21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2089 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 november 2019

Hierbij bied ik u aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 21 november 2019 alsmede de voortgangsrapportage handelsakkoorden.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, S.A.M. Kaag

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN/HANDEL VAN 21 NOVEMBER 2019

Op 21 november 2019 vindt onder Fins Voorzitterschap de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) over handel plaats in Brussel. Op de agenda staan de hervorming van de Wereldhandelsorganisatie (World Trade Organization, WTO), de stand van zaken van de handelsbetrekkingen tussen de EU en de Verenigde Staten (VS), en de implementatie van handelsakkoorden. Op verzoek van Nederland zal de RBZ daarnaast spreken over Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO).

De kwartaalrapportage met de laatste stand van zaken over lopende onderhandelingen is conform staande afspraken toegevoegd bij deze Geannoteerde Agenda. Daarmee voldoe ik tevens aan het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking d.d. 10 oktober 2019 om deze rapportage voorafgaand aan de begrotingsbehandeling te doen toekomen aan de Kamer. Conform mijn toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg Modeltekst Investeringsverdragen d.d. 20 februari 2019 (Kamerstuk 34 952, nr. 58), is in deze kwartaalrapportage tevens de stand van zaken met betrekking tot de lopende onderhandelingen over bilaterale investeringsakkoorden opgenomen, inclusief de beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden. Daarmee voldoe ik ook aan mijn toezegging gedaan tijdens het AO over de Raad Buitenlandse Zaken handel d.d. 15 mei 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1877) om de Europese Commissie aan te sporen de intra-EU investeringsovereenkomsten zo spoedig mogelijk te beëindigen en de Kamer daarover te informeren, alsmede aan mijn toezegging gedaan tijdens het AO Raad Buitenlandse Zaken handel d.d. 15 mei 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1877) om te bekijken hoe de Kamer uitgebreider te informeren over lopende onderhandelingen.

WTO-onderhandelingen en voorbereiding van de WTO Ministeriële

De Raad zal de voortgang in de WTO-onderhandelingen bespreken en daarbij ingaan op de voorbereidingen voor de aanstaande Ministeriële Conferentie van de WTO (8–11 juni 2020) in Nur-Sultan, Kazachstan. Een kritiek punt hierbij is de naderende verlamming van het WTO-beroepslichaam (Appellate Body) door de aanhoudende blokkade door de VS van de benoeming van leden. De mogelijkheid bestaat daardoor dat het Appellate Body effectief ophoudt te functioneren per 10 december 2019. Eerder startte een informele dialoog onder leiding van de Nieuw-Zeelandse ambassadeur David Walker om een oplossing te vinden voor deze blokkade. Ook de VS heeft deelgenomen aan dit proces. Ambassadeur Walker heeft inmiddels op basis van zijn besprekingen een voorstel op tafel gelegd dat tegemoet zou moeten komen aan de zorgen van de VS. Dit voorstel heeft echter niet geleid tot nieuw engagement van de kant van de VS.

Het kabinet zal in de Raad oproepen tot het aangaan van een fundamentele discussie over geschillenbeslechting in WTO-verband. Het is voor de EU en voor NL van groot belang dat een geschillenbeslechtigingssysteem, inclusief een beroepslichaam, blijft bestaan binnen de WTO en waaraan alle belangrijke handelspartners deelnemen.

EU-VS handelsrelatie

De Raad zal spreken over de EU-VS handelsrelatie. De EU en de VS zijn nog altijd in dialoog om uitvoering te geven aan de verklaring tussen Commissievoorzitter Juncker en president Trump van 25 juli 2018. Ook heeft de EU een voorstel gedeeld met de VS, op basis van het door de Raad verkende mandaat, over conformiteitsbeoordelingen. Doel is om het voor Europese en Amerikaanse bedrijven makkelijker te maken om aan te tonen dat hun producten aan de in de EU of VS geldende technische vereisten voldoen. De Raad staat stil bij de besprekingen tussen China en de VS om het handelsconflict te de-escaleren. Ook zal de Raad spreken over de recent in werking getreden extra heffingen door de VS op EU-import naar aanleiding van de WTO-zaak over EU-steun aan Airbus. Die extra heffingen zijn overigens in lijn met de WTO-regels.

Binnen de Raad is steun voor de inzet van de Commissie in de onderhandelingen met de VS. Het blijft van belang om als EU eensgezind op te treden.

Het kabinet is van mening dat het belangrijk blijft om met de VS aan een positieve handelsagenda te werken. De VS is een belangrijke partner om in multilateraal verband gedeelde zorgen, zoals ten aanzien van marktverstorende staatsbedrijven, industriële subsidies, intellectueel eigendom en overcapaciteit, aan te pakken. Het kabinet vraagt in Brussel aandacht voor spoedige uitvoering van een Sustainability Impact Assessment ten aanzien van het beperkte handelsakkoord met de VS over industriële goederen waar in het voorjaar een mandaat voor is aangenomen. Het kabinet zal uw Kamer informeren zodra dit document beschikbaar is, in lijn met de toezegging tijdens het Algemeen Overleg RBZ Handel van 21 mei 2019 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2028).

In het voorjaar van 2020 wordt een uitspraak verwacht van een arbitragepanel over de hoogte van de geleden schade in de EU als gevolg van de steun van de VS aan Boeing. Op basis van deze uitspraak verwacht ook de EU extra heffingen te mogen opleggen op import uit de VS. Het kabinet is van mening dat het opleggen van extra tarieven over en weer niet bijdraagt aan een oplossing van het geschil. Het kabinet zal bij de Commissie dan ook blijven aandringen op een onderhandelde langetermijnoplossing voor het geschil over steun aan vliegtuigbouwers (Airbus/Boeing).

Implementatie van handelsakkoorden

De Commissie zal tijdens de Raad een presentatie geven van de derde editie van het jaarlijkse rapport over de implementatie van EU-handelsakkoorden1, gevolgd door een discussie. Het rapport geeft een overzicht van hoe EU-handelsakkoorden in de praktijk werken en waar ruimte voor verbetering is. In het rapport wordt onder andere uitgebreid stilgestaan bij besprekingen tussen de EU en partnerlanden in het kader van handel en duurzame ontwikkeling.

Ook wordt stilgestaan bij de eerste uitgebreide evaluatie van het EU-handelsakkoord tussen de EU en Zuid-Korea, die in maart is gepubliceerd. De evaluatie laat zien dat veel onderdelen van het akkoord goed werken, maar dat er ook uitdagingen blijven, zoals complexe sanitaire en fytosanitaire goedkeuringsprocedures voor landbouwproducten. Het is daarom ook belangrijk dat het akkoord voorziet in kanalen om markttoegangsproblemen met Zuid-Korea te bespreken.

Nederland heeft de Commissie in de besprekingen over het vorige implementatierapport onder meer opgeroepen om uitgebreider in te gaan op het onderwerp handel en duurzame ontwikkeling. In deze editie van het rapport is hier meer aandacht aan besteed. Hiermee voldoe ik aan mijn toezegging gedaan tijdens het Algemeen Overleg Handel op 15 november 2018 (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1562) om te onderzoeken of en hoe de voortgangsrapportage van de Europese Commissie over handelsakkoorden verder verbeterd kan worden qua inhoud en meetbaarheid. Nederland zal de besprekingen over de implementatie en evaluatie van handelsakkoorden nauwlettend blijven volgen.

Nederland steunt de inzet van de Commissie ten aanzien van effectieve implementatie van handelsakkoorden. Dit geldt voor besprekingen over markttoegangsproblemen met onze handelspartners, zoals bijvoorbeeld die over antidumpingmaatregelen op aardappelproducten in Colombia. Waar zulke besprekingen niet tot betekenisvolle stappen leiden, steunt Nederland de Commissie in de inzet van andere instrumenten, zoals met Colombia wordt gedaan door WTO-consultaties aan te vragen. Implementatie gaat echter verder dan naleving van afspraken over markttoegang. Zij omvat ook besprekingen over handel en duurzame ontwikkeling met onze handelspartners. Zo gaat de Commissie in het rapport uitgebreid in op de opvolging van de 15 actiepunten om afspraken over handel en duurzame ontwikkeling effectiever te maken. Nederland blijft deze acties volgen. Onder andere lidstaten is ook brede steun voor de EU-inzet op implementatie van handelsakkoorden.

