Aanhangsel van de Handelingen
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 997 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Nummer | Datum ontvangst |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2019-2020 | 997 |
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Ministerie talmt met rekentool, legt schuld bij gemeenten, en laat schuldenaars in de steek»?1
Vindt u ook dat mensen met schulden zeker moeten zijn dat ze de basale levensbehoeften kunnen betalen, zoals boodschappen en de huur?
Ja. De huidige wet is daarin even duidelijk als de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet. Probleem binnen de huidige systematiek is dat een goede vaststelling van de beslagvrije voet van de schuldenaar vraagt dat hij de beslagleggende partij van allerlei informatie voorziet. Dat gebeurt vaak niet of onvolledig, waardoor de beslagvrije voet helaas te laag wordt vastgesteld. Met de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet en met het traject tot verbreding van het beslagregister werken we aan een systeem waarbij de beslagvrije voet vrijwel geheel op basis van bij beslagleggende partijen aanwezige informatie automatisch correct kan worden vastgesteld. Dat beperkt de kans aanzienlijk dat iemand nog met een te lage beslagvrije voet wordt geconfronteerd en dat maakt de implementatie van de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet ook zo belangrijk.
Hoe kan het dat de wet die het respecteren van het bestaansminimum waarborgt, de Wet vereenvoudiging beslagvrije voet, wederom wordt uitgesteld, terwijl de wet al in 2017 werd aangenomen?
De redenen die ten grondslag lagen aan het verschuiven van de inwerkingtredingdatum naar 1 januari 2021 heb ik gezamenlijk met de Minister voor Rechtsbescherming en de Staatssecretaris van Financiën beschreven in de brief van 15 november 2018 (Kamerstuk 24 515, nr. 453). Vanuit de in 2018 ontvangen uitvoeringstoetsen op de lagere regelgeving moest ik toen constateren dat het doorvoeren van de voor invoering van de wet vereiste ICT-aanpassingen meer tijd vereiste. In dat kader zijn toen ook tussenmaatregelen aangekondigd om op korte termijn de borging van het bestaansminimum wel te verbeteren.
Daarnaast heb ik, mede namens de genoemde bewindspersonen, uw Kamer in mijn brief van 8 oktober 2019 bericht over de voortgang van het implementatietraject en daarin aangegeven dat dit traject in de komende maanden in een cruciale fase verkeert. Ik koers daarbij nog steeds op 1 januari 2021 als beoogde inwerkingtredingsdatum. Van een groot aantal partijen heb ik ook de bevestiging gekregen dat zij deze datum halen. Voor de andere betrokken partijen geldt dat ik die helderheid op zeer korte termijn hoop te verkrijgen. Op basis van de dan beschikbare informatie kan ik ook definitieve uitspraken doen over de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2021. Ik heb uw Kamer toegezegd u hierover begin 2020 te informeren.
Waarom slaat niemand met de vuist op tafel om aan te geven dat het respecteren van het bestaansminimum prioriteit heeft? Is er wel voldoende besef van urgentie? Zijn relevante organisaties en uzelf zich wel voldoende bewust van de menselijke drama’s die ontstaan als mensen onvoldoende geld overhouden voor boodschappen en de huur?
Ik ben mij zeer bewust van de noodzaak van een spoedige invoering van de wet en zet alles op alles om invoering per 1 januari 2021 te realiseren. De Staatssecretaris van Financiën en ik hebben daarom bij het eerdere uitstel ook tussenmaatregelen, als noodmaatregelen, aangekondigd. Maatregelen die effect hebben voor de op dit moment getroffen groep – de schuldenaar die met een te lage beslagvrije voet wordt geconfronteerd. Het gaat om negen tussenmaatregelen, die daar waar gevraagd werd om aanpassing van de uitvoeringspraktijk alle vanaf 1 oktober 2019 in uitvoering zijn. Dit geldt onder meer voor het bij de inzet van de overheidsvordering en het verrekenen van toeslagen vooraf rekening houden met het bestaansminimum zoals toegelicht in de brief van 13 februari jl. (Kamerstuk 24 515, nr. 468). Dit was oorspronkelijk voorzien voor 1 januari 2020, maar kon alsnog eerder tot uitvoering worden gebracht. Dat is een belangrijke eerste stap, die een grote groep schuldenaren kan helpen.
