21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1888 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 juni 2018

Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Defensie, de geannoteerde agenda aan van de Raad Buitenlandse Zaken van 25 juni 2018.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 25 juni 2018

Hoorn van Afrika / Rode Zee

De Raad zal spreken met EU Speciaal Vertegenwoordiger Rondos over de relaties tussen de regio’s Hoorn van Afrika en het Rode Zeegebied. De discussie zal zich met name richten op de regionale dimensie: er zal worden gesproken over de complexe verhoudingen tussen bepaalde landen in de Hoorn (o.a. Ethiopië-Eritrea) en de interregionale relaties tussen de Hoorn van Afrika en landen in het Rode Zeegebied (o.a. Nijlproblematiek, maritieme veiligheid). Tegen de achtergrond van deze complexe verhoudingen wil de EU zich inzetten voor het faciliteren van een regionale dialoog over thema’s van wederzijds belang voor beide regio’s (o.a. maritieme veiligheid, migratie en radicalisering). Deze dialoog kan bijdragen aan het voorkomen van verdere instabiliteit in de Hoorn van Afrika.

Het kabinet zet zich in voor een stabieler en welvarender Hoorn van Afrika. De problematiek in de regio heeft uiteindelijk ook impact op de Nederlandse samenleving. De belangen in de regio voor Nederland liggen onder meer op het terrein van migratie, handel (handel over zee via de Golf van Aden) en de (diaspora)gemeenschappen in Nederland uit de Hoorn.

EU Global Strategy

Hoge Vertegenwoordiger Mogherini zal de Raad informeren over de uitvoering van de verschillende sporen van de EU Global Strategy on Foreign and Security Policy (EUGS). Sinds de presentatie van deze strategie in juni 2016 zijn belangrijke stappen gezet in de vertaalslag van gemeenschappelijke visie naar gemeenschappelijke actie. Daarbij is de meeste aandacht uitgegaan naar de uitvoering en versterking van het veiligheids- en defensiespoor. Nederland draagt daar actief aan bij. Daarnaast vindt Nederland het belangrijk dat ook op de andere sporen (waaronder de geïntegreerde aanpak van conflict en crisis, de uitwerking van regionale strategieën en de strategische communicatie rondom de EUGS) verder zijn beslag krijgt.

Jordanië

De Hoge Vertegenwoordiger zal terugkoppelen van haar bezoek aan Jordanië op 10 juni jl. Daarnaast zal er mogelijk gesproken worden over de tijdelijke versoepeling van EU-oorsprongsregels voor Jordanië, gekoppeld aan het creëren van werkgelegenheid voor Syrische vluchtelingen, zoals de EU en Jordanië in 2016 overeenkwamen.

Het kabinet vindt het belangrijk dat de EU Jordanië ondersteunt in de opvang van vluchtelingen en het vergroten van hun weerbaarheid en die van hun gastgemeenschappen. Dat past binnen het doel vluchtelingen zoveel mogelijk in de regio op te vangen. Nederland steunt daarom maatregelen die gericht zijn op het creëren van meer werkgelegenheid en het stimuleren van economische groei in Jordanië. De versoepeling van de EU-oorsprongsregels zou hieraan moeten bijdragen, maar heeft nog niet het verwachte resultaat opgeleverd. In Jordanië neemt daarom het vertrouwen in de regeling af. Het kabinet wil het positieve effect van de regeling vergroten, mogelijk door aanpassingen in de regeling door te voeren. Daarnaast is het van belang dat de EU de private sector in Jordanië ondersteunt om aan de vereisten van de overeenkomst te voldoen.

Jemen

De Raad zal over Jemen spreken in het licht van de recente, zeer zorgwekkende ontwikkelingen. Mogelijk zal speciaal gezant van de VN, Martin Griffiths, hierbij aanwezig zijn.

Het kabinet zet zich in voor steun aan Griffiths en het politieke proces, tegengaan van (verdere) escalatie, de noodzaak tot humanitaire hulp (volgens de regels van internationaal humanitair recht), toegang voor humanitaire en commerciële goederen en regionale veiligheid. Nederland blijft alle partijen die betrokken zijn bij het conflict in Jemen, kritisch aanspreken op hun rol, mede in het licht van de motie van het lid Sjoerdsma (Kamerstuk 32 623, nr. 213). In dat kader heeft Minister Blok op 20 mei jl. gesproken met de Minister van Buitenlandse Zaken van Saoedi-Arabië, daarbij de Nederlandse zorgen overgebracht en Saoedi-Arabië opgeroepen bij te dragen aan een snelle oplossing van het conflict in Jemen. Op 12 juni jl. heeft Minister Kaag in een gesprek met de Minister van de Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten zorg uitgesproken over de inmiddels begonnen aanval op de havenstad Hodeidah en aangedrongen op de-escalatie.