AOB

Eurobarometer survey 2019

Tijdens de Raad zal de Commissie een korte presentatie geven van een nog te verschijnen Eurobarometer peiling over de houding van EU-burgers ten opzichte van internationale handel en EU-handelspolitiek. De peiling wordt naar verwachting op 20 november gepubliceerd.

EU Actieplan inzake Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO)

Op verzoek van Nederland wordt tijdens de Raad gesproken over een EU Action Plan on responsible business conduct (RBC). Het doel hiervan is het belang van een IMVO-aanpak op Europees niveau te onderstrepen. Hiertoe wordt de Nederlandse IMVO-aanpak gedeeld. Nederland zal andere lidstaten oproepen om werk te maken van maatschappelijk verantwoord ondernemen en wil graag dat er toegewerkt wordt naar een EU brede aanpak. Hierin heeft de nieuwe commissie uiteraard een belangrijke rol. Ook zal worden samengewerkt met collega-Ministers, waaronder die voor ontwikkelingssamenwerking.

Overig

Voor wat betreft de vraag van uw Kamer over een appreciatie van de EU-voorstellen met betrekking tot de uitvoering van het stelsel van investeringsgerechten van CETA, kan ik u mededelen dat de voorliggende concept-Raadsbesluiten technische uitvoeringsbesluiten voor de inrichting van het Investment Court System (ICS) zijn. Deze geven de EU-positie weer die zal worden ingebracht in het gemengd comité en in het comité voor diensten en investeringen van CETA, waarin de respectieve uitvoeringsbesluiten zullen worden vastgesteld tussen de EU en Canada. De regering steunt de voorgestelde regels, omdat deze bijdragen aan het functioneren van het ICS. De regering is voorstander van het ICS, omdat het de basis vormt van de bredere modernisering van investeringsbescherming en het bijhorende geschillenbeslechtingsmechanisme. De regels dragen eraan bij de onpartijdigheid en onafhankelijkheid van de aangestelde rechters te verzekeren, alsmede om meer transparantie te creëren. Ook komen de voorstellen overeen met de Nederlandse inzet voor meer diversiteit in arbitragepanels. De regering is voornemens met deze concept-Raadsbesluiten in te stemmen.

Toezegging Colombia op aardappelproducten

Tijdens het Algemeen Overleg van 19 februari 2019 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1973) heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over het tijdpad inzake de inspanningen van de Commissie richting Colombia op het gebied van de antidumpingmaatregelen op aardappelproducten, inclusief de mogelijkheden voor een eventuele WTO-zaak. De Commissie deelt deze zorgen en heeft op 14 oktober 2019 aangekondigd een WTO-zaak te starten tegen Colombia. Op 15 november 2019 heeft de EU de formele WTO-consultaties opgestart.

Toezegging informeren over werking en monitoring van het handelsdefensief instrumentarium

Tijdens het Algemeen Overleg van 15 mei 2018 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1877) heb ik toegezegd uw Kamer nader te informeren over de werking en monitoring van het handelsdefensief instrumentarium. Eind 2017 is de nieuwe antidumpingmethodologie in werking getreden. In 2018 trad het gemoderniseerd handelsdefensief instrumentarium in werking. Het aangepaste handelsdefensief instrumentarium is effectief2, zoals ook blijkt uit een rapportage van de Commissie aan het Europees Parlement eerder dit jaar over de inzet van het Europees handelsdefensief instrumentarium in 2018.3 De antidumping- en antisubsidiemaatregelen4 hebben effect, zoals blijkt uit het overzicht van de Commissie in eerder genoemde rapportage.5 In dat overzicht is inzichtelijk gemaakt in hoeverre de importen in de Unie zijn gedaald nadat de specifieke handelsdefensieve maatregelen in werking waren getreden.

Motie-Koopmans c.s. over wegnemen van oneigenlijke voordelen vanwege de status van ontwikkelingsland (Kamerstuk 35 207, nr. 6)

Tijdens het notaoverleg over de China-notitie van 30 september 2019 (Kamerstuk 35 207, nr. 5), heeft uw Kamer de motie aangenomen inhoudende het verzoek een internationale coalitie te bouwen om te bewerkstelligen dat China niet langer oneigenlijke voordelen geniet vanwege zijn status van ontwikkelingsland bij de WTO.

Uw verzoek komt overeen met reeds door het kabinet ingezet beleid. Er is geen sprake van een formeel onderhandelingsproces binnen de WTO over de status van ontwikkelingslanden. Wel wordt informeel gesproken over dit onderwerp en heeft de VS het onderwerp diverse keren geagendeerd. De EU zet in bilaterale contacten in op het voeren van een genuanceerde discussie over ontwikkeling in de WTO. Het doel is te zorgen dat in lopende onderhandelingen per geval kan worden bekeken in hoeverre onderhandelingspartners gerechtvaardigd extra tijd of flexibiliteit nodig hebben om aan nieuwe afspraken te kunnen voldoen.

Publieksconsultaties associatieakkoorden met zes mediterrane partnerlanden en EPA CARIFORUM

Hierbij ga ik in op het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 27 september 2019. De commissie verzocht mij een afschrift te zenden van de Nederlandse reactie op de raadpleging voor de evaluaties van de handelscomponent in de associatieakkoorden tussen de EU en zes mediterrane partnerlanden. Dit geldt tevens voor het verzoek van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 29 april 2019. De commissie verzocht om een afschrift te zenden van de Nederlandse reactie op de raadpleging voor de evaluatie van het Economisch Partnerschapsakkoord met CARIFORUM. Nederland heeft geen inbreng geleverd in deze publieksconsultaties. Nederland geeft al inbreng over de werking van handelsakkoorden en markttoegangsproblemen die bedrijven ervaren – voor zover deze kenbaar worden gemaakt – via andere werkgroepen in Brussel. Nederland roept het bedrijfsleven regelmatig op om problemen met betrekking tot markttoegang te melden. De overheid heeft geen zicht op de rechtstreekse inbreng vanuit het Nederlandse bedrijfsleven in de publieksconsultatie.

Bijlage 1: Voortgangsrapportage handelsakkoorden – november 2019

Deze bijlage bevat informatie omtrent EU-handelsakkoorden die nog niet definitief in werking zijn getreden en die waarbij de betrokken partijen al wel de intentie kenbaar hebben gemaakt om een handelsakkoord te verkennen. Deze rapportage wordt ieder kwartaal aan de Kamer toegezonden.

A. Multilaterale handelsakkoorden

Onderhandelingen over afschaffen van visserijsubsidies

Tijdens de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO hebben Ministers afgesproken ernaar te streven dat in 2019 een akkoord over visserijsubsidies zal worden overeengekomen. Doel is om bepaalde vormen van subsidies af te schaffen die bijdragen aan overcapaciteit en overbevissing, een einde te maken aan illegale, niet gerapporteerde en ongereguleerde (IUU) visserij, en daarbij rekening te houden met een speciale gedifferentieerde behandeling van ontwikkelingslanden conform SDG 14.6. Het mandaat om binnen de WTO over visserijsubsidies te onderhandelen, is onderdeel van de Doha Ontwikkelingsagenda (Doha Development Agenda, DDA). In september en oktober 2019 vonden clusterbijeenkomsten plaats om de onderhandelingen vooruit te helpen. Verschillende WTO-leden hebben tekstvoorstellen gedaan en technische vragen op tafel gelegd op basis waarvan verder zal worden onderhandeld.

