Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 3104 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 3104 |
Kunt u een uitgebreide update geven over de huidige situatie wat betreft de voortgang van de Regeling huisvesting aandachtsgroepen en hoe gemeenten hierin een rol spelen om passende woon- en verblijfsruimten te bouwen? In hoeverre bereikt de Regeling zijn doel, namelijk het (zo snel mogelijk) realiseren van (zo veel mogelijk) huisvesting voor verschillende aandachtsgroepen?
Eind juni zal ik per brief de uitkomsten van een tussenevaluatie op deze regeling met u delen. In deze evaluatie wordt uitgebreid verslag gedaan over de aanvragen voor de twee tranche van de regeling. Deze tranche is benut door 83 verschillende gemeenten en vrijwel alle aanvragen zijn gehonoreerd. Met deze tranche worden 6.335 woonruimten voor aandachtsgroepen en 1.751 verblijfsruimten voor arbeidsmigranten gerealiseerd.
Deze tussenevaluatie biedt het meest recente inzicht in de voortgang. Gemeenten geven inzicht in de voortgang via hun jaarlijkse verantwoording voor de regeling. In het zomerreces van 2022 verwacht ik de (financiële) verantwoording over 2021.
De regeling is zo vormgegeven dat het gehele subsidiebedrag aan gemeenten wordt uitgekeerd na controle van de aanvraag. Gemeenten kunnen hiermee een bijdrage leveren aan de ontwikkelende partij voor dit project, met inachtneming van de regels omtrent staatssteun.
De mate waarin de regeling zijn doel bereikt wordt pas zichtbaar rondom de geijkte mijlpalen. Binnen twee jaar moeten onomkeerbare stappen in het project zijn gezet en binnen vijf jaar moet het project volledig zijn gerealiseerd. Ik stuur op het behalen van deze mijlpalen.
Kunt u specifiek aangeven hoeveel van het aan gemeenten toegekende geld voor de Regeling huisvesting aandachtsgroepen in 2021 nog niet is uitgegeven door de verschillende gemeenten?
Zoals uit het antwoord op vraag 1 blijkt, zijn vrijwel alle aanvragen door gemeenten gehonoreerd. De subsidieregeling is daarbij geheel uitgeput in overeenstemming met het subsidieplafond. Het is momenteel nog niet zichtbaar of gemeenten op dit moment aan alle voorwaarden hebben voldaan en de uitgekeerde subsidiebedragen conform de tweede tranche van de regeling hebben benut. Jaarlijks leggen gemeenten hierop verantwoording af. Daaruit zal blijken of gemeenten aan de termijnen en andere voorwaarden van de regeling hebben voldaan. Als dat niet het geval is, dan kunnen de verstrekte bedragen in het uiterste geval teruggevorderd worden. De (financiële) verantwoording van gemeenten over 2021 verwacht ik in het zomerreces van 2022.
Deze informatie is openbaar beschikbaar via de website Regeling huisvesting aandachtsgroepen (RHA) (rvo.nl)1. Op de hoofdpagina staat het overzicht weergegeven in een pdf-format.
Kunt u aangeven hoeveel plaatsen voor welke aandachtsgroepen zijn gerealiseerd onder deze Regeling? In het geval van (grote) verschillen; waardoor zijn deze te verklaren?
Zoals eerder aangegeven zal ik u per Kamerbrief informeren hoeveel woon- en verblijfsruimtes er per aandachtsgroep zijn aanvraagt. Er is nog geen informatie beschikbaar over de realisatie van deze plaatsen. De (financiële) verantwoording van gemeenten over 2021 verwacht ik in het zomerreces van 2022. Op dit moment beschik ik dus nog niet over gerealiseerde woningaantallen van de gehonoreerde aanvragen.
Wat zijn de achterliggende redenen waarom dit geld nog niet is uitgegeven? Speelt hierin bijvoorbeeld het feit dat er geen sprake is van een wettelijke verplichting op de startdatum van de projecten een rol?
De bedragen uit de regeling zijn eind 2021 uitgekeerd aan gemeenten. Gemeenten hebben tot eind 2023 de tijd om met ontwikkelende partijen in het project tot onomkeerbare stappen richting realisatie te komen. Hoogstwaarschijnlijk wordt het uitgekeerde geld aan gemeenten pas uitgegeven tussen het zetten van onomkeerbare stappen en realisatie.
In hoeverre spelen wettelijke verplichtingen als het feit dat de gemeenten binnen twee jaar na de toekenning van de uitkering onomkeerbare stappen moet zetten en deze binnen vijf jaar na toekenning gerealiseerd moeten zijn, een negatieve rol in dit proces?
De verplichtingen om binnen twee jaar onomkeerbare stappen te zetten en binnen vijf jaar de projecten te realiseren zijn bedoeld om ervoor te zorgen dat projecten tijdig worden opgeleverd. Mocht dit niet lukken dan kan ik besluiten om geld terug te vorderen.
Deelt u de constatering dat deze termijnen bijgesteld zouden moeten worden om de huisvesting van aandachtsgroepen sneller te realiseren?
In de tussenevaluatie, die u eind juni ontvangt, is onderzocht of de huidige termijnen passend zijn.
