21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 1372 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2014

Hierbij bied ik u de brief over het Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) aan. In deze brief informeer ik uw Kamer over het verloop van de besprekingen tot op heden, het belang van een ambitieus en veelomvattend akkoord en ga ik tevens in op een aantal veelbesproken onderwerpen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

1. Inleiding

In juli 2013 zijn de onderhandelingen tussen de Europese Unie (EU) en de Verenigde Staten (VS) over een Transatlantic Trade & Investment Partnership (TTIP) in Washington D.C. van start gegaan.

In deze brief informeer ik uw Kamer over het verloop van de besprekingen tot op heden en het belang van een ambitieus en veelomvattend akkoord. Allereerst licht ik kort toe hoe de VS en de EU zijn gekomen tot het besluit om te onderhandelen over een ambitieus en veelomvattend handelsakkoord (paragraaf 2). In paragraaf 3 zal ik ingaan op de politiek-economische context van dit akkoord. Hierbij sta ik niet alleen stil bij de te verwachten economische baten, maar ook bij de politieke meerwaarde van dit akkoord.

Ik zal achtereenvolgens ingaan op een aantal veelbesproken onderwerpen (paragraaf 4) en het onderhandelingsproces en transparantie (paragraaf 5). Hiermee doe ik onder meer mijn toezegging gestand uit de begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 27 en 28 november 2013.

Ik vind het van belang de effecten van TTIP op derde landen, en dan specifiek op lage- en middeninkomenslanden, te betrekken. Gelet op de combinatie van mijn verantwoordelijkheden – Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking – is Nederland hiertoe ook goed gepositioneerd. Hierop zal ik in paragraaf 6 ingaan. Paragraaf 7 biedt een slotbeschouwing.

Tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heb ik u tevens een onderzoek toegezegd naar investeringsbescherming, en dan met name het Investor-to-State-Dispute- Settlement (ISDS) in TTIP. Conform de motie Van Ojik (Kamerstuk 33 750-XVII, nr. 42) laat ik momenteel een onderzoek uitvoeren naar de mogelijke gevolgen van opname van ISDS in TTIP. De uitkomsten van dit onderzoek zal ik uw Kamer separaat doen toekomen.

2. Voorgeschiedenis

Tijdens de EU-VS top van 28 november 2011 hebben de EU en de VS de Transatlantic Economic Council (TEC) de opdracht gegeven om de High Level Working Group on Jobs and Growth (HLWG) op te richten. Deze HLWG had de opdracht om – samen met private en publieke belangenorganisaties – alle mogelijkheden voor het versterken van de trans-Atlantische handelsrelatie te beoordelen. In zijn eindrapport concludeerde de HLWG dat een ambitieus en veelomvattend vrijhandelsakkoord de beste optie is om werkgelegenheid te creëren, economische groei te stimuleren en de internationale concurrentiepositie te versterken.

Na deze intensieve voorbereidingen hebben president Obama, de voorzitter van de Europese Commissie Barroso en voorzitter van de Europese Raad Van Rompuy op 13 februari 2013 aangekondigd dat de onderhandelingen voor een Transatlantic Trade & Investment Partnership gestart zouden worden. Alvorens de onderhandelingen daadwerkelijk konden starten, moesten zowel de EU als de VS eerst hun interne procedures doorlopen. President Obama heeft op 20 maart 2013 het Congres geïnformeerd. Aan de zijde van de EU heeft de Raad de Commissie gemachtigd om namens haar te onderhandelen (zie ook paragraaf 4).

In juli 2013 zijn de onderhandelingen in Washington D.C. daadwerkelijk van start gegaan. Sindsdien hebben vier onderhandelingsrondes plaatsgevonden; de laatste van 10 tot en met 14 maart 2014 in Brussel. Voorafgaand aan deze ronde hebben de EU-commissaris voor Handel De Gucht en United States Trade Representative (USTR) Froman op 17 en 18 februari jl. de stand van zaken van de onderhandelingen besproken. Zij hebben hierbij gesproken over een drietal onderwerpen: markttoegang, regelgeving en transparantie/communicatie. Zij zullen elkaar na de zomer weer spreken.

Ook tijdens de EU-VS top d.d. 26 maart jl. is gesproken over de TTIP-onderhandelingen. President Obama heeft nogmaals zijn persoonlijke toewijding aan een ambitieus akkoord benadrukt, waarbij het verlagen van standaarden niet aan de orde is. Op 11 april jl. heb ik USTR Froman zelf gesproken.

Na drie verkennende rondes zijn de onderhandelingen nu aangekomen in een complexere, meer technische fase.

3. TTIP: politiek-economische context

TTIP omvat afspraken om handelsbelemmeringen tussen de twee grootste economieën ter wereld weg te nemen en zo de trans-Atlantische economie te stimuleren. Dit idee is niet nieuw: zo werd in 1995 al de nieuwe trans-Atlantische Agenda gelanceerd. Deze – en andere pogingen – verzandden echter al snel, met name door de verschillen in wet- en regelgeving.