B. Plurilaterale handelsakkoorden

Milieugoederenakkoord (Environmental Goods Agreement (EGA)):

Sinds juli 2014 onderhandelen achttien partijen, waaronder de EU, over een milieugoederenakkoord. Dit beoogde akkoord richt zich op de vrijmaking van de handel in goederen die bijdragen aan milieu- en klimaatdoelstellingen. Hiertoe onderhandelen deelnemende partijen over een lijst van «groene goederen». Eveneens wordt getracht de aan deze producten gekoppelde diensten op termijn te liberaliseren. De Europese Commissie onderhandelt op basis van het mandaat vastgesteld door de Raad in 2014. Inmiddels hebben 18 onderhandelingsrondes plaatsgevonden en zijn mogelijke hoofdlijnen van een akkoord (zogenoemde «landing zones») geïdentificeerd. Partijen hebben gepoogd de onderhandelingen in 2016 af te ronden, maar zijn daar niet in geslaagd. Hierop zijn de onderhandelingen stilgelegd. Het is onduidelijk wanneer de onderhandelingen worden hervat, gezien het veranderde internationale krachtenveld sinds 2016.

Verdrag over de handel in diensten (Trade in Services Agreement (TiSA)):

Het Trade in Services Agreement (TiSA) is een plurilateraal handelsakkoord over de handel in diensten waarover de EU tot december 2016 met 22 WTO-leden onderhandelde, op basis van een mandaat van de Raad uit maart 2013.6 Het doel van het akkoord is onder meer om afspraken te maken over internationale e-commerce, datastromen, telecommunicatie, transport, kennismigratie en betere regelgeving. Van 2 tot en met 10 november 2016 heeft de 21e onderhandelingsronde plaatsgevonden. De Europese Commissie heeft een verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.7 Sindsdien zijn er in verband met het veranderde internationaal krachtenveld geen onderhandelingen meer geweest. Het is onbekend wanneer de onderhandelingen worden hervat.

Onderhandelingen over elektronische handel (e-commerce)

Op 13 december 2017 hebben 70 WTO-leden, waaronder de EU, de VS, Japan en China, op de 11eMinisteriële Conferentie van de WTO een gezamenlijke verklaring gepubliceerd, die als startschot diende voor verkennende gesprekken ten behoeve van toekomstige onderhandelingen over e-commerce. Het doel van het akkoord is afspraken te maken over onderwerpen die e-commerce betreffen, zoals erkenning van elektronische handtekeningen, consumentenbescherming en grensoverschrijdende datastromen. Op 25 januari jl. hebben 76 leden van de WTO, waaronder de eerdergenoemde leden, in een gezamenlijke Joint Statement Initiative te Davos besloten onderhandelingen te starten over handel gerelateerde aspecten van e-commerce. De onderhandelingen vinden plaats op basis van het mandaat voor de Doha Ontwikkelingsagenda, aangevuld met de onderhandelingsrichtsnoeren die in mei 2019 door de Raad zijn vastgelegd. Inmiddels heeft de vijfde onderhandelingsronde plaatsgevonden, de zesde ronde is gepland voor 19 t/m 22 november a.s. Per ronde wordt een selectie gemaakt uit de te bespreken onderwerpen. Het doel is om tijdens de 12de Ministeriële Commissie van de WTO te Nur-Sultan, Kazachstan een akkoord op hoofdlijnen te kunnen presenteren.

C. Bilaterale handelsakkoorden

C.1 Afrika:

In 2002 zijn onderhandelingen gestart met landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan (ACS-landen) over een Economisch Partnerschapsakkoord (EPA). De landen zijn verdeeld in zeven regio’s, waarvan er vijf in Afrika liggen, één in de Cariben en één in de Stille Oceaan. Nog niet alle EPA’s zijn volledig in werking; in de tussentijd heeft de EU (interim-)EPA’s gesloten met afzonderlijke landen (Kameroen, Ivoorkust, Ghana).

Economisch Partnerschap Centraal Afrika (Centraal Afrika-EU EPA):

In deze regio is de EPA alleen getekend door Kameroen. Met dat land is al wel een vijfde bijeenkomst van het EPA-comité voorzien (in december 2019) en vindt overleg plaats over mogelijke verdieping van de overeenkomst. Onderhandelingen met andere landen in Centraal-Afrika verlopen moeizaam. Congo komt in aanmerking voor preferenties onder het Algemeen Preferentieel Stelsel. Sinds 1 januari 2014 komt Gabon daar niet meer voor in aanmerking. De overige landen van deze regio vallen onder de «minst-ontwikkelde landen» en genieten daarom rechten- en quota-vrije toegang tot de EU-markt onder het zogenoemde «Everything but Arms» schema.

Economisch Partnerschap Westelijk Afrika (ECOWAS-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord over een EPA bereikt met de zestien landen in de Westelijk Afrikaanse regio (verenigd in de Economic Community of West African States, ECOWAS). Van hen hebben 13 landen het akkoord direct getekend. In 2018 hebben ook Gambia en Mauritanië getekend, waarmee Nigeria het enige land in West-Afrika is dat de EPA niet getekend heeft. Het akkoord komt in aanmerking voor voorlopige toepassing wanneer alle ECOWAS-lidstaten het akkoord getekend hebben en minimaal twee derde van de ECOWAS-lidstaten het akkoord hebben geratificeerd. In 2016 zijn interim-EPA’s met Ghana en Ivoorkust tot stand gekomen; beide worden voorlopig toegepast. Het tweede EPA-comité met Ghana en het vierde comité met Ivoorkust zijn voorzien in november 2019.

Economisch Partnerschap Oostelijk Afrika (EAC-EU EPA):

Eind 2014 is een akkoord bereikt met de vijf landen in de Oostelijk Afrikaanse regio (de East African Community, EAC) over een EPA. Op 1 september 2016 tekenden Kenia en Rwanda de overeenkomst. Ook alle EU-lidstaten en de EU hebben de overeenkomst getekend. Op de EAC-Top van 20 mei 2017 is de EU ingegaan op zorgpunten van enkele EAC-leden. Op de EAC-Top van 1 februari 2019 werd afgesproken om binnen vier maanden meer helderheid te krijgen over deze zorgpunten, maar voortgang is uitgebleven.

Economisch Partnerschap Oostelijk en Zuidelijk Afrika (ESA-EU EPA):

Sinds 2012 is voor Madagaskar, Mauritius, de Seychellen en Zimbabwe een EPA van kracht. In januari 2019 kwamen partijen overeen om de overeenkomst te verdiepen. Zo hebben onder meer discussies plaatsgevonden over modernisering van de regels van oorsprong. In januari 2020 komt het EPA-comité bijeen in de Seychellen, waar zal worden gesproken over verdieping van het akkoord naar alle handel gerelateerde terreinen, waaronder landbouw, diensten en investeringen, technische handelsbelemmeringen, duurzame ontwikkeling en digitale handel. De ambitie is te komen tot een veelomvattend modern akkoord met betrokkenheid van «civil society» en parlementen.

Economisch Partnerschap Zuidelijk Afrika (SADC-EU EPA):

In juni 2016 kwam een akkoord tot stand met zes landen in de Zuidelijk Afrikaanse regio: Botswana, Lesotho, Mozambique, Namibië, Zuid-Afrika en Eswatini (voorheen Swaziland). Angola heeft de mogelijkheid om later toe te treden. De SADC-EPA (Southern African Development Community) wordt sinds 10 oktober 2016 voorlopig toegepast. Toen ook Mozambique vanaf februari 2018 de EPA toepaste, werd dit de eerste volledig operationele regionale EPA in Afrika.

De zes andere landen in de SADC-regio: de Democratische Republiek Congo, Madagaskar, Malawi, Mauritius, Zambia en Zimbabwe, maken deel uit van andere regionale groepen waarmee de EU samenwerkt, te weten Centraal Afrika resp. Oostelijk en Zuidelijk Afrika.

Een eerste gezamenlijke Raad vond plaats op 19 februari 2019 in Kaapstad, waarbij een kader werd afgesproken voor geschillenbeslechting. Op 14 juni 2019 verzocht de EU formeel om consultaties over een vrijwaringsmaatregel voor pluimvee. De consultaties vonden plaats op 13 september in Gaborone in Botswana. Parallel aan de eerste Raad, vond de vijfde bijeenkomst plaats van het Comté voor Handel en Ontwikkeling (TDC) alsmede de tweede bijeenkomst van zowel het Comité voor handelsfacilitatie en douanesamenwerking als het Comité voor geografische aanduidingen en handel in wijnen en sterke dranken. Eind 2019 vindt de zesde TDC-bijeenkomst plaats.