Eerder heeft Minister Kaag tijdens haar bezoek aan de regio in februari zowel Saoedi-Arabië als Iran hierover gesproken. Nederland zal zich ook in multilateraal verband, zoals de Veiligheidsraad en de Mensenrechtenraad, blijven inzetten en speelt binnen de EU een actieve rol. Daarnaast zal Nederland ook in andere internationale bijeenkomsten de zorgen blijven aankaarten, zoals tijdens de humanitaire conferentie over Jemen op 27 juni 2018 in Parijs.

Nederland blijft zich actief inzetten voor humanitaire hulp en toegang. De in Genève aangekondigde Nederlandse humanitaire bijdrage (16,8 miljoen) bestaande uit 11 miljoen euro voor het VN Humanitarian Pooled Fund en 5,8 miljoen euro voor de Dutch Relief Alliance (DRA) zijn beide overgemaakt. De bijdrage aan het Pooled Fund is geregistreerd in het Financial Tracking System van OCHA (motie lid Kuzu, Kamerstuk 32 623, nr. 209). Daarnaast blijft Nederland op verschillende manieren aandacht vragen voor de noodzaak tot onmiddellijke en volledige toegang voor alle humanitaire en commerciële goederen (conform motie lid Kuzu, Kamerstuk 32 623, nr. 208). Behalve in EU-verband doet Nederland dit ook in de Veiligheidsraad (resulterend in een voorzittersverklaring over Jemen in maart) en in bilaterale gesprekken. Mede in het licht van de motie van het lid Becker (Kamerstuk 32 623, nr. 206) zal Nederland zich ervoor inspannen dat de EU het United Nations Verification and Inspection Mechanism (UNVIM) financieel zal ondersteunen.

Toezegging inzake «Track II»-activiteiten (lid Van Ojik tijdens AO Jemen 12 april jl. (Kamerstuk 32 623, nr. 216))

Het kabinet maakt van de gelegenheid gebruik uw Kamer te informeren over de zogenaamde «Track II»-activiteiten die Nederland ten aanzien van Jemen financiert. Deze activiteiten zijn complementair aan het door de VN-geleide vredesproces door VN-gezant Griffiths. Zij beogen een inclusief vredesproces te bevorderen, waarbij het maatschappelijk middenveld, (tribale) leiders, diverse Jemenitische partijen, entrepreneurs, vrouwen en jeugd worden betrokken.

Gezamenlijk gedeelte met de Ministers van Buitenlandse Zaken en de Ministers van Defensie over veiligheid en defensie

EU veiligheid en defensiebeleid

De Raad zal spreken over de uitvoering van de EU Global Strategy on Foreign and Security Policy op het gebied van veiligheid en defensie, mede in het licht van de Europese Raad van 28-29 juni 2018 waar veiligheid en defensie ook op de agenda staat. De Raad zal naar verwachting vooral ingaan op de stand van zaken ten aanzien van permanente gestructureerde samenwerking (PESCO) en militaire mobiliteit. Daarnaast zal de Raad mogelijk ook stilstaan bij het Europees Defensiefonds, het voorstel van de Hoge Vertegenwoordiger voor een European Peace Facility (EPF) en het tegengaan van hybride dreigingen.

PESCO

De Raad zal naar verwachting een Raadsbesluit aannemen over de governance regels ten aanzien van PESCO-projecten. Deze regels moeten de consistentie van de uitvoering van deze projecten bewaken, bijvoorbeeld als het gaat om de rol van projectdeelnemers, de projectcoördinator, waarnemers en voortgangsrapportages aan de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO). Onder de lidstaten is brede steun voor het Raadsbesluit. Nederland heeft zich in de onderhandelingen over het Raadsbesluit met succes ingezet voor een goede balans tussen algemene afspraken enerzijds en de benodigde flexibiliteit voor landen per PESCO-project anderzijds. Nederland wil hiernaast zo spoedig mogelijk een discussie starten over deelname van derde landen aan PESCO-projecten. Dit is voor bepaalde projecten, waaronder militaire mobiliteit, van belang.

Militaire mobiliteit

De Raad zal de voortgang bespreken die is geboekt op het gebied van militaire mobiliteit en naar verwachting concrete afspraken maken om militaire mobiliteit in Europa te verbeteren.