De huidige economische en mondiale uitdagingen hebben momentum gecreëerd om de besprekingen te starten. In tijden van bezuinigingen en beperkte monetaire beleidsopties behoort handel tot één van de belangrijkste instrumenten die de overheid kan inzetten om economische groei te stimuleren en werkgelegenheid te creëren. De open en export-georiënteerde economie van Nederland heeft groot voordeel bij het makkelijker maken van handel en investeringen.

3.1 Verwachte economische baten

De op 4 maart jl. door het Centraal Planbureau gepubliceerde kerncijfers van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2014 laten zien dat de Nederlandse economie in het kielzog van het eurogebied langzaam uit het dal klimt, met een verwachte groei van ¾ procent dit jaar en 1 ¼ procent in 2015. De aantrekkende wereld- en Europese economie vormen de stuwende kracht achter de groei van de Nederlandse economie via een toenemende uitvoer. Dit schept kansen voor Nederland – als open economie – om meer te exporteren. De groei van de uitvoer van goederen en diensten trekt aan van 1,3% in 2013 naar 2¼% in 2014 en 4¼% in 2015. De binnenslands geproduceerde uitvoer en de wederuitvoer profiteren van de aantrekkende wereldhandel. Handel behoort daarmee tot één van de belangrijkste instrumenten die de overheid kan inzetten om economische groei te stimuleren en werkgelegenheid te creëren.

De trans-Atlantische economie is de grootste ter wereld en is volgens de Commissie dagelijks goed voor 2 miljard euro aan goederen en diensten. Het gezamenlijke BNP bedraagt ongeveer de helft van het mondiale BNP. Per jaar bedraagt de handel tussen de EU en de VS 800 miljard euro. De trans-Atlantische handel creëert daarmee miljoenen banen aan beide kanten van de Atlantische Oceaan.

Verscheidene studies hebben aangetoond dat TTIP enorme economische voordelen voor zowel bedrijven als consumenten kan opleveren. TTIP zou de grootste bilaterale handelsovereenkomst uit de geschiedenis kunnen worden en kan een grotere impact hebben dan alle andere handelsovereenkomsten bij elkaar. Een ambitieus en veelomvattend TTIP zou structureel 120 miljard euro aan het Europese BNP en 95 miljard euro aan het Amerikaanse BNP kunnen toevoegen. Dit vertaalt zich gemiddeld tussen de 500 en 600 euro aan besteedbaar inkomen per jaar voor een gezin van vier personen in de EU. De Europese Commissie geeft aan dat het lastig is in te schatten, doch verwacht dat dit akkoord in de EU ongeveer een miljoen extra banen zal opleveren. Daarnaast zou TTIP ook de salarissen van zowel geschoolde als ongeschoolde werknemers structureel kunnen doen stijgen met gemiddeld 0,5%. Verhoogde productie in de meeste sectoren zal ook werkgelegenheid creëren.

Uiteraard gaat TTIP ook over het verlagen van tarieven. Hoewel de invoertarieven tussen de EU en de VS al laag zijn – gemiddeld 3% – zou afschaffing van tarieven veel winst met zich meebrengen. Vanwege de omvang van de trans-Atlantische handel betekent elke procentpunt verlaging van tarieven grote voordelen voor bedrijven en consumenten en een positief effect op werkgelegenheid en economische groei. Daarnaast worden veel producten ook niet meer aan één kant van de Atlantische Oceaan gemaakt. In de intra-industriële handel reizen veel halffabricaten meerdere malen de Oceaan over. Daarom zijn tarieven nog steeds een belangrijke handelsbarrière c.q. grote kostenpost voor bedrijven en de consument.

De echte winst van TTIP zit echter in het opheffen van non-tarifaire handelsbelemmeringen. Deze non-tarifaire handelsbelemmeringen verhogen veelal de kosten van de handel en maken in sommige gevallen handel zelfs onmogelijk. Niet alle wet- en regelgeving hoeft te worden geharmoniseerd: wederzijdse erkenning van elkaars systemen en standaarden zou al een enorme impact hebben. Een innovatief product dat gecertificeerd is in de EU zou bijvoorbeeld snel op de markt gebracht kunnen worden in de VS, wanneer in de VS de gezondheids- en veiligheidsnormen als gelijkwaardig aan die in de EU worden erkend.

Nederland kan in het bijzonder profiteren van het TTIP. De Nederlandse en de Amerikaanse economieën zijn reeds nauw met elkaar verbonden. Nederland is de derde grootste investeerder in de VS en de VS is nummer 6 op de ranglijst van belangrijkste handelspartners van Nederland, zowel voor import als export. Nederland exporteert voor 20 miljard euro aan goederen naar de VS. De import vanuit de VS was in 2012 26,4 miljard euro waard volgens het CBS.