Egypte (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2004 trad een associatieakkoord tussen de EU en Egypte in werking. Dit heeft vrijhandel van goederen bewerkstelligd door de afschaffing van invoerrechten voor industriële producten en omvat diverse concessies voor landbouwproducten. In 2010 trad additioneel een akkoord in werking met betrekking tot landbouw en visserij. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Een dialoog daarover is gestart in juni 2013. Er is geen zicht op opening van de onderhandelingen.

Marokko (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Marokko is in werking getreden in maart 2000. Het akkoord heeft geleid tot de geleidelijke afbouw van invoerrechten voor industriële producten en liberalisatie voor landbouw- en visserijproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De onderhandelingen daarover zijn in april 2013 van start gegaan. Sinds de vierde ronde in april 2014 liggen de onderhandelingen stil. Marokko wenste meer tijd voor interne afstemming.

Tunesië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

Het associatieakkoord tussen de EU en Tunesië is in 1998 in werking getreden. In 2008 zijn de douanerechten voor industrieproducten volledig afgeschaft. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. De EU-tekstvoorstellen en verslagen van de onderhandelingsrondes zijn online beschikbaar.8 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 29 april tot en met 3 mei 2019 in Tunis. Het verslag van deze onderhandelingsronde is ook online beschikbaar.9 Er is nog geen datum bekend voor de vijfde onderhandelingsronde.

C.2 Azië:

ASEAN (Association of Southeast Asian Nations):

In 2007 zijn de onderhandelingen gestart tussen de EU en de Association of Southeast Asian Nations (ASEAN)10 om tot een regionaal handelsakkoord te komen. De basis hiervoor is het ASEAN-mandaat uit 2007. Na zeven onderhandelingsrondes hebben de EU-lidstaten in 2009 besloten om de onderhandelingen te vervolgen op het niveau van bilaterale handelsakkoorden met ASEAN-landen. Deze handelsakkoorden kunnen als bouwstenen dienen om later alsnog tot een regionaal handelsakkoord te komen.

China (EU-China Investment Agreement):

Sinds november 2013 is de Europese Commissie, op basis van een mandaat uit oktober 2013, met China in onderhandeling over een investeringsakkoord. Het doel is om een kwalitatief hoogwaardig akkoord te sluiten, waarbij het gaat om het verzekeren van markttoegang op het gebied van investeringen, transparantie, duurzaamheidsafspraken en het beschermen van investeringen met een nieuw investeringsbeschermingsmechanisme volgens de nieuwe EU-benadering. De 26 bestaande bilaterale investeringsbeschermingsovereenkomsten tussen de EU-lidstaten en China zullen uiteindelijk vervangen worden door dit diepgaand EU-investeringsakkoord. De 23e onderhandelingsronde vond plaats op 23 en 24 september 2019 in Beijing. Een verslag van de onderhandelingsronde heeft de Commissie gepubliceerd op haar website.11 De volgende ronde staat tentatief gepland voor het einde van 2019, maar exacte data zijn nog niet bekend.

De Raad heeft de Commissie in december 2005 gemachtigd voor het voeren van onderhandelingen over een Partnership and Cooperation Agreement. Deze onderhandelingen zijn gestart in 2007, maar zijn in 2011 vastgelopen vanwege het verschil in de verwachtingen tussen beide partijen.

Filipijnen (EU-Philippines Free Trade Agreement):

In december 2015 zijn de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en de Filipijnen aangekondigd. De Raad heeft eind 2015 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen. Deze notitie vormt een aanvulling op het mandaat van de Raad aan de Europese Commissie voor de onderhandelingen over een regionaal handelsakkoord met de ASEAN-regio uit 2007. De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 februari 2017. De Europese Commissie heeft het verslag van deze ronde op haar website gepubliceerd.12 Op dit moment is geen volgende onderhandelingsronde gepland.

India (India-EU Free Trade Agreement):

De EU en India onderhandelen sinds 2007 over een handels- en investeringsakkoord. Sinds de zomer van 2013 liggen de onderhandelingen stil. Na verschillende pogingen om de EU-India Free Trade Agreement onderhandelingen te heropenen, is in juni 2018 besloten de onderhandelingen voorlopig niet te herstarten wegens een blijvend gebrek aan een gelijk ambitieniveau. De Commissie blijft de strategische dialoog met India voortzetten om de onderhandelingen in de toekomst te kunnen heropenen. Bovendien onderzoekt de Europese Commissie de mogelijkheid voor een separaat investeringsakkoord. Momenteel is er nog geen zicht op een herstart van de onderhandelingen.

Indonesië (Indonesia-EU Comprehensive Economic Partnership Agreement (CEPA)):

De Raad heeft op 18 juli 2016 ingestemd met een Voorzitterschapsnotitie voor de start van de onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Indonesië. Deze notitie vormt een aanvulling op het bestaande ASEAN-mandaat uit 2007. Van 17 tot 21 juni 2019 vond de achtste onderhandelingsronde plaats in Jakarta. Tijdens deze ronde is onder andere voortgang geboekt in besprekingen over overheidsaanbestedingen en sanitaire en fytosanitaire maatregelen. Besprekingen over handel en duurzame ontwikkeling blijven erg moeizaam verlopen. Het verslag van de recentste ronde is te vinden op de website van de Europese Commissie.13 De volgende onderhandelingsronde zal naar verwachting begin december plaatsvinden.

Irak (Partnership and Cooperation Agreement):

Het EU-Iraq Partnership and Cooperation Agreement uit 2012 biedt een basis voor samenwerking op handelsgebied. Omdat een aantal EU-lidstaten de ratificatie nog niet heeft afgerond, worden de handelsbepalingen van het akkoord sinds augustus 2012 voorlopig toegepast. Nederland heeft het akkoord in 2013 geratificeerd.

Jordanië (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA)):

In 2002 is een associatieakkoord tussen de EU en Jordanië in werking getreden. Afschaffing van de invoertarieven is na een transitieperiode van twaalf jaar gerealiseerd. In 2007 trad een aanvullend akkoord in werking voor liberalisatie van handel in landbouwproducten. In 2011 kreeg de Europese Commissie een mandaat om te onderhandelen over verbreding en verdieping van het akkoord, met afspraken over onder meer handel in diensten en investeringen. Er is voorlopig nog geen eerste onderhandelingsronde gepland.

Kazachstan (Enhanced Partnership and Cooperation Agreement (EPCA)):

In december 2015 is het nieuwe akkoord ondertekend, gevolgd door voorlopige toepassing door de EU per 1 mei 2016. Kazachstan is lid van de Euraziatische Economische Unie (samen met Rusland, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland), daarom zijn er geen afspraken over tariefliberalisatie voor goederen in het akkoord opgenomen. Hier kan alleen met de Euraziatische Unie als geheel over onderhandeld worden. In 2011 zijn onderhandelingen van start gegaan tussen de Europese Commissie en Kazachstan over een hernieuwd Partnership and Cooperation Agreement (PCA). In 2014 zijn de onderhandelingen na acht onderhandelingsrondes afgerond. De Raad van State heeft zijn advies gegeven over het akkoord. Op 29 oktober 2018 is het memorie van toelichting samen met het akkoord ter goedkeuring naar de Tweede Kamer en Eerste Kamer gestuurd. De Tweede Kamer heeft dit tijdens de plenaire behandeling op 7 februari 2019 aangenomen, waarna de Eerste Kamer op 5 maart 2019 heeft ingestemd. Het akkoord treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.

