21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2024 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 juni 2019

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 17 juni 2019.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

VERSLAG RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 17 JUNI 2019

Current Affairs

Venezuela

De Raad sprak onder Current Affairs over de situatie in Venezuela, met name over de inspanningen van de International Contact Group (ICG) en de besprekingen tussen het Maduro-bewind en de oppositie in het zgn. Oslo-proces. De ICG blijft zich inspannen om tot een politieke oplossing en tot eerlijke en vrije verkiezingen te komen en humanitaire hulp mogelijk te maken. Onlangs is een EU Speciaal Vertegenwoordiger voor Venezuela aangesteld, dhr. Enrique Iglesias, voormalig Minister van Buitenlandse Zaken van Uruguay. Hij zal op korte termijn afreizen naar Venezuela. Hoge Vertegenwoordiger Mogherini lichtte toe dat de outreach naar onder andere de Lima-groep en Cuba geïntensiveerd is. Verschillende lidstaten spraken steun uit voor de inspanningen van de International Contact Group, omdat dialoog de enige weg uit de huidige patstelling is. Daarbij moet de EU de druk via de ICG op de gesprekken hooghouden. Ook Nederland sprak steun uit voor deze aanpak en heeft conform staand beleid tevens opgeroepen de druk op het regime Maduro hoog te houden.

Myanmar

Nederland sprak, mede naar aanleiding van het Algemeen Overleg van 6 juni jl., waarin het recente rapport van Amnesty International1 aan de orde kwam, zorgen uit over de voortdurende mensenrechtenschendingen in Myanmar en nieuwe confrontaties tussen het Myanmarese leger en de boeddhistische militante groepering (de zogenoemde «Arakan army»). Nederland riep op tot aanvullende sancties tegen de verantwoordelijken voor de mensenrechtenschendingen.

MH17

Nederland informeerde de Raad over de aangekondigde persconferentie van het Joint Investigation Team (JIT) op woensdag 19 juni a.s. Daarbij lichtte Nederland toe dat de JIT tot nu toe slechts tweemaal eerder deed. Nederland sprak waardering uit voor de tot op heden betuigde steun door lidstaten, steun waarop Nederland mogelijk andermaal een beroep zal doen na afloop van de aanstaande persconferentie van de JIT.

Effectiviteit van het Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheid Beleid (GBVB)

Op verzoek van een aantal lidstaten waaronder Nederland, sprak de Raad over de effectiviteit van het Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid (GBVB). De Hoge Vertegenwoordiger en de lidstaten waren eensgezind over de noodzaak voor een eensgezind en daadkrachtig GBVB dat vanwege de geopolitieke machtsverschuivingen relevanter is dan ooit. Ook bestond brede overeenstemming over het belang voor de EU om nadrukkelijker een rol als geopolitieke actor te gaan spelen. Daartoe dient de EU met unanimiteit op een groeiend aantal onderwerpen positie in te nemen. Om dat te kunnen bewerkstelligen bepleitte Nederland in de eerste plaats een sterkere rol van de Europese Raad bij het uitzetten van de strategische koers van het Gemeenschappelijk Buitenlands en Veiligheids Beleid. Daarnaast vroeg Nederland om een actievere opstelling van de Hoge Vertegenwoordiger om namens de Lidstaten verklaringen uit te sturen over actuele en ernstige mensenrechtenschendingen en beperkingen van fundamentele vrijheden in derde landen. Hiermee kan de Unie, namens de lidstaten, sneller reageren op internationale ontwikkelingen. Ten derde wees Nederland erop dat een grotere coördinatie van het EU-instrumentarium nodig is om op terreinen zoals bijvoorbeeld migratie of klimaat, resultaten te boeken in onderhandelingen met derde landen door het effectief inzetten van handel of ontwikkelingssamenwerking.