Afhankelijk van het resultaat van de onderhandelingen kan het economische voordeel voor Nederland – volgens onderzoeksbureau Ecorys – oplopen van 1,4 tot 4,1 miljard euro. Bijna de helft van de Nederlandse werknemers is in dienst bij een bedrijf dat exporteert. Trekt de internationale handel aan, dan is dat voor deze bedrijven snel merkbaar. De Nederlandse regering streeft ernaar dat voor een aantal specifieke topsectoren de handelsbelemmeringen sterk worden verminderd en de handelsmogelijkheden dientengevolge fors worden vergroot. Deze sectoren betreffen de land- en tuinbouw, high tech systemen en materialen en de chemie. De verwachting is dat deze sectoren veel kunnen winnen bij dit akkoord. Postdiensten en de financiële en maritieme sectoren zullen naar verwachting evenveens veel voordelen kunnen behalen bij dit akkoord.

3.2 Meer dan alleen een economisch akkoord

Het voornaamste doel van TTIP is het stimuleren van de trans-Atlantische economie en het creëren van een open markt voor 800 miljoen consumenten en bedrijven aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. TTIP gaat om meer dan alleen handel en de gevolgen zijn verstrekkender dan alleen werkgelegenheid en economische groei. Niet voor niets heeft president Obama deze onderhandelingen «groundbreaking» genoemd tijdens de G8 op 17 juni 2013. TTIP is namelijk niet alleen gericht op het borgen van onze economische belangen, maar ook op het borgen van onze gedeelde waarden.

TTIP betekent een verdere versterking van de politiek-economische relatie tussen de EU en de VS. Gezien ons gewicht in de wereldeconomie is samenwerking tussen de EU en de VS van groot belang om het multilaterale rules-based handelssysteem te borgen. De wens om handel op basis van spelregels in stand te houden, met inachtneming van de bescherming van mens en milieu, leidde tot de politieke beslissing om te streven naar een handels- en investeringsverdrag tussen de twee grootste markten ter wereld. Tegelijkertijd geeft TTIP een impuls aan de trans-Atlantische band, die sterk is, maar soms als vanzelfsprekend wordt beschouwd.

Handel levert ook een belangrijke bijdrage aan armoedebestrijding en het verhogen van de levenstandaard in de lage- en middeninkomenslanden. In TTIP worden in het hoofdstuk Handel en Duurzaamheid (zie ook paragraaf 4.4) afspraken vastgelegd over de sociale en ecologische aspecten van handel. Ik maak mij er sterk voor dat TTIP een hoge mondiale standaard zal neerzetten.

De TTIP-onderhandelingen laten onverlet dat een sterk multilateraal handelssysteem essentieel blijft en dat de centrale rol van de WTO in dit systeem gewaarborgd dient te blijven. Zeker in tijden van crisis, wanneer de verleiding tot protectionisme groot is. Nederland staat achter de WTO staan en werkt hard om de onderhandelingen in Doha-kader te hervatten. In dat opzicht vind ik de recent gesloten overeenkomst tijdens de Ministeriële WTO-bijeenkomst op Bali positief.

Niet alleen Nederland heeft als kleine handel- en exportnatie veel baat bij een gelijk internationaal speelveld; de hele wereld heeft behoefte aan een sterk multilateraal handelssysteem. Het is de meest doeltreffende manier om de handel in ieders voordeel uit te breiden en te beheren en een uniek kader voor de regeling van geschillen op te zetten.

Helaas moet worden geconstateerd dat het in de afgelopen jaren lastiger is geworden om multilaterale akkoorden af te sluiten. Daarom is het verstandig dat Nederland en de EU zich naast het multilaterale kanaal inzetten voor het afsluiten van bilaterale handels- en investeringsverdragen. Deze akkoorden kunnen op de WTO en op andere internationale regels voortbouwen en voor meer en snellere openheid en integratie zorgen; zij kunnen vraagstukken regelen die nog niet «rijp» zijn voor multilateraal overleg en het terrein voor het volgende niveau van multilaterale liberalisering voorbereiden.

De trans-Atlantische handelsbetrekkingen zijn veruit de omvangrijkste ter wereld. Trans-Atlantisch leiderschap in een ambitieus bilateraal akkoord kan een sterke impuls geven aan de mondiale agenda.

4. TTIP: waar gaat het akkoord over?

De EU en de VS zetten in op een ambitieuze overeenkomst, die een breed scala aan handels- en investeringsissues dekt. Het TTIP is gestoeld op drie belangrijke pijlers:

  • 1. Bevorderen van markttoegang (zowel tarifair als non-tarifair);

  • 2. Bevorderen van compatibiliteit van regelgeving;

  • 3. Gemeenschappelijke benadering van nieuwe uitdagingen, zoals het wereldwijd opereren van staatsbedrijven van derde landen.