Kirgizië (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Kirgizië is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. Deze samenwerking omvat drie pilaren: een politieke dialoog, economische samenwerking (inclusief ontwikkelingshulp vanuit de EU) en samenwerking op een aantal concrete beleidsterreinen, zoals technologie en cultuur. Daarnaast heeft Kirgizië preferentiële markttoegang tot de EU op grond van het «APS+»-stelsel (Algemeen Preferentieel Stelsel). Op 2 juni 2017 heeft de Commissie een aanbeveling aan de Raad gedaan voor het openen van de onderhandelingen voor het moderniseren van het PCA, inclusief een voorstel voor een mandaat. Hierin stelt de Commissie voor om de samenwerking op alle drie de pijlers te verdiepen. De Raad heeft het onderhandelingsmandaat op 9 oktober 2017 goedgekeurd. Onderhandelingen over het handelsdeel zijn op 28 februari 2018 van start gegaan. Ten aanzien van handel zijn de onderhandelingsteksten gemodelleerd op het recent aangepaste akkoord met Kazachstan.14 Er is geen sprake van tariefliberalisatie, omdat daarover alleen met de Euraziatische douane-unie als geheel onderhandeld kan worden. De zevende en laatste onderhandelingsronde vond plaats op 6–8 juni 2019. Tijdens de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst hebben de EU en Kirgizië het politieke akkoord geparafeerd. De tekst wordt momenteel juridisch opgeschoond en vertaald.

Maleisië (Malaysia-EU FTA (MEUFTA)):

Onderhandelingen over een handelsakkoord tussen de EU en Maleisië zijn in oktober 2010 begonnen. Het ASEAN-mandaat uit 2007 lag hieraan ten grondslag. De zevende, en tot nu toe laatste ronde, vond plaats in april 2012. Op dit moment is nog geen zicht op hervatting van de onderhandelingen.

Myanmar (EU-Myanmar Investment Protection Agreement):

In maart 2014 heeft de Raad een mandaat aan de Europese Commissie verleend en zijn de onderhandelingen tussen de EU en Myanmar over een investeringsbeschermingsakkoord begonnen. Het doel van de bilaterale investeringsovereenkomst met de EU is om investeringen te bevorderen ten behoeve van de sociaaleconomische ontwikkeling van Myanmar. Het akkoord zal hoofdstukken bevatten over transparantie, duurzame ontwikkeling, investeringsbescherming en geschillenbeslechting. Van 26 tot en met 27 april 2017 hebben technische besprekingen plaatsgevonden.15 Er staat geen nadere onderhandelingsronde gepland.

Oezbekistan (Enhanced Partnership Cooperation Agreement)

De samenwerking tussen de EU en Oezbekistan is vastgelegd in een Partnership and Cooperation Agreement (PCA), dat in 1999 in werking is getreden. De EU en Oezbekistan onderhandelen over een overeenkomst ter modernisering en vervanging van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA) op basis van het mandaat dat de Raad op 16 juli 2018 heeft aangenomen. Op 23 november 2018 lanceerden de EU en Oezbekistan de onderhandelingen van het Enhanced Partnership Cooperation Agreement formeel en marge van de EU-Centraal-Azië Ministeriële bijeenkomst. De eerste onderhandelingsronde vond plaats op 4–7 februari 2019 in Tasjkent. De meest recente en derde onderhandelingsronde vond plaats op 25–27 september 2019 in Tasjkent.

Singapore (European Union-Singapore Free Trade Agreement (EUSFTA)):

Het EU-Singapore akkoord is op 18 oktober 2018 ondertekend. Het akkoord bestaat uit een handelsakkoord en een investeringsakkoord. Het akkoord biedt belangrijke kansen voor het bedrijfsleven en zal tevens een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen de EU en Singapore. Singapore heeft, net als Nederland, een bijzonder open economie. Singapore behoort tot de twintig belangrijkste exportmarkten van Nederland. Het investeringsakkoord bevat alle vernieuwende elementen van de EU-inzet voor investeringsbescherming. Het EU-investeringsakkoord met Singapore zal het bestaande investeringsakkoord tussen Nederland en Singapore vervangen. Het Europees Parlement heeft het EU-handelsakkoord en het EU-investeringsakkoord op 13 februari 2019 goedgekeurd. Het akkoord gaat per 21 november in werking treden. Het investeringsakkoord is een gemengd akkoord en kan pas in werking treden nadat het is geratificeerd door alle EU-lidstaten.

Syrië (Euro-Mediterranean Agreement Establishing an Association):

De bilaterale relatie is geregeld in een Samenwerkingsovereenkomst uit 1977, die in 1978 in werking trad. Onderhandelingen over een associatieakkoord zijn afgerond in 2004, maar ondertekening is uitgebleven als gevolg van de interne politieke situatie in Syrië. Tevens heeft de EU in 2011 besloten handelsrestricties in te stellen in reactie op de gewelddadige onderdrukking door het Syrische regime van vreedzame demonstraties. Deze sancties zijn sindsdien regelmatig aangepast en uitgebreid.

Thailand (EU-Thailand Free Trade Agreement):

In februari 2013 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Thailand gestart. Het ASEAN-mandaat uit 2007 vormt hiervoor de basis. De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 10 april 2014. Na de militaire coup in mei 2014 zijn de onderhandelingen stilgelegd. Conform de Raadsconclusies van 2017 zouden de onderhandelingen slechts worden heropend op het moment dat er een democratisch gekozen regering aan de macht is. Op 24 maart 2019 zijn er in Thailand democratische verkiezingen gehouden. Naar aanleiding hiervan stelt de Raad, in de Raadsconclusies van 14 oktober 2019, dat de nodige stappen moeten worden gezet om de onderhandelingen over een ambitieuze en alomvattende vrijhandelsovereenkomst te hervatten.

Vietnam (EU-Vietnam Free Trade Agreement):

Het akkoord bestaat uit een handelsakkoord, dat een EU-only akkoord is, en een investeringsakkoord, dat een gemengd akkoord is. Beide akkoorden zijn op 30 juni 2019 ondertekend door de twee verdragspartijen (EU en Vietnam). Na de ondertekening dient het Europees Parlement beide akkoorden goed te keuren. De stemming in het Europees Parlement zal waarschijnlijk plaatsvinden in februari 2020. Alvorens het investeringsakkoord in werking kan treden, dient het eerst nog door de nationale parlementen van de EU-lidstaten te worden goedgekeurd.

Na het handelsakkoord met Singapore is dit akkoord het tweede afgeronde akkoord in de regio op basis van het ASEAN-mandaat uit 2007. Het handelsakkoord is een veelomvattend en gebalanceerd akkoord. Wanneer het akkoord in werking treedt, worden bijna alle import- en exporttarieven op nul gesteld. De resterende tarieven worden geleidelijk afgebouwd. Het akkoord levert Europese exporteurs en investeerders daarmee verbeterde toegang tot de Vietnamese markt met ruim 90 miljoen consumenten. Bovendien bevat het akkoord een robuust duurzaamheidshoofdstuk. Het investeringsakkoord lijkt sterk op het investeringsakkoord van het EU-Singapore akkoord. Dit betekent dat het investeringsakkoord de gemoderniseerde EU-inzet voor investeringsbescherming bevat, zoals het Investment Court System.

C.3 Europa:

Andorra, Monaco en San Marino (één of meerdere Association Agreements):

De huidige relatie tussen de EU en de drie micro-staten Andorra, Monaco en San Marino is gebaseerd op een groot aantal afzonderlijke akkoorden. Sinds 8 maart 2015 wordt er onderhandeld om deze afzonderlijke akkoorden te integreren in bij voorkeur één associatieakkoord. De Raad heeft hiervoor op 4 december 2014 het mandaat verleend. Het doel is een significante verlaging van de handelsbarrières voor ondernemers uit Andorra, Monaco en San Marino, vergelijkbaar met de markttoegang voor EER-staten Noorwegen, IJsland en Liechtenstein. De onderhandelingen bevinden zich momenteel in de finale fase en de Raad heeft in december 2018 de hoop uitgesproken dat de onderhandelingen in het voorjaar van 2019 kunnen worden afgerond.16 Dit is nog niet gelukt. Nederland is voorstander van een zo goed mogelijke integratie van Andorra, Monaco en San Marino in de Europese interne markt; bij voorkeur door middel van één gezamenlijk associatieakkoord voor de drie micro-staten. Nederland wenst dat het aantal uitzonderingsbepalingen voor het vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal zo veel als mogelijk wordt beperkt, en door de micro-staten grondig wordt onderbouwd.