Ter ondersteuning van verbeteringen op deze drie terreinen vroeg Nederland, gesteund door een aantal lidstaten, aandacht voor de besluitvormingsprocedures en bepleitte daarbij een actiever gebruik van constructieve onthouding en, waar mogelijk, gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming op bepaalde deelterreinen. Hoewel dezelfde thema’s terugkwamen in de interventies van andere lidstaten, bleek besluitvorming met gekwalificeerde meerderheidsbesluitvorming en in mindere mate constructieve onthouding – conform verwachting – voor een aantal lidstaten vooralsnog een brug te ver. De Hoge Vertegenwoordiger zegde toe een aantal gedane suggesties nader uit te zullen werken.

Soedan

De Raad sprak over de recente geweldsescalatie in Soedan en de als gevolg daarvan de gestaakte onderhandelingen tussen de Transitional Military Council (TMC) en de oppositie. De Raad nam een verklaring aan waarin het recente geweld wordt veroordeeld, de noodzaak van een politieke oplossing wordt benadrukt en steun wordt uitgesproken voor de bemiddelingsrol en de harde opstelling van de Afrikaanse Unie jegens de Soedanese autoriteiten. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten daarnaast de noodzaak de veroorzakers van de geweldsescalatie van de laatste dagen ter verantwoording te roepen. Voorts kondigde de Commissie aan dat er een EU-steunpakket klaarstaat om de ruim 8 miljoen mensen in humanitaire nood te ondersteunen. Er is daarnaast 60 miljoen euro gereserveerd vanuit het EU Trust Fund for Migration voor steun aan Internally Displaced Persons, migratie-ontvangende gemeenschappen en migranten. Zodra sprake is van een vreedzame transitie zullen projecten worden opgezet op het gebied van onder meer openbaar bestuur, verkiezingssteun en capaciteitsopbouw. De Commissie herhaalde bovendien nadrukkelijk dat, aangezien Soedan het herziene Cotonou-akkoord niet heeft ondertekend, er nooit sprake is geweest van rechtstreekse steun aan de Soedanese autoriteiten, ook niet aan de RSF/Janjaweed van generaal Hemedti. Nederland verwelkomde in zijn interventie de EU-verklaring en veroordeelde het recente geweld. Nederland benadrukte voorts het belang van bewijsvergaring en riep de Soedanese autoriteiten op samen te werken met het Internationaal Strafhof. In dit verband hield Nederland bovendien een pleidooi voor een permanent EU mensenrechtensanctieregime en onderstreepte dat de EU in het geval van een verdere geweldsescalatie het opleggen van sancties zou moeten overwegen.

EU Global Strategy

Ministers van Buitenlandse Zaken en ministers van Defensie spraken gezamenlijk over de EU Global Strategy. Drie jaar na de presentatie van de EU Global Strategy werd terug- en vooruitgeblikt, mede aan de hand van het op 13 juni jl. gepubliceerde voortgangsrapport2. Er was optimisme bij lidstaten over de bereikte resultaten op het gebied van veiligheid en defensie maar ook een breed gedeeld besef dat er nog veel werk te doen is. Er was in de bespreking veel aandacht voor het belang van de trans-Atlantische band, EU-NAVO-samenwerking (met name op het gebied van cyber, hybride dreigingen en militaire mobiliteit) en het vinden van een passende en spoedige oplossing voor de deelname van derde landen aan projecten onder het Permanent and Structured Cooperation programma (PESCO). Veel ministers onderstreepten, in lijn met de Raadsconclusies, het belang van coherentie tussen de verschillende initiatieven op het gebied van veiligheid en defensie. Nederland ondersteunde de noodzaak tot verdere ontwikkeling van EU-defensiesamenwerking, in nauwe samenwerking met de NAVO. Coherentie is daarbij belangrijk, ook tussen interne en externe veiligheid. Nederland gaf verder aan graag meer focus te zien op output en concrete resultaten. Ook de samenwerking met strategische partners blijft voor Nederland onverminderd van belang, inclusief in het kader van PESCO. Tot slot verwelkomde Nederland de door de Raad aangenomen Raadsconclusies over multilateralisme.

Naar boven