Deelt u de constatering dat er juist wel een wettelijke verplichting zou moeten zijn voor een startdatum bij de uitkering van deze Regeling?
Met deze regeling wordt door gemeenten een bijdrage geleverd aan bouwprojecten die (ten dele) huisvesting realiseren voor aandachtsgroepen. Met de gestelde voorwaarden wordt de startdatum beoogd tussen de twee en vijf jaar, om tot realisatie van het project te komen binnen de termijn van vijf jaar. Ik houd een vinger aan de pols op de voortgang van de gehonoreerde aanvragen en stuur op tijdige realisatie binnen de termijn van vijf jaar.
Welke redenen worden er door de verschillende gemeenten zelf aangegeven voor mogelijke problemen bij het uitgeven van dit geld?
In hoeverre speelt regelgeving (zowel lokaal als vanuit het Rijk) een belemmerende rol als het gaat om het achterblijven van deze uitgaven? Zijn er voorbeelden van regelgeving (lokaal of vanuit het Rijk) die (tijdelijk) kunnen worden losgelaten om realisatie eenvoudiger te maken?
Ik heb geen nog formele signalen ontvangen over het achterblijven van uitgaven. Het valt daarom nu niet te zeggen of regelgeving hierin een belemmerende rol speelt. Het versnellen van het proces van initiatief naar realisatie is onderdeel van de uitwerking van het programma Woningbouw. Ik informeer u periodiek over de voortgang op dit programma.
In hoeverre spelen andere elementen als kennis- en capaciteitsproblemen binnen gemeenten een rol in dit proces?
In het interbestuurlijke Programma «Een thuis voor Iedereen» staat beschreven dat gemeenten, provincies, woningcorporaties en maatschappelijke organisaties behoefte hebben aan meer kennis, expertise en capaciteit om de gestelde doelen ten aanzien van huisvesting voor aandachtsgroepen te realiseren. In welke mate deze problematiek zich per gemeente voordoet, is afhankelijk van de lokale context. Samen met de betrokken partijen werk ik een brede ondersteuningsstructuur uit rondom aandachtsgroepen. Daaronder valt ook de inzet van middelen vanuit een nieuwe regeling flexpools en het inschakelen van experts bij specifieke expertisevraagstukken.
Kunt u aangeven welke maatregelen er worden ondernomen op rijksniveau om dit geld alsnog versneld uit te kunnen geven en de gemeenten hierin te stimuleren?
Zoals uit het antwoord op vraag 1 blijkt zijn vrijwel alle aanvragen door gemeenten gehonoreerd en is de subsidieregeling daarbij (in overeenstemming met het subsidieplafond) geheel uitgeput. Het is aan gemeenten en ontwikkelende partijen om tijdig tot realisatie van projecten te komen, conform de gestelde voorwaarden.
Kunt u aangeven in hoeverre de oorlog in Oekraïne en de daarbij horende veranderde situatie in Nederland impact heeft gehad op het huisvesten van aandachtsgroepen?
Op dit moment worden ontheemden uit Oekraïne voor het grootste deel ondergebracht in nieuw daarvoor ingerichte opvanglocaties. Vooralsnog lijkt een eventuele impact op de huisvesting van aandachtsgroepen beperkt, ondanks de druk die het vraagstuk legt op de personele capaciteit bij gemeenten. Het kabinet bereidt zich echter voor op de mogelijkheid dat grote aantallen ontheemden langdurig in Nederland moeten verblijven. Het is ontegenzeggelijk dat de opgave om ontheemden opvang van betere kwaliteit en uiteindelijke semipermanente huisvesting te bieden, bovenop alle bestaande uitdagingen in de volkshuisvesting komt. Er zijn immers ook nog veel passende woningen nodig voor diverse aandachtsgroepen, spoedzoekers en andere woningzoekenden. Daarom zet ik in op het versneld realiseren van extra woonruimte door transformatie en flexibele bouw, onder leiding van de Taskforce Versnelling Tijdelijke Huisvesting2. Denk daarbij aan het matchen van vraag en aanbod van locaties en bouwcapaciteit, het uitwerken van haalbaarheidsstudies en business cases, hulp bij vergunningverleningstrajecten en ondersteuning van gemeenten bij besluitvorming en uitvoering. Dit kan ook benut worden voor de huisvesting van diverse aandachtsgroepen en spoedzoekers.
In hoeverre heeft deze veranderde situatie geleid tot financiële belemmeringen onder de verschillende gemeenten wat betreft het huisvesten van aandachtsgroepen in 2022?
Het kabinet heeft in de brief van 17 maart (Kamerstukken 2021–2022, 19 637, nr. 2834) als uitgangspunt benoemd dat de opvang van ontheemden uit Oekraïne niet tot gevolg mag hebben dat gemeenten er financieel slechter voor komen te staan dan daarvoor. Dit uitgangspunt is in samenwerking met onder meer gemeenten en veiligheidsregio’s uitgewerkt in diverse regelingen en blijft aandachtspunt en onderwerp van gesprek.
Kunt u aangeven, indien er sprake is van dergelijke financiële belemmeringen, hoe u er alsnog voor zorgt dat gemeenten het doel van de Regeling huisvesting aandachtsgroepen goed kunnen uitvoeren?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20212022-3104.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.