Armenië (Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement, CEPA):

Per 1 juni 2018 is de Comprehensive and Enhanced Partnership Agreement (CEPA) voorlopig in werking getreden. Op 26 februari 2017 bereikten de Europese Commissie en Armenië overeenstemming over dit akkoord. Op 24 november 2017 is het akkoord door beide partijen ondertekend. Deze CEPA vervangt het in 1999 in werking getreden Partnership and Cooperation Agreement. Armenië en de EU hadden als onderdeel van een associatieakkoord in 2013 reeds de onderhandelingen over een Deep and Comprehensive Free Trade Agreement (DCFTA) afgerond. Dit akkoord is nooit in werking getreden, vanwege het feit dat Armenië lid werd van de Euraziatische Economische Unie (de douane-unie van Rusland, Kazachstan, Armenië, Kirgizië en Wit-Rusland). Deze afspraken zijn onverenigbaar met de preferentiële markttoegang voor goederen tot de Europese markt die volgt uit het DCFTA. In de Kaderovereenkomst hebben de EU en Armenië geprobeerd op de overige terreinen zo veel mogelijk afspraken uit het DCFTA in stand te houden.

Azerbeidzjan (Comprehensive Agreement):

De huidige relatie tussen de EU en Azerbeidzjan is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1996. Dit akkoord is in 1999 in werking getreden. Op 14 november 2016 heeft de Raad de Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger het mandaat gegeven voor het voeren van de onderhandelingen voor een breed akkoord, ter vervanging van het PCA. De onderhandelingen zijn gestart op 7 februari 2017. De zevende onderhandelingsronde over het handelsgedeelte van een nieuw akkoord vond plaats op 23–25 april 2019 in Baku. De onderhandelingen zijn in een gevorderd stadium.

Noorwegen (Bilateral Agreement on Trade in Basic Agricultural Products)

De EU, Noorwegen, IJsland en Liechtenstein zijn onderdeel van de Europese Economische Ruimte (EER). Dit faciliteert een interne markt voor goederen, diensten, kapitaal en werknemers. Handel in landbouwgoederen is echter uitgezonderd van de EER. Op grond van artikel 19 paragraaf 4 van de EER-overeenkomst, dienen de partijen iedere twee jaar de handel in landbouwgoederen te evalueren, met als doel op termijn volledige marktintegratie. Op 18 november 2014 heeft de Raad een mandaat verleend aan de Commissie om met Noorwegen te onderhandelen over nieuwe tariefliberalisaties. Op 5 april 2017 is een principeovereenkomst bereikt tussen de EU en Noorwegen. Hierin is afgesproken dat de EU en Noorwegen voor 36 productcategorieën – zoals maïs voor diervoeder, diverse bessen en cider – hun wederzijdse invoerheffingen volledig afschaffen. Voor vlees, zuivelproducten, granen, groenten en sierplanten, zal Noorwegen de EU additionele tariefcontingenten toekennen, bijvoorbeeld een aanvullend quotum van 1.600 ton voor runderen en 1.200 ton voor kaas. De EU zal Noorwegen onder meer een 700 ton quotum toekennen voor verschillende soorten kippenvlees. Het akkoord zal worden geformaliseerd door een briefwisseling. Op 17 oktober 2017 heeft de Europese Commissie een voorstel voor een Raadsbesluit gedaan. Op 20 november 2017 heeft de Raad het Raadsbesluit 2017/2182 vastgesteld, waarmee de Raad haar akkoord geeft met deze briefwisseling. Op 17 april 2018 is ook het Europees Parlement akkoord gegaan. Op dit moment wordt er gewacht op formele goedkeuring door Noorwegen, waarna de tariefliberalisaties op korte termijn van kracht kunnen worden.

Oekraïne (Deep and Comprehensive Free Trade Agreement)

In juni 2014 sloten de EU en Oekraïne een associatieovereenkomst om economische en politieke samenwerking te bevorderen. Sinds 1 september 2017 is deze overeenkomst volledig in werking getreden. Na het afsluiten van het associatieakkoord is door Oekraïense producenten op onvoorziene wijze gebruik gemaakt van de mogelijkheid om een nieuw deelstuk (borstkap met vleugel) tariefvrij naar de EU te exporteren. Nederland heeft samen met andere lidstaten in de Raad steeds aangedrongen op een spoedige oplossing om de snel stijgende import te beperken. De Commissie heeft onderzocht welke mogelijkheden er waren om dit te bereiken. Uiteindelijk bleek dat een heronderhandeling van het handelsgedeelte van het associatieakkoord de enige optie was om de overmatige import aan banden te leggen. De Raad heeft op 20 december 2018 een besluit vastgesteld waarbij de Europese Commissie is gemachtigd om met Oekraïne te onderhandelen over de aanpassing van de bestaande tariefregeling voor vlees van pluimvee.17 De Raad heeft op 18 juli 2019 ingestemd met ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst, in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie en Oekraïne, tot wijziging van de handelspreferenties voor pluimveevlees als ook met de sluiting van de Overeenkomst in de vorm van een briefwisseling. Nederland heeft conform de motie 21 501-02, nr. 1449 in de Raad tegen de verhoging van het tariefquotum voor pluimveevlees gestemd. Op 30 juli 2019 tekenden de EU en Oekraïne de Overeenkomst. Op 26 november 2019 zal het Europees Parlement zich over de sluiting van de Overeenkomst buigen.

Rusland (verdieping van het Partnership and Cooperation Agreement (PCA)):

De huidige relatie tussen de EU en Rusland is gebaseerd op een Partnership and Cooperation Agreement (PCA) uit 1994, dat in 1997 in werking is getreden. In 2008 zijn onderhandelingen begonnen over modernisering en uitbreiding van het PCA op basis van een mandaat van de Raad. Vanaf 2010 wordt er vooral over handel en investeringen onderhandeld. In maart 2014 heeft de Raad besloten om de onderhandelingen te schorsen. De reden hiervoor was de annexatie van de Krim door Rusland, alsook het conflict in Oost-Oekraïne.

Turkije (Modernised Customs Union):

Sinds 1995 vormen de Europese Unie en Turkije gezamenlijk een douane-unie. Op 23 december 2016 heeft de Europese Commissie een aanbeveling voor een mandaat gedaan aan de Raad om de douane-unie te moderniseren. Tevens wenst de Commissie de douane-unie uit te breiden met afspraken op het gebied van landbouw, handel in diensten en overheidsaanbestedingen. Het is onwaarschijnlijk dat op korte termijn overeenstemming in de Raad wordt bereikt over vaststelling van het mandaat, mede gezien recente ontwikkelingen. Voor Nederland is het van belang dat modernisering van de douane-unie en verbetering van de rechtsstaat in Turkije hand in hand gaan.

Verenigd Koninkrijk (Free trade agreement as part of a close partnership)

Het Britse Lagerhuis heeft nog niet ingestemd met het aangepaste terugtrekkingsakkoord. Tijdens de Europese Raad (ER) Artikel 50 op 18 oktober 2019 is het aangepaste terugtrekkingsakkoord door de ER vastgesteld. Via een schriftelijke procedure heeft de ER op 29 oktober de artikel 50 VEU termijn verlengd tot en met uiterlijk 31 januari 2020. Hierbij zal gelden dat de verlenging eerder wordt beëindigd (per de eerste van de volgende maand) als beide partijen het terugtrekkingsakkoord eerder ratificeren. Het is de onverminderde inzet van de regering dat het terugtrekkingsakkoord wordt geratificeerd en in werking kan treden. Het terugtrekkingsakkoord is de enige optie voor een ordelijk vertrek van het VK uit de EU en hierin zijn de Nederlandse belangen goed gewaarborgd. Daarnaast voorziet het terugtrekkingsakkoord in een overgangsperiode. De overgangsperiode geeft de EU27 en het VK de tijd om te onderhandelen over een of meerdere akkoorden over de toekomstige relatie en geeft burgers en bedrijven tijd om zich voor te bereiden op de situatie na het einde van de overgangsperiode.