Naast het wegnemen van tarieven voor goederen, zal TTIP ook ingaan op diensten, investeringen, publieke aanbestedingen, intellectueel eigendom, standaarden, duurzaamheid en andere handelsgerelateerde onderwerpen.

Ik ben mij ervan bewust dat er diverse zorgen bestaan over de mogelijke impact van dit akkoord. In deze paragraaf zal ik nader ingaan op een aantal onderwerpen die vaak aan de orde worden gesteld: standaarden, genetisch gemodificeerde organismen en hormoonvlees, privacy en duurzaamheid. Op het onderwerp ISDS zal ik later terugkomen naar aanleiding van het onderzoek dat op dit moment plaatsvindt.

4.1 Standaarden

Een belangrijke pijler van TTIP is compatibiliteit en/of wederzijdse erkenning van standaarden. Onderzoeken wijzen erop dat het grootste deel van de voordelen van een overeenkomst te danken is aan vereenvoudiging van administratieve formaliteiten en betere coördinatie tussen regelgevende autoriteiten. Zo kunnen regelgevende autoriteiten die samenwerken kosten besparen door het aantal inspecties te verminderen.

Sommigen vrezen echter dat dit zal leiden tot het verlagen van de hoge Europese standaarden om mens, dier, plant en milieu te beschermen. Dat is niet het geval. Het hoge beschermingsniveau in Europa om de gezondheid van mens, dier, plant en het milieu te beschermen, staat niet ter discussie in TTIP.

Het streven is zoveel mogelijk drempels weg te nemen om handel te bevorderen en simpeler te maken. Dat wil niet zeggen dat alles gelijk getrokken hoeft te worden. Het doel is niet om elkaar te overtuigen onze systemen te veranderen, maar om praktische manieren te vinden om de regelgeving van de EU en die van de VS meer compatibel te maken, mét instandhouding van het bestaande niveau van bescherming.

Niet alleen heeft de Commissie dit meerdere malen benadrukt, ook de Raad heeft dit vastgelegd in het mandaat. Dit geldt ook voor de inzet ten aanzien van dierenwelzijn, dat door inzet van Nederland in het mandaat is aangescherpt. Dierenwelzijn is ook een aandachtspunt van uw Kamer in de TTIP-onderhandelingen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 738).

Ook de VS heeft consumentenbescherming hoog in het vaandel. Trans-Atlantische standaarden vormen daarmee ook een kans: zij zijn hoger dan waar ook elders in de wereld en zullen beide economieën sterker maken. Door de toenemende concurrentie kan juist een «race to the top» worden geïnitieerd. Als TTIP leidt tot een gemeenschappelijke aanpak, wordt het waarschijnlijker dat die over de hele wereld gevolgd zal worden, wat dus zal leiden tot algemene verbetering van de regelgeving in plaats van tot een neerwaartse nivellering.

In dit verband wil ik graag kort een voorbeeld aanhalen: elektrische auto’s, die een aanzienlijk potentieel bieden om vervuiling tegen te gaan. Veel producenten aan beide zijden van de oceaan bieden al dergelijke auto’s aan. Voor deze auto’s moet echter een nieuwe infrastructuur opgezet worden, waarvoor er technologieën en normen ontwikkeld moeten worden om de veiligheid te waarborgen. De Amerikaanse en Europese regelgevende autoriteiten zijn in een vroeg stadium gaan samenwerken om gemeenschappelijke oplossingen te vinden die een echte trans-Atlantische markt mogelijk maken. Dit heeft ertoe geleid dat aan beide zijden van de Atlantische Oceaan testlaboratoria zijn ingericht, die zullen samenwerken op het terrein van de prestatie-eisen voor elektrische voertuigen. Tevens wordt samengewerkt aan gemeenschappelijke normen voor de stekkers en contactdozen voor het opladen van de auto’s.

4.2 Genetisch gemodificeerde organismen en hormoonvlees

Naar verwachting zal landbouw een controversieel punt worden, omdat er veel inhoudelijk lastige kwesties beslecht moeten worden. Dit betekent wederom niet dat er op het Europese niveau van consumentenbescherming zal worden ingeboet vanwege TTIP: er zullen geen compromissen worden gesloten op het gebied van veiligheid, consumentenbescherming of het milieu. Tevens zal de EU haar eigen beleidsvrijheid behouden om wetgeving op te stellen om mens, dier, plant en milieu te beschermen.

Vanaf de start van de onderhandelingen heeft de Commissie aangegeven – ook richting de VS – dat de basiswetgeving voor het EU-toelatingsbeleid voor genetisch gemodificeerde organismen en hormoonvlees niet ter discussie staat in de onderhandelingen. Dit betekent dat de Europese risicobeoordeling van GGO's door de European Food Safety Authority (EFSA) onverkort van kracht blijft. Nederland steunt deze inzet van de Commissie.

