Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 september 2016
Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor
Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 8 september 2016 inzake een reactie
op de uitlatingen van de Duitse Minister Gabriel en de Franse Staatssecretaris Fekl
over de onderhandelingen over het EU-VS handelsakkoord, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP).
Het standpunt van het kabinet over de TTIP-onderhandelingen is onder meer toegelicht
in de Kamerbrieven ter beantwoording van de schriftelijke vragen van het Kamerlid
Jasper van Dijk (SP) en het Kamerlid Teeven (VVD), die op 9 september naar de Kamer
zijn gestuurd (Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3472 en Aanhangsel Handelingen II 2015/16, nr. 3473), en in de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel
op 23 september in Bratislava (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1653). Het kabinet is van mening dat inhoud boven snelheid gaat. TTIP moet economische
groei en werkgelegenheid bevorderen en ten goede komen aan de Nederlandse consument,
de Nederlandse werknemer en de Nederlandse (MKB-) ondernemer. Nederland accepteert
geen akkoord dat afbreuk doet aan onze hoge standaarden of beleidsvrijheid om maatregelen
te nemen ter bescherming van mens, dier, plant en milieu.
Het kabinet is bekend met de uitlatingen van de Duitse Minister Gabriel en de Franse
Staatssecretaris Fekl over de TTIP-onderhandelingen. Op 14 september a.s. spreek ik
’s avonds met een aantal EU-handelsministers in Parijs, waaronder met de Duitse Staatssecretaris
Machnig en de Franse Staatssecretaris Fekl, over handelspolitiek. Daarnaast spreken
alle EU-handelsministers en Commissaris Malmström elkaar tijdens de informele RBZ
Handel op 23 september. Het kabinet zal in het verslag van deze RBZ ook toelichting
geven op de Duitse en Franse positie.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
E.M.J. Ploumen