Over een vrijhandelsovereenkomst kan pas worden onderhandeld nadat het VK is uitgetreden uit de EU. Dit vergt van de kant van de EU de vaststelling van een mandaat van de Raad op aanbeveling van de Commissie op grond van artikel 218 VWEU. Gezien de economische verwevenheid is de inzet van het kabinet dat de EU27 en het VK tot een ambitieuze en diepgaande toekomstige relatie komen. De politieke verklaring over het kader van de toekomstige betrekkingen die als bijlage bij het terugtrekkingsakkoord is gevoegd, biedt hiertoe een solide basis.

C.4 Noord- en Midden-Amerika:

Canada (Comprehensive Economic and Trade Agreement (CETA)):

Het EU-handelsakkoord met Canada (CETA) is tijdens de EU-Canada Top van 30 oktober 2016 ondertekend. Op 15 februari 2017 heeft het Europees Parlement het akkoord goedgekeurd. De handelsafspraken in het akkoord worden sinds 21 september 2017 voorlopig toegepast. Daarnaast zijn de goedkeuringsprocessen in de EU-lidstaten opgestart. De Nederlandse CETA-goedkeuringswet is 5 maart 2019 naar de Tweede Kamer gestuurd. CETA treedt pas volledig in werking na ratificatie door Canada, de EU en de 28 EU-lidstaten.

Economisch Partnerschap met de landen in de Cariben (CARIFORUM-EU EPA):

In 2008 zijn de onderhandelingen over de CARIFORUM-EU EPA afgerond, waarna de goedkeuringsprocedures zijn gestart en de EPA voorlopig wordt toegepast. Nederland heeft het akkoord geratificeerd. De EPA treedt definitief in werking wanneer alle partijen hebben geratificeerd. De Europese Commissie werkt momenteel aan een tweede vijfjaarlijkse evaluatie van het functioneren van het akkoord. Aan implementatie van het akkoord wordt gestaag gewerkt. Voorts zijn onderhandelingen gaande over de bescherming van geografische aanduidingen. Op 27–28 november 2019 vindt de negende bijeenkomst plaats van het Comité Handel en Ontwikkeling. De volgende bijeenkomst van de gezamenlijke CARIFORUM-EU Raad is voorzien in de eerste helft van 2020.

Mexico (Economic Partnership, Political Coordination and Cooperation (Global Agreement)):

Op 23 mei 2016 heeft de Raad het onderhandelingsmandaat ten behoeve van de modernisering van het bestaande EU-Mexico Global Agreement uit 1997, dat sinds 2000 in werking is, goedgekeurd. Op 21 april 2018 is er een politiek akkoord bereikt tussen de Commissie en Mexico. Er wordt nu over de laatste openstaande punten gesproken, o.a. over subcentrale aanbestedingsprocedures en intellectuele eigendomsrechten. Tevens vindt de juridische revisie van de tekst plaats. Het definitieve akkoord heeft vertraging opgelopen, omdat Mexico tot op heden er niet in is geslaagd de toegang voor de subcentrale aanbestedingsprocedures rond te krijgen. De verwachting is nu dat begin volgend jaar een finaal akkoord kan worden gesloten tussen de Commissie en Mexico. Het betreft een «gemengd akkoord». Het akkoord zal daarom worden voorgelegd aan de EU-lidstaten ter ratificatie.

Het handels- en investeringsdeel van de Global Agreement zet in op 98% liberalisering van de handel in goederen. Voor Nederland is met name de tariefliberalisering van belang voor landbouwproducten, zoals zuivel, pluimvee, eierproducten, bloembollen en granen. Ook richt het akkoord zich op het wegnemen van onnodige belemmeringen, zoals niet-tarifaire obstakels. Voor geschillenbeslechting is Mexico akkoord gegaan met het voorstel van de EU voor de oprichting van het Investment Court System. Ten opzichte van de bestaande EU-Mexico overeenkomst zijn nu ook anti-corruptiebepalingen en een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling opgenomen. Ook zal voor het eerst het maatschappelijk middenveld een rol krijgen in de monitoring van het akkoord.

Verenigde Staten:

De EU en de Verenigde Staten zijn in juli 2013 de onderhandelingen over het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP) gestart. Op 17 januari 2017 hebben de Europese Commissie en de US Trade Representative een gezamenlijk rapport opgesteld waarin beschreven staat welke voortgang er in de onderhandelingen is geboekt.18 De TTIP-onderhandelingen liggen sinds die tijd stil.

Op 15 april 2019 heeft de Raad twee mandaten verleend aan de Europese Commissie om met de VS te onderhandelen. Het gaat om (1) een mandaat voor onderhandelingen over een handelsakkoord beperkt tot tariefverlaging voor industriële goederen, inclusief visserij, en (2) een mandaat voor onderhandelingen over een akkoord met betrekking tot erkenning van elkaars conformiteitsbeoordeling.19 Met deze mandaten geeft de EU vervolg aan de verklaring tussen president Donald Trump en voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker van 25 juli 2018.20 Inmiddels zijn de onderhandelingen over conformiteitsbeoordelingen gestart.

C.5 Oceanië:

Australië (EU-Australia Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Australië is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.21 Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Op 18 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Australië officieel begonnen. Er hebben tot nu toe vijf onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De Commissie heeft de verslagen van de besprekingen gepubliceerd op haar website. De eerste formele onderhandelingsronde vond plaats van 2 tot en met 6 juli 2018 in Brussel.22 De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 19 tot en met 23 november 2018 in Canberra23. Ook de derde onderhandelingsronde vond plaats in Canberra, van 25 tot en met 29 maart 2019.24 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 1 tot en met 5 juli 2019 in Brussel.25 De vijfde onderhandelingsronde vond plaats van 14 tot en met 18 oktober 2019 in Canberra.26

Nieuw-Zeeland (EU-New Zealand Free Trade Agreement):

Het mandaat om te onderhandelen over een handelsakkoord tussen de EU en Nieuw-Zeeland is op 22 mei 2018 door de Raad vastgesteld.27 Op 21 juni 2018 zijn de onderhandelingen tussen de EU en Nieuw-Zeeland officieel begonnen. Er wordt onderhandeld over een handelsakkoord binnen de exclusieve competentie van de EU. Dit betekent dat investeringsbescherming hiervan is uitgesloten. Er hebben tot nu toe vijf onderhandelingsrondes plaatsgevonden. De Commissie heeft de verslagen van de onderhandelingen gepubliceerd op haar website. De eerste onderhandelingsronde vond plaats van 16 tot en met 20 juli 2018 in Brussel.28 De tweede onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 12 oktober 2018 in Wellington.29 De derde onderhandelingsronde vond plaats van 18 tot en met 22 februari 2019 in Brussel.30 De vierde onderhandelingsronde vond plaats van 13 tot en met 17 mei 2019 in Wellington.31De vijfde onderhandelingsronde vond plaats van 8 tot en met 12 juli 2019 in Brussel.32

Economisch Partnerschap met de landen in de Stille Oceaan (Pacific-EU EPA):

De onderhandelingen met de gehele Stille Oceaan regio over een regionale EPA zijn nog altijd gaande. Voor Papoea-Nieuw-Guinea, Fiji en Samoa is een interim-EPA van kracht. Medio 2019 vond de 7e EU-Pacific EPA Trade Committee bijeenkomst plaats. Samoa, dat eind 2018 de status «minst ontwikkeld land» kwijtraakte, trad per 1 januari 2019 tot het akkoord toe. Het toetredingsproces voor de Solomon-eilanden wordt naar verwachting begin 2020 afgesloten. Inmiddels is ook de procedure gestart voor toetreding van Tonga tot deze interim-EPA.

