21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 95 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 mei 2016

Op 15 april publiceerde de Europese Commissie de tweede aanvullende begroting van 2016. Met de aanvullende begroting wordt het verschil tussen de inkomsten en de uitgaven van de Europese begroting van 2015 (het surplus) toegevoegd aan de begroting voor 2016.

Het surplus over de begroting voor 2015 was 1,35 miljard euro. Dit surplus wordt voornamelijk veroorzaakt door hoger dan geraamde inkomsten (totaal 980 miljoen euro), maar ook door lagere betalingen (totaal 187 miljoen euro) en wisselkoerseffecten (182 miljoen euro). Het surplus over 2015 wordt als additionele inkomsten toegevoegd aan de begroting van 2016. Aangezien de geraamde uitgaven van de EU niet stijgen, vertaalt het surplus zich door in lagere afdrachten door lidstaten. De verlaging wordt verrekend met de bni-afdracht, die voor Nederland ruim 62 miljoen euro lager uitvalt. In de bijgevoegde tabel is een overzicht opgenomen van alle aanvullende begrotingen van 2016 tot nu toe.

Het kabinet steunt de tweede aanvullende begroting van 2016 en zet in op een spoedige aanname door de Raad en het Europees parlement. De tweede aanvullende begroting wordt verwerkt in de raming van de Nederlandse afdrachten in de eerste suppletoire begroting van Buitenlandse Zaken.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Overzicht aanvullende begrotingen 2016 (budgettaire effecten in miljoen euro)

Omschrijving

Totaal afdracht 20161

bni-afdracht

btw-afdracht

Invoerrechten

Perceptiekostenvergoeding

Overige inkomsten

Miljoenennota 2016

5.247,9

4.238,9

478,3

2.933,6

– 325,8

– 2.077,1

DAB1 (Noodsteun EU)2

DAB2 (Surplus)

– 62,4

– 62,4

Totaal afdracht

5.185,53

4.176,5

478,3

2.933,6

– 325,8

– 2.077,1

X Noot
1

De Nederlandse afdrachten worden geraamd en verantwoord op de begroting van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. De bruto afdrachten – de bni-afdracht, de btw-afdracht en de invoerrechten – zijn opgenomen op artikel 3.1; de perceptiekostenvergoeding en de overige inkomsten op artikel 3.10. De bruto afdrachten minus de perceptiekostenvergoeding en de overige inkomsten zijn gelijk aan de totale Nederlandse afdrachten.

X Noot
2

Over de eerste aanvullende begroting bent u reeds geïnformeerd per brief van 14 maart. Deze had geen gevolgen voor de Nederlandse afdrachten omdat de benodigde budgettaire middelen door middel van interne verschuivingen op de EU-begroting gevonden konden worden.

X Noot
3

De tabel geeft een overzicht van de aanvullende begrotingen van 2016. In de voorjaarsnota van 2016 wordt de meest actuele verwachting van de afdracht in 2016 opgenomen. Hierbij worden ook overige mutaties verwerkt, waaronder het effect van de achtste aanvullende begroting van 2015 (Najaarsnota 2015, kamerstuk 34 350, nr. 1).

Naar boven