Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 oktober 2013
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 30 september 2013.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
F.C.G.M. Timmermans
VERSLAG RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 30 SEPTEMBER 2013
De Raad had een discussie over het Cohesiepakket voor de periode 2014–2020 en gaf
het voorzitterschap aanwijzingen voor de afronding van de onderhandelingen hierover
met het Europees Parlement. Voorts besprak de Raad de ontwerp geannoteerde agenda
voor de Europese Raad van 24-25 oktober a.s. Tenslotte gaf de Britse minister van
Europese Zaken Lidington een korte toelichting op de Balance of Competences Review die thans in het Verenigd Koninkrijk wordt uitgevoerd. Nederland markeerde in de
daarop volgende discussie dat de Nederlandse subsidiariteitsexercitie anders van aard
is.
Cohesiebeleid
Bij de bespreking van de belangrijkste openstaande punten in de onderhandelingen met
het Europees Parlement over het wetgevingspakket Cohesiebeleid 2014–2020 pleitten
vrijwel alle lidstaten voor het vasthouden aan de hoofdlijnen van de reeds vastgestelde
Raadspositie. Nederland gaf aan dat een akkoord met het Europees Parlement in lijn
zal moeten zijn met de uitkomsten van de Europese Raad van februari 2013.
De Raad hield vast aan de macro-economische conditionaliteit (MEC). De Commissie hecht
aan het handhaven van de hoofdbestanddelen van de MEC, maar zag ruimte voor toenadering
tot het Europees Parlement, zoals door middel van het instellen van een mechanisme
tegen te frequent gebruik en het rekening houden met omstandigheden in een lidstaat
bij het voornemen tot opschorting van middelen. Een aantal lidstaten steunde de Commissie
en slechts een enkele lidstaat herhaalde zijn weerstand tegen de MEC. Nederland pleitte
met andere lidstaten voor behoud van de macro-economische conditionaliteit en gaf
aan dat aan de zorgen van het Europees Parlement reeds voldoende tegemoet is gekomen
in de Raadspositie.
Ministers toonden zich voorts tegenstander van een verlaging van de prestatiereserve
van 7% naar 5%, omdat dit voor een stijging van de betalingen zou zorgen in het begin
van de begrotingsperiode, en het overschrijden van de vastgestelde betalingsplafonds.
Ten aanzien van voorfinanciering sprak de Commissie zich uit tegen verhoging aan het
begin van de begrotingsperiode, omdat dit tot een te grote stijging van de betalingen
in de eerste drie jaar van het Meerjarig Financieel Kader zou leiden. Een lichte verhoging
van de jaarlijkse voorfinanciering in de periode 2017–2020 is volgens de Commissie
wel haalbaar. Nederland vindt dat er alleen ruimte is voor een lichte aanpassing van
het voorfinancieringspercentage indien dit de afspraken over het betalingsplafond
ongemoeid laat.
De Raad hield vast aan de Europese co-financieringspercentages in de Raadspositie,
omdat de door het Europees Parlement gewenste verhoging de totale investeringen zou
verlagen met € 12 miljard en het ownership van lidstaten zou aantasten. Ook spraken de ministers zich uit tegen het openbreken
van het akkoord met het Europees Parlement inzake het minimumaandeel van het Europees
Sociaal Fonds (23,1%). Ten slotte wenste de Raad met betrekking tot het Jeugdwerkgelegenheidsinitiatief
in principe vast te houden aan een percentage jeugdwerkloosheid van 25% in een lidstaat
als minimum om in aanmerking te komen voor steun. Een eventuele verruiming van de
doelgroep naar hogere leeftijdsgroepen (boven de 25 jaar) is voor de Raad eventueel
bespreekbaar.
Europese Raad 24-25 oktober a.s.
De ministers bespraken kort het ontwerp van de geannoteerde agenda voor de aanstaande
Europese Raad (ER). De ER zal zich in oktober concentreren op de digitale economie,
innovatie en dienstverlening, groei, concurrentiekracht en banen, vervolmaking van
de EMU en voorbereiding van de Oostelijk Partnerschap Top in Vilnius op 28-29 november
a.s. De Commissie onderstreepte het belang van deze onderwerpen en wees erop dat deze
ER de laatste is onder deze legislatuur waar op dit niveau een impuls kan worden gegeven
aan de wetgevingsagenda op terreinen als het SRM, de Single Market Acts, het telecommunicatiepakket en dataprotectie. De RAZ van 22 oktober a.s. zal de verdere
voorbereiding van de oktober-ER ter hand nemen.