid van de Raad van bewind vragen deze beleidsprioriteiten gedurende het jaar uit te dragen tijdens vergaderingen van de Raad van bewind.

De Europese Investeringsbank legt jaarlijks aan het einde van het jaar de doelen voor de komende 3 jaar vast in het Operational Plan. Dit document wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Raad van bewind en wordt daarna gepubliceerd op de site van de EIB (http://www.eib.org/en/infocentre/publications/all/operational-plan-2018.htm).

Klimaatbeleid EIB

De EIB heeft vier prioriteiten gesteld voor investeringen van de bank: «innovation and skills», «small and medium sized enterprises», «infrastructure» en «climate and environment». Daarbij heeft de EIB als doel om minimaal 25 procent van alle investeringen te doen in projecten die gevolgen van klimaatverandering mitigeren of bijdragen aan de weerbaarheid tegen klimaatverandering en low-carbon en klimaatbestendige economische groei stimuleren. In 2017 voldeed 27 procent van de investeringen van de EIB aan deze eisen.

Wat betreft de focus op klimaat van de EIB is de klimaatstrategie (EIB Climate strategy, 20157) leidend. De klimaatstrategie definieert drie prioriteiten van de bank: (1) versterking van de impact van klimaatfinanciering door de EIB, door o.a. sturen op impact en gebruik van innovatieve financiering (2) versterken van de weerbaarheid tegen klimaatverandering, door o.a. uitbreiding van de portefeuille van adaptatieprojecten en (3) verdere integratie van klimaatverandering in de integrale standaarden en processen van de EIB, door bijv. het meten van de CO2-uitstoot en gebruik van een CO2-prijs in de beoordeling van projecten. Ook werkt de EIB internationaal nauw samen met multilaterale ontwikkelingsbanken, zoals de Wereldbank en de European Bank for Reconstruction and Development.

Voor energieprojecten in het bijzonder heeft de EIB Energy Lending Criteria (ELC) daterend van juni 2013 opgesteld. Deze strategie heeft als doel het ondersteunen van de Europese Energiestrategie en de daarbij horende beleidsprioriteiten. Energieprojecten van de EIB moeten consistent zijn met EU beleid en dit beleid ondersteunen. Onderdeel van de ELC zijn: (1) het bepalen van het type energieprojecten dat in aanmerking komt voor financiering, (2) hoe energieprojecten worden beoordeeld en geprioriteerd voor financiering, en (3) hoe de EIB bijdraagt aan EU-beleid als het gaat om energie.

Concreet worden de afwegingen die de EIB maakt als het gaat om energieprojecten bepaald door:

  • 1. Het in lijn zijn met EU beleidsprioriteiten door te zorgen voor economische groei, energiezekerheid en duurzame ontwikkeling;

  • 2. Het prioriteren van energie-efficiënte, hernieuwbare energie, energienetwerken en van onderzoek, ontwikkeling en innovatie op het gebeid van energie;

  • 3. Het ondersteunen van de klimaatdoelstellingen van de EU.

De criteria van de ELC sluiten aan bij de drie pilaren van de EU op het gebied van energiebeleid: duurzaamheid, veiligheid en concurrentievermogen van de energievoorziening. Daarnaast bevat de ELC de Emission Performance Standard (EPS) om ervoor te zorgen dat de investeringen in fossiele brandstoffen overeen komen met de gemaakte afspraken om de CO2-uitstoot van EU lidstaten te beperken volgens het Europees emissiehandelssysteem (ETS).

De ELC wordt periodiek herzien om aangepast te kunnen worden naar aanleiding van ontwikkelingen in het beleid van de EU, de energie- en financiële markten. Op dit moment wordt de ELC geëvalueerd en herzien, de EIB is daarvoor onlangs een publieke consultatieprocedure gestart. Ik zal de herziening van deze ELC nauwlettend volgen en zal het voorstel vanzelfsprekend ook toetsen aan de doelstellingen die de Nederlandse regering heeft op het gebied van klimaat en energie, zowel voor het nationaal als EU-beleid.

Ik vertrouw erop dat met het pakket aan maatregelen waarbij de kapitaalbasis wordt versterkt en de governance wordt hervormd, de EIB ook in de toekomst haar rol in het versterken van de interne Europese markt kan blijven spelen en een significante bijdrage kan blijven leveren aan de Europese economische groei, werkgelegenheid en klimaatopgave.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1541.

X Noot
6

EFSI wordt aangewend voor risicovolle investeringen op het terrein van infrastructuur, onderzoek, duurzaamheid en het midden- en kleinbedrijf; sectoren die de economische groei verder moeten aanjagen. EFSI is gestart in 2015. Omdat EFSI projecten een langere looptijd hebben is het op dit moment nog niet bekend in welke mate risico’s op projectniveau zich zullen materialiseren voor de EIB.

Naar boven