Daarnaast vroeg ook een aantal tussenmaatregelen om wetgeving. Die wetgeving is inmiddels bij uw Kamer gepasseerd. Zeker waar het gaat om de in de Verzamelwet SZW 2020 opgenomen wijzigingen2, is mijn verwachting dat deze per 1 januari 2020 tot uitvoering kunnen worden gebracht.
Klopt het dat de deadline van 1 januari 2021 wel haalbaar is als de benodigde gegevens zoals gepland in het najaar van 2020 worden aangeleverd?
In de brief die ik, mede namens de Staatssecretaris van Financiën en de Minister voor Rechtsbescherming, op 8 oktober 2019 aan u heb doen toekomen, heb ik gewezen op de zaken waarover ik in de komende maanden duidelijkheid verwacht te krijgen. Het gaat dan om zaken die invloed kunnen hebben op de vraag of alle partijen per 1 januari 2021 de wet volledig kunnen uitvoeren. Ik heb de huidige periode op dat vlak dan ook als cruciaal betiteld. Zodra duidelijkheid is verkregen kan ik ook definitievere uitspraken doen over de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2021. Ik heb uw Kamer toegezegd u hierover begin 2020 te informeren.
Waarom laat het ontwikkelen van de benodigde software zolang op zich wachten, terwijl gerechtsdeurwaarders zelf reeds een werkende rekentool hebben gebouwd? Waarom is niet in een veel eerder stadium besloten om zo’n rekentool te ontwikkelen?
In 2018 werd – zoals richting uw Kamer gecommuniceerd – duidelijk dat partijen inwerkingtreding per 1 januari 2019 niet gingen halen. Toen is het besluit genomen om een centrale rekentool te bouwen om aldus implementatie voor een groot aantal partijen te vereenvoudigen.
In de brief van 13 februari 2019, die ik samen met de Staatssecretaris van Financiën aan uw Kamer heb doen toekomen, heb ik daarbij uitgelegd dat een innende instantie die bij haar incasso te maken heeft met de beslagvrije voet deze kan bepalen door de gegevens handmatig te verwerken in een verkorte rekenmodule. De gerechtsdeurwaarders refereren hieraan als zij het hebben over de gereed zijnde rekentool. Voor massale processen waar onder meer Belastingdienst, SVB, UWV en ook lokale belastinginners mee te maken hebben, leent zich deze handmatige vorm echter niet. Een gedegen ICT-matige inbouw van enerzijds de voor de berekening noodzakelijke datastroom en anderzijds de in de wet opgenomen berekening is dan onontbeerlijk.
Om dit te realiseren zijn in het door mij ingestelde Programma implementatie wet vereenvoudiging beslagvrije voet, tezamen met alle partijen, de specificaties nader uitgewerkt en is in kaart gebracht wat partijen nodig hebben om op de rekentool aan te sluiten. De bouw en implementatie wordt nu ter hand genomen. Begin 2020 heb ik meer helderheid over het tempo van de verschillende deeltrajecten binnen de implementatie en zal ik uw Kamer nader informeren over de inwerkingtreding van de wet per 1 januari 2021.
Welke maatregelen gaat u nemen als de invoering van de wet wederom moet worden uitgesteld? Hoe gaat u er dan voor zorgen dat het bestaansminimum wordt gerespecteerd? Overweegt u een nationaal moratorium totdat iedereen er zeker van kan zijn dat ze altijd voldoende geld overhouden voor basale levensbehoeften, zoals boodschappen en de huur?
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/ah-tk-20192020-997.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.