Het EU-Verdrag bevat het voorzorgsprincipe, waardoor autoriteiten snel kunnen reageren in gevallen dat de gezondheid van mensen, dieren of planten risico’s loopt, of om het milieu te beschermen. Dit principe zorgt ervoor dat er vaak beslissingen worden genomen om een mogelijk risico uit te sluiten. Dat kan tot gevolg hebben dat sommige producten niet naar de EU mogen worden geëxporteerd. De EU kan dit voorzorgsprincipe ook hanteren wanneer zelfs na wetenschappelijke analyse een bepaald risico onvoldoende kan worden ingeschat. De bewijslast ligt dan bij de producent om aan te tonen dat het product veilig is. De EU heeft dit voorzorgsprincipe bijvoorbeeld gebruikt om de invoer van Amerikaans hormoonvlees tegen te houden.

Conform uw Kamermotie (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1336) zet ik mij ervoor in dat de EU in de TTIP-onderhandelingen onverkort vasthoudt aan het voorzorgsprincipe. Hierin zie ik mij ook gesteund door de Commissie.

4.3 Privacy

TTIP zal niet tornen aan EU-privacybescherming. De Europese Commissie heeft reeds aangegeven dat dataprotectie geen onderdeel is van de TTIP-onderhandelingen. Zoals aangegeven, is dataprotectie in de EU een grondrecht en daarmee als zodanig niet onderhandelbaar. Dataprotectie maakt daarom geen onderdeel uit van de TTIP-onderhandelingen.

Ook het kabinet hecht groot belang aan privacy. De bepalingen in het Handvest van de Grondrechten van de EU en in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens vormen een minimum bescherming. Hier kan met het sluiten van een ander verdrag niet van worden afgeweken.

Het kabinet zet zich daarom, parallel aan de TTIP-onderhandelingen, in EU-verband in voor verbetering van privacybescherming, zoals op dit moment gebeurt in de onderhandelingen over de algemene verordening gegevensbescherming. De ontwerpverordening stelt nieuwe regels vast met betrekking tot de bescherming van de gegevens van natuurlijke personen en het vrije verkeer van persoonsgegevens en werkt straks rechtsstreeks door in het nationale recht van alle EU-lidstaten. Het kabinet zet zich in deze onderhandelingen in voor een meer sluitende regeling voor doorgifte naar derde landen in deze verordening.

Ik vind het van belang dat in TTIP – net zoals in het WTO-akkoord over de Handel in Diensten (GATS) en in de handelsakkoorden met respectievelijk Zuid-Korea en Singapore – de uitzonderingsbepaling ten aanzien van dataprotectie wordt opgenomen. Deze uitzonderingsbepaling regelt dat overheden het recht behouden om maatregelen te nemen om privacy van hun burgers te waarborgen. Conform motie Vos (Kamerstuk 33 750-XVII, nr. 28) zet ik mij in EU-verband actief in voor opname van deze uitzonderingsbepaling. Ik heb hier onder meer tijdens de informele Raad Buitenlandse Zaken in Athene op 27 en 28 februari jl. voor gepleit.

4.4 Duurzame ontwikkeling

Duurzame ontwikkeling is een belangrijke doelstelling van het handelsbeleid van de EU. Sociale ontwikkeling, economische groei en milieubescherming zijn nauw met elkaar verbonden en zijn elkaar versterkende componenten van duurzame ontwikkeling. Er is een goede balans nodig tussen sociale, economische en ecologische ontwikkeling.

Elke bilaterale handelsovereenkomst van de EU bevat een hoofdstuk Handel en Duurzame Ontwikkeling. Daarin worden onder meer mechanismen voor monitoring en handhaving opgenomen. Het doel van dit hoofdstuk is om te borgen dat de toegenomen handel niet ten koste gaat van milieu- of arbeidsrechten, maar juist ondersteunend is aan milieubescherming en sociale ontwikkeling. De inzet is hierbij onder meer dat partijen de verplichtingen en principes van de International Labour Organization (ILO) op gebied van bestrijding van dwangarbeid en kinderarbeid herbevestigen en samenwerken op dit vlak. In dat kader beschouwt de EU de fundamentele ILO-arbeidsrechten, zoals verankerd in de kernconventies van de ILO, een essentieel element van dit hoofdstuk.

Bovendien wordt door de EU in elk vrijhandelsakkoord een zogenaamde labour clause opgenomen. In deze clausule staat dat regelgeving op het gebied van werkgelegenheid en sociale zekerheid geldig blijft, ongeacht wat in het akkoord wordt opgenomen. De EU heeft daarmee de ruimte om haar sociale model in stand te houden.

Tevens bevat dit hoofdstuk afspraken over milieu, gebruik van natuurlijke hulpbronnen (als hout en vis) en zijn in de meest recente akkoorden afspraken gemaakt over samenwerking en bevordering van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, bijvoorbeeld via de OESO-richtlijnen. Nauwe betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld is essentieel bij de uitvoering van de afspraken in dit hoofdstuk. Ook in TTIP zet de EU in op een ambitieus hoofdstuk over handel en duurzame ontwikkeling.

