Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 april 2018
Conform uw verzoek van 6 april jl. stuur ik u hierbij de kabinetsreactie toe op het
voorstel van de Europese Commissie voor het toekennen van Macro Financiële Assistentie
aan Oekraïne, dat op 9 maart 2018 werd gepresenteerd.
Voorstel Commissie
Context
Als gevolg van het conflict in het oosten van het land, veroorzaakt door de Russische
destabilisatie van de regio, zat de Oekraïense economie in 2014 en 2015 in een diepe
recessie. De economie heeft in 2016–2017 de weg omhoog gevonden. Niettemin, blijft
de Oekraïense economie zeer gevoelig voor externe schokken en blijkt uit analyses
van het IMF dat er een externe financieringsbehoefte resteert voor 2018 en 2019 van
ongeveer 3,8 miljard euro. Het IMF constateert dat zonder extra financiële steun de
economie fragiel zal blijven.
Dit vormt de aanleiding van het verzoek van de Oekraïense Minister van Financiën aan
de Europese Commissie voor additionele macro-financiële steun. De Europese Commissie
heeft sinds 2014 reeds drie eerdere Macro Financiële Assistentie (MFA) programma’s
uitgevoerd. MFA I en II zijn succesvol afgerond. Daar Oekraïne niet tijdig aan alle
voorwaarden voldeed, is op 18 januari 2018 door de Europese Commissie besloten de
laatste tranche van MFA III niet uit te keren.
De Europese Unie zet zich ervoor in om de politieke en economische stabiliteit van
Oekraïne, als direct buurland van de Unie, te bevorderen.
Inhoud voorstel
Het vierde Macro Financieel Assistentieprogramma bestaat uit een lening van 1 miljard
euro met als doel dat Oekraïne aan zijn korte termijn betalingsbehoeften kan voldoen.
Aan het programma zijn, voordat uitbetaling plaatsvindt, voorwaarden verbonden die
onder meer gericht zijn op het stimuleren van het hervormingsproces. Ten eerste geldt
de algemene voorwaarde dat Oekraïne democratische principes en mensenrechten moet
respecteren. Ten tweede gelden specifieke voorwaarden die toezien op de implementatie
van structurele financieel-economische hervormingen en anti-corruptiemaatregelen. Daarnaast zal de Europese Commissie er via inspectie, audits en
andere maatregelen op toezien dat fraude met de toegekende middelen wordt voorkomen.
Alle voorwaarden worden vastgelegd in een Memorandum of Understanding tussen de Europese
Commissie en de Oekraïense Staat. Hierin worden in ieder geval de drie openstaande
voorwaarden meegenomen, te weten 1) het opzetten van een electronisch systeem voor
verkregen bezittingen en tegoeden door ambtenaren en bewindspersonen, 2) het vergroten
van transparantie in het bedrijvenregister en 3) het opheffen van het exportverbod
op onbewerkt hout.
Ten slotte is voortgang op het IMF-programma altijd een basisvoorwaarde voor het verlenen
van macro financiële steun vanuit de EU. Ook het IMF-programma bevat conditionaliteiten
ten aanzien van het doorvoeren van hervormingen.
Nederlandse positie ten aanzien van het voorstel
Het kabinet vindt het van belang om via nationale en Europese instrumenten, in te
zetten op het bevorderen van stabiliteit in de buurlanden behorend tot de ring van
instabiliteit rondom Europa. Macro financiële assistentie op basis van strikte conditionaliteiten
kan bijdragen aan de ontwikkeling van Oekraïne tot een welvarend land op basis van
een sterkte rechtsstaat en democratie.
Om bovenstaande reden heeft Nederland de eerdere MFA- en IMF-programma’s in Oekraïne
gesteund. Oekraïne heeft als onderdeel van deze programma’s een aantal belangrijke
anti-corruptiehervormingen doorgevoerd, zoals de oprichting van het Nationale Anti-Corruptiebureau.
Daarnaast is het Hooggerechtshof opgericht en zijn resultaten geboekt op het gebied
van privatisering en decentralisatie. Verdere hervormingen blijven echter noodzakelijk.
Het kabinet zet dan ook in op het verbinden van scherpe voorwaarden aan dit programma
op het gebied van rechtsstatelijkheid en anti-corruptie. Het verlenen van financiële
steun is niet vrijblijvend. Bovendien zal Nederland erop toezien dat Oekraïne in ieder
geval alsnog dient te voldoen aan de openstaande voorwaarden uit MFA III.
Tot slot is het van groot belang dat het IMF en de Europese Commissie samen blijven
optrekken, zodat de voorwaarden van het IMF-programma en die van het MFA-programma
elkaar versterken.
Het voorstel van de Commissie wordt op basis van de normale wetgevingsprocedure behandeld.
De Commissie streeft ernaar dat besluitvorming voor het einde van 2018 is afgerond.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok