21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1773 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 september 2017

Inleiding

Op 6 en 7 september jl. vond de informele Raad Buitenlandse Zaken met ministers van Defensie plaats in Tallinn. De ministers doorliepen een cyberoefening en spraken over de Sahel en Hoorn van Afrika. Er werd afgesloten met een gezamenlijke werklunch met de ministers van Buitenlandse Zaken waarbij werd gesproken over de ontwikkelingen op het gebied van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) van de Europese Unie. Hierbij bied ik u het verslag van deze vergadering aan.

Agenda onderwerp 1: Table-top oefening «EU CYBRID 2017»

De ministers van Defensie namen deel aan de table-top oefening «EU CYBRID 2017». Conform de toezegging van 5 september jl. informeer ik u hierbij over de uitkomsten van de oefening.

De oefening gaf goed inzicht in de overwegingen en vervolgacties waar de EU en haar lidstaten mee te maken kunnen krijgen bij een cyberaanval. De nadruk lag op de politieke, beleidsmatige en communicatieve vraagstukken en keuzes, zoals het beoordelen van de herkomst en intentie van de aanval, de geleden schade en daarmee samenhangend de weging van de aanval (gewapende aanval of niet) en mogelijke tegenacties. Het scenario ging uit van een cyberaanval op een operationeel hoofdkwartier in Rome gecombineerd met demonstraties van anti-globalisten en verdachte drones. Het scenario was te kort om diep in te gaan op deze problematiek, maar er was overwegend steun voor de opzet. De secretaris-generaal van de Navo, de heer Stoltenberg, deed mee aan de oefening en benadrukte na afloop het belang van EU-Navo samenwerking op het gebied van cyber en de informatiedeling tussen beide organisaties. Dit belang wordt door Nederland actief onderschreven.

De oefening liet zien dat tijdige informatiedeling en strategische communicatie bij een cyberaanval, zowel tussen de EU en haar lidstaten als lidstaten intern, essentieel zijn. Voorts werd het belang van categorisering van een cyberaanval, inclusief de implicaties daarvan, duidelijk.

Agenda onderwerp 2: Sahel en Hoorn van Afrika

HV Mogherini ging in op de evaluatie van de mandaten van de GVDB-missies in de Sahel en Hoorn van Afrika (EUTM Mali, EUTM Niger, EUCAP Sahel, EUTM Somalië, EUCAP Somalië en EUNAVFOR Atalanta). Zij benadrukte daarbij de meerwaarde van de EU-inzet op zowel veiligheid als ontwikkeling.

De ondersecretaris-generaal voor vredesoperaties van de VN, de heer Lacroix, benadrukte het belang van aandacht voor de Sahel-regio en ook de coördinatie en synergie tussen de verschillende initiatieven aldaar. Hij onderstreepte voorts de noodzaak om gezamenlijk de G5 Sahel (Mali, Tsjaad, Burkina Faso, Niger en Mauritanië) te helpen bij het opbouwen van hun gezamenlijke troepenmacht.

De secretaris-generaal van de Navo, de heer Stoltenberg, ging in zijn bijdrage in op de noodzaak tot samenwerking tussen de Navo en EU daar waar het gaat om het uitdragen van stabiliteit. Daarnaast onderstreepte ook hij dat de verschillende missies en activiteiten in de Sahel op elkaar moeten aansluiten.

De Duitse Minister van Defensie nodigde alle ministers uit voor een bijeenkomst in Berlijn om verder te spreken over de G5 Sahel Joint Force. Nederland zal hier aan deelnemen.

Gezamenlijke werklunch met ministers van Buitenlandse Zaken

Tijdens de gezamenlijke werklunch van de ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken werd gesproken over de permanent gestructureerde samenwerking (PESCO) en het Europese Defensiefonds (EDF).

PESCO

De Europese Raad van 22-23 juni jl. concludeerde dat er een inclusief en ambitieus PESCO moet komen om de Europese veiligheid en defensie in het huidige geopolitieke klimaat te versterken en het ambitieniveau van de EU Global Strategy te verwezenlijken. Tijdens de werklunch spraken de ministers hiervoor brede steun uit.

Een aanzienlijk deel van de lidstaten kon zich vinden in ambitieuze criteria en verplichtingen en riep op tot een «output-georiënteerd» PESCO. Nederland onderstreepte het belang van toegevoegde waarde t.o.v. lopende projecten. De HV en veel lidstaten spraken hun steun uit voor het door Nederland geïnitieerde PESCO-voorstel tot oprichting van een «militair Schengen» gebied. Daarnaast wezen meerdere lidstaten op het feit dat reeds bestaande bilaterale militaire samenwerkingsverbanden als voorbeeld kunnen dienen voor toekomstige samenwerking in het kader van PESCO. Ook de noodzaak van complementariteit met de Navo kwam aan bod.

HV Mogherini concludeerde dat brede steun bestaat bij lidstaten voor de ingeslagen richting van PESCO. Lidstaten die aan PESCO willen gaan deelnemen dienen hiertoe voor de Raad Buitenlandse Zaken van 16 oktober a.s. een gezamenlijke notificatie sturen naar de HV en de Raad. Die notificatietekst bevat de lijst van gemeenschappelijke PESCO-criteria en verplichtingen waar de Europese Raad van 22–23 juni jl. om verzocht. De HV beoogt vervolgens hierover te kunnen rapporteren aan de Europese Raad op 19-20 oktober 2017. De HV sprak de verwachting uit dat PESCO mogelijk nog eind 2017 kan worden opgericht. De inschatting is dat het overgrote deel van de lidstaten aan PESCO zal deelnemen.

Europees Defensiefonds

EU-commissarissen Kaitanen (Banen, Groei, Investeringen en Concurrentievermogen) en Bienkowska (Interne Markt, Industrie, Ondernemerschap en Midden- en Kleinbedrijf) lichtten het Europees Defensiefonds en het industriële ontwikkelingsprogramma voor de jaren 2019–2020 toe. Onder de lidstaten was brede steun voor het EDF, waarbij werd opgemerkt dat het fonds zich moet richten op de in EU- en NAVO-verband vastgestelde capaciteitstekorten. Ook dient rekening te worden gehouden met de nog te maken afspraken onder het nieuwe Meerjarig Financieel Kader (MFK). Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, benadrukten dat ook het (innovatieve) midden- en kleinbedrijf (MKB) en systeembouwers toegang tot het fonds moeten krijgen. Daarnaast werd het belang van een gelijk speelveld benadrukt, evenals het toegankelijker maken van toeleveringsketens.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven