Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 april 2017
In deze brief ga ik, mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
en de Staatssecretaris van Economische Zaken, in op de aanpak van duurzaamheid in
het onderwijs.
Tijdens het AO Duurzaamheid en Milieu van 28 januari 2016 (Kamerstuk 30 196, nr. 431) heb ik aangegeven dat het programma Duurzaam Door één van de betere middelen is
om de aanpak van duurzaamheid in het onderwijs vorm te geven. Ik heb toen aangegeven
een voortzetting van het programma Duurzaam Door te ondersteunen. Die voortzetting
is voor de periode 2017–2020 opgenomen in de begroting van het Ministerie van Economische
Zaken. Het Ministerie van Infrastructuur en Milieu heeft daaraan een bijdrage geleverd.
Bij de behandeling van de begroting van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu
op 3 november 2016 (Handelingen II 2016/17, nr. 18, items 4 en 7) heb ik toegezegd in overleg te treden met de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap over het plan dat een aantal jongerenorganisaties heeft uitgewerkt voor
duurzaamheid in het onderwijs. Uit contact tussen mijn ministerie en dat van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap en Economische Zaken blijkt dat de ideeën van de jongerenorganisaties
een plek gekregen hebben in de uitwerking van het programma Duurzaam Door.
De diverse bestaande onderwijsnetwerken en de ideeën van de jongerenorganisaties worden
met steun van het programma samengebracht in een gezamenlijke «Coöperatie Leren voor
Morgen». Deze coöperatie zal de verschillende netwerken voor duurzaamheidseducatie
met elkaar verbinden en zo de komende vier jaar vorm en inhoud geven aan ondersteuning
van duurzaamheid in het onderwijs.
U ontvangt binnenkort het programma Duurzaam Door van de Staatssecretaris van Economische
Zaken. Daarin wordt hierop nadrukkelijk ingegaan.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
S.A.M. Dijksma