21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1004 BRIEF VAN DE MINISTER PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN EN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 januari 2013

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Schouten aan de minister van Financiën en aan de minister-president (kenmerk 2013Z01025) om een brief over uittreding uit de eurozone berichten wij u als volgt.

Het kabinet heeft in het regeerakkoord opgenomen dat het mogelijk moet zijn in onderling overleg uit het gemeenschappelijk arrangement te treden (Schengen, eurozone, Europese Unie). Dit vergt in het geval van de eurozone en Schengen een verdragswijziging omdat het huidige EU-Verdrag niet in deze mogelijkheid voorziet.

Het kabinet blijft zich onverminderd inzetten om de financiële situatie in de eurozone te stabiliseren. Het oprichten van nieuwe instrumenten en instellingen, de invoering van hulpprogramma’s en afspraken om de Economische en Monetaire Unie te verdiepen tonen aan dat het kabinet vastberaden is om de integriteit van de eurozone te behouden.

De huidige strategie van begrotingsdiscipline binnen de eurozone, inclusief het versterkte Stabiliteits- en Groeipact en het Begrotingspact blijven de hoekstenen van onze strategie om het vertrouwen van de markten te behouden. De eurolanden dienen zich nu te richten op het herstel van werkgelegenheid en economische groei door groeibevorderende structurele maatregelen te nemen, de concurrentiekracht te versterken en de werkloosheid te bestrijden.

De minister-president, minister van Algemene Zaken, M. Rutte

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven