21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2374 GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID VAN DER STAAIJ C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 2367

Voorgesteld 17 juni 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de Kamer de regering verzocht heeft in VN-verband actief stelling te nemen tegen lidstaten in VN-organisaties die disproportioneel agenderen tegen Israël en, zoals de Nederlandse regering eerder gedaan heeft, onrechtvaardige resoluties af te wijzen (Kamerstuk 34 775, nr. 44);

overwegende dat in VN-organisaties, waaronder de VN-Mensenrechtenraad, initiatieven worden genomen voor sessies, resoluties en/of onderzoeken die qua aantal of inhoud niet of onvoldoende gebalanceerd zijn, maar disproportioneel gericht zijn tegen Israël;

verzoekt de regering, zich in dergelijke gevallen niet slechts van stemming te onthouden maar ook tegen eenzijdige anti-Israëlische initiatieven te stemmen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van der Staaij

De Roon

Segers

Naar boven