C.6 Zuid-Amerika:

Chili (modernisering associatieakkoord):

Het associatieakkoord tussen de EU en Chili kwam in 2002 tot stand en is in 2005 in werking getreden. De EU en Chili besloten in 2013 de mogelijkheden te verkennen om het handelsgedeelte van het bestaande associatieakkoord te moderniseren. Om de toegevoegde waarde, de omvang en de ambitie te verkennen, werd in 2014 een gezamenlijke werkgroep opgericht. De Europese Commissie heeft in 2016 de stakeholders consultatie en het scoping paper afgerond. Op 13 november 2017 werd het onderhandelingsmandaat door de Raad goedgekeurd. Het mandaat is openbaar.33 De vierde onderhandelingsronde vond plaats in Santiago van 1 tot en met 5 april 2019.

Colombia, Peru en Ecuador (EU-Colombia/Peru/Ecuador Free Trade Agreement):

De onderhandelingen tussen de EU en de Andesgemeenschap (Bolivia, Colombia, Ecuador en Peru) over een associatieovereenkomst zijn in juni 2007 van start gegaan op basis van een mandaat uit april 2007. Deze onderhandelingen zijn in juni 2008 stilgelegd. In januari 2009 werden, op basis van een nieuw mandaat, onderhandelingen over een meerpartijen-overeenkomst hervat met Colombia, Ecuador en Peru. Na vier rondes schorste Ecuador zijn deelname aan de besprekingen. De onderhandelingen werden met Colombia en Peru in mei 2010 succesvol afgesloten. Voorlopige toepassing geldt met Peru per maart 2013 en met Colombia per augustus 2013. Vanaf 2014 vonden tussen de EU en Ecuador onderhandelingen plaats over een protocol van toetreding. De onderhandelingen zijn op 17 juli 2014 afgerond. Per 1 januari 2017 wordt dit akkoord met Ecuador voorlopig toegepast. Op 14 december 2018 heeft de ministerraad ingestemd met het opstarten van de stilzwijgende goedkeuringsprocedure inzake het toetredingsprotocol Ecuador bij de Handelsovereenkomst. De Kamer heeft op 14 juli 2019 ingestemd met het protocol van toetreding tot de Handelsovereenkomst; het Koninkrijk der Nederlanden heeft het toetredingsprotocol vervolgens op 27 juli 2019 (voor het Europese deel van het Koninkrijk) geratificeerd. Het protocol treedt pas in werking als alle partijen geratificeerd hebben.

Mercosur (Comprehensive Free Trade Agreement als onderdeel van Association Agreement):

In 2000 zijn de EU en Mercosur gestart met onderhandelingen over een associatieakkoord met als onderdeel daarvan een handelsakkoord.34 In 2004 werden de onderhandelingen stilgelegd en in 2010 zijn deze hervat. Tussen 2012 en 2015 lagen de onderhandelingen wederom stil. Op 11 mei 2016 hebben de EU en Mercosur markttoegangsaanbiedingen uitgewisseld en sindsdien hebben meerdere onderhandelingsrondes plaatsgevonden, waaronder in juni, juli en september 2018. Sinds het aantreden van de nieuwe Braziliaanse president Bolsonaro benadrukt de Europese Commissie meer dan voorheen het belang van goede afspraken op het gebied van milieu. Op 29 juni 2019 zijn de onderhandelaars tot een politiek akkoord gekomen, waarbij voorlopige teksten door de Europese Commissie zijn gepubliceerd. Definitieve vertaalde en juridisch geschoonde teksten worden in de zomer van 2020 verwacht.35

D. Investeringsakkoorden

Ecuador

Op 29 en 30 april 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Ecuador. De gesprekken verliepen in een positieve en constructieve sfeer. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Ecuador gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.

Argentinië

Op 2 en 3 mei 2019 zijn eerste gesprekken gevoerd met Argentinië. De gesprekken verliepen in positieve en constructieve sfeer. Argentinië gaf aan open te staan voor een heronderhandeling van het bestaande investeringsakkoord op basis van de Nederlandse modeltekst.

Burkina Faso

Het oude investeringsakkoord met Burkina Faso is beëindigd per 1 januari 2019. Burkina Faso en Nederland hebben de wens uitgesproken om een nieuw modern investeringsakkoord te sluiten. Op 2 en 3 mei 2019 zijn de eerste gesprekken daartoe gevoerd. Nederland heeft daarbij de nieuwe Nederlandse inzet gepresenteerd en toegelicht. Burkina Faso heeft met interesse kennisgenomen van de Nederlandse modeltekst en zal een eigen inzet opstellen.

Verdrag tot beëindiging van de intra-EU investeringsakkoorden

In 2018 begonnen de onderhandelingen over het beëindigen, middels een plurilateraal verdrag, van alle intra-EU investeringsakkoorden. De aanleiding voor het beëindigen van alle investeringsakkoorden tussen EU-lidstaten is te vinden in de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 6 maart 2018 in de zaak C-284/16 (het Achmea-arrest). In zijn uitspraak oordeelt het Hof dat een arbitrageregeling, zoals opgenomen in het investeringsakkoord, tussen het Koninkrijk en Slowakije in strijd is met het Unierecht. De uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie raakt niet enkel het investeringsakkoord tussen het Koninkrijk en Slowakije maar heeft tot gevolg dat alle bilaterale investeringsakkoorden tussen de EU-lidstaten beëindigd moeten worden.

De onderhandelingen over het beëindigingsverdag duurden langer dan verwacht. Ten behoeve van het creëren van rechtszekerheid voor arbitragetribunalen en investeerders, hebben lidstaten van de Europese Unie daarom op 15 januari 2019 een verklaring over de juridische gevolgen van het Achmea-arrest ondertekend.36 In de verklaring geven de ondertekenende EU-lidstaten ten eerste aan dat ze als gevolg van de uitspraak de intra-EU investeringsverdragen zullen beëindigen. Ten tweede verklaren deze EU-lidstaten de arbitrale vonnissen die reeds voor 6 maart 2018 tenuitvoergelegd zijn, niet te zullen betwisten. Ten derde verklaren de lidstaten om effectieve juridische bescherming te bieden tegen maatregelen van de staat die onderwerp zijn van lopende intra-EU investeringsarbitrage zaken. Bovendien wordt in de verklaring nogmaals benadrukt dat lidstaten onder Unierecht verplicht zijn om te verzekeren dat hun gerechten en tribunalen voldoen aan de vereisten van effectieve juridische bescherming.

Inmiddels zijn de onderhandelingen over het beëindigingsverdrag afgerond. De tekst van het verdrag dat nu voorligt is vertaald en zal op korte termijn worden voorgelegd aan de Rijksministerraad met de vraag in te stemmen met ondertekening. Vervolgens wordt het beëindigingsverdrag, zo spoedig mogelijk, naar uw Kamer verzonden ter stilzwijgende goedkeuring.


X Noot
2

In Kamerstuk 21 501-02, nr. 1685 werd u reeds geïnformeerd over de effectiviteit van het handelsdefensief instrumentarium van de Europese Unie.

X Noot
4

Eind 2018 waren er 93 definitieve antidumpingmaatregelen in effect en 12 antisubsidiemaatregelen.

X Noot
5

Zie tabel op pagina 4 van de rapportage van de Commissie aan het Europees Parlement over de inzet van het Europees handelsdefensief instrumentarium in 2018, https://trade.ec.europa.eu/doclib/docs/2019/march/tradoc_157810.pdf.

X Noot
10

De volgende landen zijn lid van de ASEAN: Brunei Darussalam, Cambodja, Indonesië, Laos, Maleisië, Myanmar/Birma, de Filipijnen, Singapore, Thailand en Vietnam.

X Noot
34

De volgende landen zijn lid van Mercosur: Argentinië, Brazilië, Paraguay, Uruguay en Venezuela. Het lidmaatschap van Venezuela is op 1 december 2016 geschorst. Het land is niet betrokken bij de onderhandelingen.

X Noot
36

Verklaring van de lidstaten van de Europese Unie van 15 januari 2019 over de juridische gevolgen van de Achmea zaak en over investeringsbescherming, gepubliceerd op 17 januari 2019.

Zie https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/business_economy_euro/banking_and_finance/documents/190117-bilateral-investment-treaties_en.pdf (de verklaring is enkel beschikbaar in het Engels en Frans).

Naar boven