Tijdens mijn bezoek aan Parijs op 31 maart jl. heb ik samen met mijn Franse collega Bricq (destijds Minister voor Buitenlandse Handel) de handen ineengeslagen om verantwoord zakendoen te bevorderen. In een gezamenlijke verklaring hebben wij de EU opgeroepen hoge ambities te hanteren voor sociale en milieunormen in onderhandelingen over handelsakkoorden, zoals TTIP.

Naast dit hoofdstuk Handel en Duurzame Ontwikkeling in de akkoorden zelf, wordt in de UN Guiding Principles gesproken over de verplichtingen van overheden met betrekking tot internationale afspraken, zoals handels- en investeringsovereenkomsten. Afspraken die gemaakt worden in handels- en investeringsverdragen mogen geen beleidsruimte wegnemen van de handelspartners om hun mensenrechtenverplichtingen na te komen.

5. TTIP: hoe ziet het onderhandelingsproces eruit?

Om onze handelsbelangen in de wereld te beschermen, werken de 28 lidstaten van de Europese Unie samen bij de handel met derde landen. Bij de besluitvorming op dit beleidsterrein spelen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement een rol. In deze paragraaf zal ik ingaan op de besluitvormingsprocedure binnen de EU. Ook zal ik ingaan op hoe de Commissie en de lidstaten transparantie en betrokkenheid van belanghebbenden in het proces borgen.

5.1 Bevoegdheidsverdeling EU-instellingen

In de EU vallen het gemeenschappelijk handelsbeleid en buitenlandse directe investeringen onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie. De Commissie onderhandelt namens de Unie op basis van een mandaat, dat door de Raad wordt vastgesteld. In dit mandaat legt de Raad de prioriteiten en de reikwijdte van de onderhandelingen vast. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel op 13 juni 2013 heeft de Raad een akkoord bereikt over het mandaat voor TTIP. Dit mandaat is vertrouwelijk.

Zoals met uw Kamer besproken, heeft Nederland ingezet op een ruim en flexibel onderhandelingsmandaat. De lat voor een akkoord ligt hoog: er zijn vele, inhoudelijke kwesties te beslechten. Bovendien zullen niet-tarifaire belemmeringen en (wederzijdse erkenning van) standaarden de kern van de onderhandelingen vormen. De Commissie heeft daarom ruimte nodig om de onderhandelingen succesvol en ambitieus af te ronden.

Het is ook de verantwoordelijkheid van de Commissie om alle belanghebbenden tijdens het gehele proces goed te informeren en consulteren over hun belangen in dit proces. De Raad ziet toe op de onderhandelingen via de Raad Buitenlandse Zaken/Handel, het handelspolitiek comité (Trade Policy Committee) en diverse expert bijeenkomsten.

Afhankelijk van de inhoud zal de Raad met unanimiteit of met gekwalificeerde meerderheid moeten instemmen met het uiteindelijke akkoord.

5.2 Het Europees Parlement en de nationale parlementen

Om hun controlerende rol goed te kunnen vervullen, is het van belang om zowel het Europees Parlement als de nationale parlementen zo volledig mogelijk te informeren.

De Commissie moet het Europees Parlement regelmatig op de hoogte houden van de stand van de onderhandelingen, dit volgt uit artikel 207 (3) van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU). Het Europees Parlement heeft daarenboven in twee resoluties, in oktober 2012 en mei 2013 benadrukt dat het maximale transparantie wenst van de Commissie. Uit artikel 218 (6) VWEU volgt dat het Europees Parlement goedkeuring moet geven voor handelsverdragen, voordat de Raad een besluit tot sluiting van de overeenkomst kan nemen.

De Commissie voor Internationale Handel (INTA) in het EP heeft inzage in vertrouwelijke onderhandelingsdocumenten. Ook is de «US Monitoring Group» in het Europees Parlement opgericht: deze groep werd speciaal opgericht in het kader van TTIP en wordt vóór en ná elke onderhandelingsronde bijgepraat door het onderhandelingsteam. De groep bestaat uit afgevaardigden van de INTA. INTA zal alle documenten ontvangen die de lidstaten ook ontvangen. Zo blijft het Europees Parlement op de hoogte van en betrokken bij de onderhandelingen.

In Nederland heeft de Kamercommissie Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking van de Tweede Kamer vertrouwelijk inzage gehad in het onderhandelingsmandaat. Aanvullend heeft deze commissie een vertrouwelijke, technische briefing ontvangen op 6 februari jl. Indien gewenst, kan de Kamer voor elke nieuwe ronde vertrouwelijk worden geïnformeerd en vertrouwelijk inzage krijgen in de onderhandelingsdocumenten van de EU. Zo wil ik de Kamer zo goed mogelijk op de hoogte te houden over de voortgang en de inhoud van de onderhandelingen.

Zoals ik uw Kamer reeds heb geïnformeerd in mijn Kamerbrief met het verslag van de informele RBZ d.d. 28 februari 2014 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1360) is de VS minder genegen om hun documenten te delen. Ondanks herhaaldelijke discussies heeft de VS de Europese Commissie geen toestemming gegeven om de Amerikaanse documenten te delen met de lidstaten. Dit betekent dat ook Lidstaten geen inzicht hebben in deze documenten. De Europese Commissie en de Lidstaten zitten op één lijn dat het essentieel is voor het verdere verloop van de onderhandelingen dat dit wel mogelijk moet zijn. Op korte termijn lijkt er een oplossing in zicht: in een reading room zullen lidstaten kennis kunnen nemen van de documenten, die zowel de posities van de EU als van de VS bevatten.

Nederland is echter van mening dat dit slechts een tussenoplossing is. Ik hecht veel waarde aan transparantie en heb deze kwestie daarom ook zelf aan de orde gesteld tijdens mijn gesprek met USTR Froman op 11 april jl. Het delen van de VS-documenten is niet alleen een kwestie van transparantie, maar is een essentieel element om vorderingen te maken in de onderhandelingen. Ik zie mij hierin gesteund door zowel de gehele Raad als de Commissie.

Na afronding van de onderhandelingen, zal het EP – zoals aangegeven – in moeten stemmen met het uiteindelijke akkoord. Zou TTIP een «EU-only» akkoord zijn, waarin alleen onderwerpen worden geregeld die onder de bevoegdheid van de EU vallen, dan zullen de Lidstaten geen partij zijn bij het akkoord en is ratificatie ervan door de Lidstaten niet aan de orde. In dat geval wordt het akkoord dus niet aan het Nederlandse parlement ter goedkeuring voorgelegd worden. Maar als TTIP een zogenaamd gemengd akkoord betreft – een verdrag waarin zowel onderwerpen zijn opgenomen die onder de exclusieve bevoegdheid van de Unie vallen en waarin onderwerpen zijn opgenomen die onder de bevoegdheid van de lidstaten vallen – dan moeten ook nationale parlementen instemmen met het voorliggende verdrag.

5.3 Bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld en andere belanghebbenden

Om onze rol goed te kunnen vervullen, is zo veel mogelijk input vanuit de samenleving nodig. Het is van belang dat TTIP een breed gedragen akkoord wordt. Het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld zijn hierbij belangrijke spelers, maar – gelet op de complexiteit van het verdrag – is het belangrijk om juist ook het midden- en kleinbedrijf, consumenten en andere belanghebbenden te betrekken. Alleen door een constante dialoog met alle belanghebbenden kunnen we een deal bereiken die voor de EU het beste resultaat oplevert en maatschappelijk breed gedragen wordt. Hier is een belangrijke rol weggelegd voor zowel de Commissie als de lidstaten.

Veel grote bedrijven, die internationaal opereren, hebben al aangegeven in hoeverre het wegnemen van barrières en het streven naar gelijkere standaarden hen kosten, tijd en energie zal sparen. Het is echter niet altijd mogelijk om alle kansen en bedreigingen voor elke sector te overzien. Er ligt dus een verantwoordelijkheid bij de onderhandelaars voor informatievoorziening, maar ook bij belanghebbenden om hun mening duidelijk te laten horen.

De Commissie heeft reeds een groot aantal initiatieven ontplooid voor een brede consultatie om zo transparant mogelijk te zijn. Voor het eerst in onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord heeft de Commissie bijvoorbeeld een aantal van haar position papers op de DG TRADE-website gepubliceerd. Ook organiseert de Commissie op reguliere basis stakeholderbijeenkomsten met vertegenwoordigers van zowel bedrijfsleven als maatschappelijk middenveld. Op 27 maart jl. heeft de Commissie een publieke online raadpleging gestart over investeerdersbescherming in het kader van het TTIP.

Op 27 januari jl. heeft de Commissie de TTIP Advisory Group geïntroduceerd. Deze groep – waarin zowel het maatschappelijk middenveld als het bedrijfsleven vertegenwoordigd zijn – zal het onderhandelingsteam van de Commissie assisteren bij specifieke vraagstukken in de TTIP-onderhandelingen.

Maar transparantie en consultatie zijn niet alleen de verantwoordelijkheid van de Europese Commissie: ik beschouw dit ook als mijn verantwoordelijkheid. Om zelf bij te dragen aan transparantie en inzicht consulteer ik op reguliere basis zowel het bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Zo heeft er op 25 februari jl. een brede consultatie plaatsgevonden over een aantal onderwerpen in de onderhandelingen. Ik zal dit gedurende het gehele onderhandelingsproces voortzetten.

