nr. 10
BRIEF VAN DE MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 3 februari 1995
Op 29 september 1993 heeft de Tweede Kamer instemmend gesproken over het
Kabinetsstandpunt over het advies van de Commissie Wijffels «Sporen
voor Straks», inzake de relatie tussen de Rijksoverheid en de spoorwegen.
Op 22 maart 1994 heeft mijn ambtsvoorgangster in een besloten vergadering
van de vaste Commissie voor Verkeer en Waterstaat openheid van zaken gegeven
over de voortgang van de onderhandelingen met de NS over de implementatie.
Zowel de NS als het Rijk hebben in de tussentijd met voortvarendheid gewerkt
aan een pakket besluiten voor een eerste ronde, vooruitlopend op finale besluitvorming
in een tweede ronde. Het pakket van de eerste ronde bevat de hoofdlijnen over
de gehele breedte van het terrein en enkele contracten. De tweede ronde bestaat
uit de verdere uitwerking van die hoofdlijnen.
De onderwerpen uit de eerste ronde zijn: de missie van de NS (over vervoer
en andere commerciële activiteiten) en de structuur van het bedrijf,
de zeggenschap van het Rijk over de publieke infrastructuur met de bijbehorende
juridische borging die mede gericht is op het voorkomen van financiële
kruisverbanden tussen de publieke en commerciële sectoren van de NS,
de zeggenschap van de NS over de commerciële infrastructuur, de financiële
en fiscale afhechting van de verzelfstandiging, een overgangscontract Reizigersvervoer
en een contract met betrekking tot de kapitaalsdotatie Goederenvervoer.
Op 22 december 1994 is overleg gevoerd tussen enerzijds de Ministers van
Verkeer en Waterstaat en Financiën en anderzijds de Raad van Bestuur
van de NS. Daarbij zijn oplossingen gevonden voor een aantal knelpunten. Afgesproken
is ernaar te streven zo spoedig mogelijk, naar verwachting binnen enkele maanden,
te komen tot afrondende besluitvorming over de eerste fase. Daarbij is enige
vertraging ontstaan ten opzichte van de eerdere planning, gericht op afronding
voor de jaarwisseling. De belangrijkste reden hiervoor is dat nader inzicht
nodig is in de huidige financiële vooruitzichten van de NS,
tegen de achtergrond van de financiële afspraken ten tijde van het Kabinetsstandpunt.
De financiële afhechting is een belangrijk punt van zorg. Met de NS is
afgesproken hiernaar op zeer korte termijn een audit te laten verrichten opdat
een goed zicht bestaat op de mogelijkheden voor een gezonde financiële
basis onder de verzelfstandiging en de daarbij passende (afrondende) inzet
van financiële middelen.
Vanzelfsprekend zullen aan de Kamer de voorgenomen besluiten voor de eerste
fase in samenhang worden voorgelegd. Mocht echter behoefte bestaan in een
eerder stadium te worden geïnformeerd over de voortgang van de onderhandelingen,
dan ben ik daartoe graag bereid in een (gelet op de stand van de gesprekken
met de NS) besloten Commissievergadering.
De Minister van Verkeer en Waterstaat,
A. Jorritsma-Lebbink