Nederland heeft zich er in het afgelopen jaar op nationaal en internationaal vlak voor ingezet om concrete stappen te zetten om militaire mobiliteit te verbeteren. Nederland verwelkomt het EU-Actieplan inzake militaire mobiliteit van de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger en de betrokkenheid van het Europees Defensie Agentschap hierbij. Daarnaast is Nederland verheugd over de geïntensiveerde samenwerking tussen de EU en de NAVO en tussen lidstaten in PESCO-verband. Nederland streeft naar concrete afspraken over verbetering van militaire mobiliteit tijdens de Raad, ter bevestiging door de Europese Raad van 28 juni a.s.

Deze afspraken moeten volgens Nederland korte en lange termijn doelstellingen bevatten om de obstakels voor militaire mobiliteit weg te nemen. Nederland spant zich ervoor in om afspraken te maken over de afgifte van diplomatieke toestemming en toestemming weggebruik, het instellen van nationale contactpunten, het vaker beoefenen van militaire mobiliteit in Europa en het ontwikkelen van nationale plannen. Ook moeten landen, de EU, de NAVO en het bedrijfsleven nauw samenwerken om regelgeving en afspraken te stroomlijnen en duplicatie te voorkomen. Mede daarom zet Nederland in op soortgelijke afspraken tussen NAVO-bondgenoten tijdens de NAVO-Top op 11–12 juli. Zowel in EU- als NAVO-verband moet voortgang goed worden bijgehouden, waarbij de samenhang wordt bewaakt.

Europees Defensiefonds

De Raad zal naar verwachting het akkoord tussen het Europees Parlement en de Raad over de verordening over het European Defence Industrial Development Programme (EDIDP, periode 2019–2020) verwelkomen. Hierin zijn belangrijke punten voor Nederland opgenomen, waaronder eerlijke kansen voor het grensoverschrijdende midden- en kleinbedrijf en toegang tot financiering voor bedrijven in Nederland waarvan het moederbedrijf in een derde land is gevestigd.

Mogelijk zal de Raad voorts stilstaan bij het nieuwe voorstel van de Europese Commissie voor een Europees Defensiefonds voor de periode 2021–2027, als onderdeel van het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK). Dit voorstel is op 13 juni gepubliceerd. Uw Kamer zal hierover via de gebruikelijke weg worden geïnformeerd.

European Peace Facility

De Hoge Vertegenwoordiger zal naar verwachting het voorstel voor een European Peace Facility (EPF) nader toelichten. Het betreft een faciliteit buiten de EU-begroting voor de financiering van onder meer militaire EU-missies en capaciteitsopbouw op militair gebied van derde landen.

Uw Kamer zal hierover via de gebruikelijke weg worden geïnformeerd.

Hybride dreigingen

De Raad zal door de Hoge Vertegenwoordiger worden geïnformeerd over de voortgang van de uitvoering van het in 2016 gepresenteerde kader voor de bestrijding van hybride dreigingen. Dit gezamenlijke kader is onderdeel van de bredere buitenland- en veiligheidsstrategie van de EU (EU Global Strategy). De Hoge Vertegenwoordiger zal ingaan op de voortgang die is bereikt op de 22 geformuleerde acties. De voortgang op dit gebied staat ook in het teken van de nasleep van de kwestie Salisbury en zal ook tijdens de Europese Raad van 28 en 29 juni a.s. worden besproken.

EU-NAVO samenwerking

Samen met Secretaris-Generaal van de NAVO Stoltenberg zal de Raad spreken over de voortgang in de EU-NAVO-samenwerking en de voorbereiding van de NAVO-Top van 11-12 juli a.s. Ook in dit kader staat militaire mobiliteit hoog op de agenda. De samenwerking vloeit voort uit de gezamenlijke EU-NAVO Verklaring van Commissievoorzitter Juncker, voorzitter van de Europese Raad Tusk en Secretaris-Generaal Stoltenberg van 8 juli 2016 en bevat zeven deelterreinen, waaronder samenwerking in derde landen, het tegengaan van hybride en cyberdreigingen, maritieme operaties en oefeningen.

Nederland verwelkomt de voortgang die is geboekt op de verschillende deelterreinen van EU-NAVO-samenwerking. Nederland is voorstander van verdieping van de huidige samenwerking en ziet op dit moment weinig meerwaarde in verdere verbreding. Nederland zet daarbij vooral in op de thema’s militaire mobiliteit en capaciteitsopbouw in derde landen. Nederland ziet militaire mobiliteit als flagship project voor EU-NAVO-samenwerking, vanwege de complementariteit van de civiele expertise van de EU en de militaire expertise van de NAVO. Vanwege de veranderende veiligheidssituatie is het belangrijk dat militair personeel en materieel snel verplaatst kunnen worden in Europa. Dit versterkt het Europese aandeel in de NAVO en komt de veiligheid van het Europese continent ten goede. Nederland verwelkomt daarom verdere stroomlijning van de NAVO- en EU-activiteiten op dit terrein.