Deze consultaties moeten de basis zijn van een maatschappijbrede dialoog over hoe dit verdrag er wel of niet uit zou moeten zien.

6. Impact op lage- en middeninkomenslanden

De impact van TTIP op lage- en middeninkomenslanden moet scherp in beeld worden gebracht. Nederland heeft traditioneel de belangen van lage- en middeninkomenslanden in het multilateraal stelsel verdedigd. Ook met oog op de interactie tussen handel en ontwikkelingssamenwerking vind ik het mijn verantwoordelijkheid dit aspect ook bij TTIP in de discussie te brengen. Ik zie mij hierin ook gesteund door USTR Froman, die tijdens ons gesprek heeft aangegeven met Nederland te willen samenwerken op dit onderwerp, als de contouren van TTIP duidelijker zijn.

Een aantal onderzoeken heeft de mogelijke impact van TTIP op ontwikkelingslanden onderzocht. Hoewel uit de verschillende studies geen eenduidig beeld naar voren komt, lijkt het effect per saldo positief. Uit een studie van de Europese Commissie blijkt bijvoorbeeld dat het effect van een ambitieus akkoord tussen EU en VS structureel tussen de 86 en 99 miljard euro kan opleveren voor derde landen. De minst ontwikkelde landen (MOLs) specifiek zien een economische groei van 0,2%, ongeveer 2,4 miljard euro.

Hoewel voor specifieke producten en landen handelsverlegging en preferentie-erosie plaats zal vinden, wegen positieve effecten zwaarder. De EU en de VS exporteren veelal andere producten dan lage- en middeninkomenslanden en concurreren daarom nauwelijks met elkaar.

Een studie van het Centre for the Analysis of Regional Integration at Sussex (CARIS) geeft een gedetailleerd beeld van de effecten van preferentie-erosie en mogelijke handelsverlegging door TTIP voor verschillende MOLs op sectoraal niveau. Uit deze studie blijkt dat de export vanuit de MOLs naar de EU met 0,12% zal dalen en met 0,54% naar de VS. Landen die hun export naar de EU iets meer zien dalen zijn Pakistan, Afghanistan en Bangladesh. Het gaat hier vooral om de textiel-, kleding- en schoenensector. Ghana, Kirgizië, Malawi, Nepal, Niger en Pakistan zien hun export naar de VS dalen.

Ook zijn er positieve spill-over effecten door het wegnemen van non-tarifaire handelsbelemmeringen. Hogere economische groei in de VS en de EU betekent meer marktkansen voor andere landen, inclusief arme landen. Daarnaast gaan de kosten voor alle exporteurs omlaag, omdat ze in de VS en de EU niet meer hoeven te voldoen aan verschillende standaarden. Ook kan een akkoord landen ertoe aanzetten om deze standaarden over te nemen. Hiervan profiteren ondernemers wereldwijd, want harmonisatie van standaarden zorgt voor lagere kosten en meer handel.

Ik zal de effecten op lage-en middeninkomenslanden gedurende het hele onderhandelingsproces nauwkeurig in de gaten houden. De economische voordelen van TTIP voor de VS en de EU zouden niet ten koste mogen gaan van de lage- en middeninkomenslanden. Mochten eventuele negatieve effecten optreden, zal ik – waar nodig – ook kijken naar mogelijke beleidsopties om deze te mitigeren en het liefst om te buigen naar voordelen.

7. Concluderend

De samenwerking in de EU en het Europese streven naar vrede en welvaart worden gevormd door de vele verschillende culturen, talen en tradities van ons continent: «United in Diversity», in verscheidenheid verenigd. Deze diversiteit betekent echter ook dat we het aan het einde van deze onderhandelingen niet allemaal volledig met elkaar eens zullen zijn. Dat is in de EU nooit zo, met 28 lidstaten en 766 volksvertegenwoordigers in het Europees Parlement.

Onderhandelingen blijven een proces van geven en nemen. Het is mijn verantwoordelijkheid om mij in te zetten voor een verdrag dat voor Nederland, Europa en de wereld duurzame en inclusieve groei oplevert en waarin belangrijke waarden geborgd blijven. Het niveau van veiligheid moet behouden worden, de regeldruk verminderd. En voor nieuwe producten is het logisch om regels af te stemmen nog voor ze uiteen kunnen lopen.

Dit betekent niet dat de onderhandelingen gemakkelijk zullen zijn. Deze onderhandelingen zijn complex en laten zich niet tot zwart versus wit reduceren. Aan beide kanten van de Atlantische Oceaan zullen gevoeligheden bestaan en ontstaan. Het is daarom van belang gericht te blijven op het bredere belang: de economische en strategische meerwaarde van dit akkoord. Met een realistische blik, input en inspraak van velen, streven we naar een resultaat dat goed is voor onze economie en die tegelijkertijd onze waarden behoudt.

Naar boven