Tunesië en Bosnië Herzegovina (BiH) zijn reeds door de EU en de NAVO als pilotlanden geïdentificeerd voor nauwere samenwerking op het gebied van capaciteitsopbouw. Gezien de risico’s van instabiliteit en stagnerende hervormingen ligt intensiveren en coördineren van capaciteitsopbouw in deze landen voor de hand. Capaciteitsopbouw dient zich volgens Nederland te richten op strategische communicatie, adviseren en ondersteunen van het hervormingsproces en donorcoördinatie.

Overig

VNVR – laatste ontwikkelingen

Terugblik mei

Op 29 mei vond in de Veiligheidsraad een briefing over Oekraïne plaats. Deze briefing volgde enkele dagen na de bekendmaking van aanvullende onderzoeksresultaten over vlucht MH17 door het Joint Investigation Team (JIT) en het kabinetsbesluit om, samen met Australië, Rusland aansprakelijk te stellen voor zijn aandeel in het neerhalen van de vlucht (Kamerstuk 33 997, nr. 117). Tijdens deze briefing heeft de Minister van Buitenlandse Zaken specifiek Rusland opgeroepen om mee te werken aan het bewerkstelligen van waarheidsvinding, rekenschap en gerechtigheid, in lijn met resolutie 2166. Nederland kreeg bijval van een groot deel van de Veiligheidsraadleden en de internationale gemeenschap.

Daarnaast sprak de Veiligheidsraad over het tegengaan van straffeloosheid. Op 24 mei werd in dat kader een door het Koninkrijk geïnitieerde resolutie over conflict en honger aangenomen. Met deze bindende resolutie wordt uithongering als oorlogswapen verboden én strafbaar.

De Veiligheidsraad sprak in mei meerdere keren gesproken over de situatie in en rond Gaza. Op 1 juni werd een ontwerpresolutie van Koeweit getroffen door een veto van de VS. Een ontwerpresolutie van de VS over hetzelfde onderwerp kreeg alleen een voorstem van de VS zelf. Het Koninkrijk heeft zich op beide ontwerpresoluties onthouden van stemming omdat geen van beide recht deed aan de gebalanceerde benadering die het Koninkrijk voorstaat.

De missie van de Veiligheidsraad naar Myanmar en de blijvende inzet daarna, heeft inmiddels geleid tot een akkoord van Myanmar voor toegang voor enkele VN-organisaties tot Rakhine en tot de oprichting van een Commission of Inquiry.

Juni

In de eerste week van juni stelde de Veiligheidsraad, op Nederlands initiatief, sancties in tegen zes mensenhandelaren- en smokkelaars die betrokken zijn bij ernstig geweld tegen migranten in Libië (zie ook Kamerstukken 32 735 en 28 638, nr. 196).

Op 6 juni nam de Veiligheidsraad unaniem een resolutie aan over Youth, Peace and Security. De resolutie onderkent de positieve rol van jongeren op het gebied van vrede en veiligheid.

Op 8 juni werden als nieuwe inkomende leden van de Veiligheidsraad België, Duitsland, Zuid-Afrika, de Dominicaanse Republiek en Indonesië gekozen voor de periode 2019–2020.

Als maandvoorzitter organiseert Rusland op 25 juni een open debat over de regio’s Midden-Oosten en Noord-Afrika. Het Koninkrijk grijpt deze gelegenheid aan om met Europese partners in de Veiligheidsraad nadrukkelijk één lijn uit te dragen, met focus op universele mensenrechten (inclusief bescherming van religieuze vrijheden), gerechtigheid en preventie.

In juni staan vier mandaatverlengingen op de agenda: UNAMI (Irak), MINUSMA (Mali), UNAMID (Darfoer) en UNDOF (Golan hoogte). Voor verlenging van het UNAMI-mandaat zet het Koninkrijk conform regeerakkoord in op bestrijding en berechting van ISIS-strijders. Bij MINUSMA legt het Koninkrijk de focus op het versterken van de effectiviteit van de missie, de ondersteuning van het vredesproces en het tegengaan van straffeloosheid voor mensenrechtenschendingen. Bij UNAMID roept het Koninkrijk op tot duidelijke criteria voor afbouw, met het accent op versterking van politie, verbeterde rechtsorde en betere aanpak van grondoorzaken van conflict.

Overige onderwerpen op de agenda van juni betreffen onder andere de situatie in Syrië, Afghanistan/UNAMA, en de halfjaarlijkse reguliere sessie over de implementatie van resolutie 2231 (JCPOA/Iran).

Naar boven